Dit is een actuele bewerking van een artikel dat aan de hand van de auteur twee jaar geleden verscheen in CIA Magazine
De Zwaanshals te Rotterdam. Een winkelstraat in het Oude Noorden, uitkomend op het Noordplein en de ZwartJanstraat. De plek van weleer om te winkelen, maar vooral om te flaneren; zien en gezien worden. Heden ten dage bezet het Oude Noorden echter een podiumplaats in de ‘krachtwijken-top 40’. Met deze notering houdt het bekende probleemwijken als Ondiep, Spangen en Slotervaart met speels gemak achter zich. Om het tij te keren investeert de gemeente in samenwerking met woningstichting Com-wonen daarom veel geld in de Zwaanshals. De winkelstraat van weleer moet vervolgens de rest van de wijk uit het slop trekken teneinde het weer een echte prachtwijk te laten worden. Een beschouwing.
Zero tolerance?
De Zwaanshals wordt onder handen genomen middels het principe van ‘Schoon, Heel en Veilig’, een actieplan dat stadsbreed al enkele jaren wordt toegepast. Hierbij fungeert het New York van eind jaren ’90 als het grote voorbeeld van succesvol beleid. Middels een strak beleid slaagde burgemeester Rudolph Giuliani erin om de criminaliteitscijfers drastisch te laten dalen. De lokale politie kondigde aan keihard te zullen optreden, ook ten aanzien van kleine overtredingen. Vervolgens werd hier ook daadwerkelijk naar gehandeld. Daarnaast werd ook de omgeving aangepakt; verpauperde straten en huizen werden schoongemaakt en opgeknapt. Vanwege de nadruk op openbare orde en veiligheid zou je dit beleid als zero tolerance kunnen kenschetsen.
In Rotterdam in het algemeen en de Zwaanshals in het bijzonder merk ik als buurtbewoner weinig van een bikkelharde strijd tegen overlast en criminaliteit. De Zwaanshals ligt weliswaar in krachtwijk het Oude Noorden, waardoor politie als vanzelfsprekend moet optreden, maar van een verhoogde inzet of stevige aanpak is mijns inziens geen sprake. Er wordt dus weliswaar ingezet op veilig(heid), maar de nadruk wordt gelegd op schoon en heel. Dit blijkt niet alleen uit de woordvolgorde van de slogan, maar ook uit de reclamecampagne ‘Schoon, Heel en Veilig: Waarom?Daarom!’ van de gemeente Rotterdam. Leidend binnen deze campagne is de Roteb, waarbij de medewerkers bijstand krijgen van Gemeentewerken en Stadstoezicht. Binnen de communicatie omtrent deze campagne wordt ook gesuggereerd: “In plaats van Schoon, Heel en Veilig wordt de stad vaak ervaren als Vies, Kapot en (daardoor) Onveilig”. Binnen de stad Rotterdam is dan ook niet sprake van zero tolerance, maar eerder van een broken windows-beleid.
Broken windows!
De theorievorming over broken windows is afkomstig van Kelling & Coles, waarbij zij een kapotte ruit gebruiken als metaforisch startpunt voor de achteruitgang binnen een wijk. De auteurs redeneren dat wanneer een kapotte ruit niet wordt gerepareerd er spoedig andere ruiten binnen hetzelfde gebouw zullen sneuvelen. Het gebouw raakt in verval. Vandalen zullen vervolgens inbreken en het gebouw met graffiti besmeuren. Dit zorgt voor een negatieve uitstraling naar de rest van de straat en buurt. Het gevolg is een negatieve spiraal, waarbij ook aangrenzende gebouwen worden toegetakeld en randfiguren hun weg naar de straat weten te vinden. Onder de bewoners gaat het gevoel leven dat niemand iets geeft om de buurt, waarna uiteindelijk de rijkere bewoners zullen verhuizen en de sociaal zwakkere achterblijven. Ondertussen ontwikkelt de buurt grote aantrekkingskracht op drugsdealers, straatterroristen en prostituees. De theorie stelt dus dat dit alles kan worden voorkomen door (kleine) problemen in een vroeg stadium aan te pakken en zo erger te voorkomen.
Terug naar de Zwaanshals, waar de broken windows-theorie volop wordt toegepast. Het is niet alleen de bedoeling om de winkelstraat in volle glorie te herstellen, maar ook de negatieve spiraal binnen het Oude Noorden te doorbreken. Na het vernieuwen van het trottoir en het weren van malafide belhuizen en slechte shoarmazaken, is het project inmiddels al enige tijd in een nieuwe fase beland. De lege winkelpanden worden gevuld met kledingwinkels, restaurants en een ijssalon. Uitbundige gevelreclame wordt verwijderd, en de authentieke gevels worden (uitgebreid) gerenoveerd en in ere hersteld. Honderdduizenden euro’s zijn inmiddels geïnvesteerd. Maar: maakt de theorie zich ook in de praktijk waar?
In het antwoord hierop is het rapport De baat op straat van economisch onderzoeksinstituut Atlas voor gemeenten en SEO Economisch Onderzoek terughoudend. De onderzoekers vergeleken de investeringen van corporaties met de aangiftes bij de politie en de uitkomsten van de politiemonitor (de jaarlijkse veiligheidsenquête van de politie). Vervolgens werd op postcodeniveau gekeken naar het effect van de investeringen op verloedering, overlast en onveiligheid. De conclusie van het rapport luidt dat de investeringen geen aantoonbaar effect hebben op het terugdringen van overlast en onveiligheid. Oftewel: investeringen zoals gedaan in de Zwaanshals reduceren de overlast en onveiligheid niet. Wanneer je echter verder leest dan de eerste tien pagina’s wordt duidelijk dat de rapportage onderscheid maakt in sociale en fysieke investeringen. Bij de eerstgenoemde moet gedacht worden aan buurtbarbecues en straatfeesten. Dit blijk geen effect te hebben op verloedering, overlast en onveiligheid binnen een wijk. Fysieke investeringen laten een beter resultaat zien. De verkoop van (sociale) huurwoningen levert het meest overtuigende effect op, omdat hierdoor de bevolkingssamenstelling positief verandert. Daarnaast wordt ook aan renovatie enig positief effect toegeschreven, hoewel dit slechts beperkt is.
De rapportage lijkt dus de broken windows-theorie te ondersteunen. Zo zijn de nieuwe bewoners in de wijk eerder bereid hun stoepje te vegen en veroorzaken zij minder overlast. Samen met vers gerenoveerde straten krijgt de wijk een positieve uitstraling. Wanneer deze positieve uitstraling blijft en kapotte ruiten snel worden gerepareerd lijkt de negatieve spiraal doorbroken.
Nog geen reactie — begin de discussie!