Er is een kleine discussie ontstaan over de al dan niet aanwezige voedingsbodem in Rotterdam voor rellen naar Brits voorbeeld. Brenda Stoter, Rotterdamse journaliste, vroeg zich dit 13 augustus hardop af, nadat een vriendin van haar een sms’je ontving dat opriep tot rellen in Rotterdam Zuid. Hier is inmiddels iemand voor opgepakt in Rotterdam.
Stoter noemt het ontbreken van toekomstperspectief bij grote groepen Rotterdamse jongeren in combinatie met het zero tolerance-beleid van de politie een mogelijke voedingsbodem voor sociale onrust. Op dit stuk van Stoter volgde dezelfde dag een felle reactie van Alicia Hobbel, lid van het afdelingsbestuur van Groenlinks Rotterdam. Hobbel vindt dat Stoter allochtone jongeren onterecht als slachtoffers neerzet, maar verzet zich voornamelijk tegen het clichématige beeld dat wordt geschetst over Rotterdam Zuid als ghetto. Een vergelijkbaar geluid van Fay van der Wall over het imago waar Katendrecht tot veroordeeld lijkt was eerder te lezen hier op Vers Beton.
Maar Stoter krijgt bijval, ook AD-RD columniste Willemijn Dicke noemt de situatie in Rotterdam zorgelijk in haar column. Socioloog Iliass El Hadioui van de Erasmus Universiteit is het niet met haar eens in dezelfde krant van 16 augustus. Volgens hem hoeven we ons geen zorgen te maken voor Londense toestanden in Rotterdam omdat de sociaal-economische omstandigheden te veel verschillen. Ik stel mij ook gerust met de gedachte dat we in Nederland geen inkomensongelijkheid en klasseverschil kennen zoals in Frankrijk of Groot-Brittannië.
Toch moeten we niet vergeten dat Rotterdam al vaker rellen heeft meegemaakt. In 2009 was het zelfs twee keer raak: op het bevrijdingsfestival en tijdens Sunset Grooves in Hoek van Holland. Dit betrof beide keren weliswaar hooligan-gerelateerd geweld, maar vond niet plaats in een voetbalcontext. Ook was de link tussen de arrestanten en de harde kern niet zo duidelijk te leggen. Daarnaast is het algemeen bekend dat tijdens de rellen op het kampioensfeest van Feyenoord in 1999 ook de winkels in het centrum zijn geplunderd.
Maar er is vooral één overeenkomst die mij opvalt. De tegenstander was tijdens de rellen in 2009 de politie, waarmee de rellers zich hebben gericht op de gevestigde orde an sich. Het in opstand komen tegen de gevestigde orde en tegen de heersende moraal doet me erg denken aan “showing the rich we do what we want”, zoals enkele rellende Engelse meisjes het verwoordden tegen de BBC. Blijkbaar gaat het er niet om dat er een duidelijk statement wordt gemaakt of een doel wordt nagestreefd; het plunderen en rellen is een doel op zich geworden. De Rotterdamse socioloog Willem Schinkel schreef in NRC Handelsblad op 10 augustus dat dit weer een politieke daad is in de meest basale vorm: wat de rellers drijft is uiteindelijk de wil om gezien te worden.
Rest de vraag: in hoeverre kun je vergelijkingen trekken tussen de Britse rellen en de Rotterdamse gebeurtenissen in 2009, en wat is er voor nodig om het hier alsnog verkeerd te laten gaan?
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Nog geen reactie — begin de discussie!