Enige tijd geleden werd op Vers Beton geschreven over een poster, opgemaakt in de huisstijl van de gemeente, waarin het fenomeen ‘stadswacht’ op de hak genomen werd. De plakactie leek een mooie poging om op een betrokken manier commentaar te geven op wat er gebeurt in onze stad. Gevraagd naar commentaar schreef Fred Marree, woordvoerder voor Stadstoezicht, een reactie die weinig te raden liet. De creatieve knip- en plakker werd er in weggezet als een lafaard die de plank volledig mis zou hebben geslagen. Ik was met stomheid geslagen door de schreeuwende desinteresse in de beweegredenen van de maker van de poster. Het zou oneerlijk zijn om nu Fred Marree het mikpunt van kritiek of spot te maken. De manier waarop hij reageert past immers naadloos in de manier waarop de stad communiceert met haar gebruikers. De stad zegt heel vaak: NEE!
Rotterdam is vergeven van posters, gedragsregels, slogans, ge- en verbodsborden, met logo’s en hekken, met camera’s en stadswachten. Het zegt veel over de manier waarop er nagedacht wordt over de Rotterdammers en over de manier waarop die in gareel gebracht kunnen worden. Helaas zorgt de overdaad aan boodschappen, die ons Rotterdammers erop wijzen hoe we ons dienen te gedragen, dat het steeds moeilijker is de relatief onbelangrijke aanwijzingen te onderscheiden van de belangrijke. De codificering van de publieke ruimte zou moeten werken als een gebruiksaanwijzing van de stad, niet als een opsomming van wat er allemaal niet mag.
Het is ook nogal een opgave. In Rotterdam moeten publieke boodschappen concurreren met een ongeëvenaard aantal commerciële boodschappen. Misschien heeft dat ook meegespeeld in de toon die de gemeente steevast kiest voor haar posters. De poster waar Fred Marree zo verbolgen over was staat hieronder. Zijn eigen poster staat ernaast.
Nog geen reactie — begin de discussie!