Vorige week gaf de jaarlijkse Rotterdamlezing aanleiding tot een klein relletje. De lezing geeft een wetenschapper van de Erasmus Universiteit Rotterdam de kans om te reflecteren op actuele stedelijke vraagstukken. De eer viel dit jaar te beurt aan Jos de Mul, hoogleraar Filosofie van Mens en Cultuur. Zijn verhandeling, getiteld Op weg naar het beloofde land, ging over het politiek messianisme van Pim Fortuyn.
De rel betrof het feit dat Marco Pastors, uitgenodigd om als co-referent te reageren, zich op het laatste moment afmeldde. De tekst vond hij ‘niet passend’ in een tijd van herdenking, tien jaar na het overlijden van Fortuyn. Was de lezing inderdaad niet respectvol en wat waren de reacties? Vers Beton doet verslag van een roerige avond.
De lezing: psychoanalyse volgens Pim
In zijn lezing (PDF) tracht De Mul Fortuyns gedachtegoed te vatten zoals hij dat optekende in zijn boek De Verweesde Samenleving. In dit boek beschrijft Fortuyn de malaise van de naar zijn mening verweesde en vaderloze samenleving. Volgens Fortuyn is het namelijk een normale gang van zaken in de samenleving dat ”Zonen in opstand komen tegen hun Vaders”, waarna de zonen hun rol als vader weer oppakken. De babyboomgeneratie heeft deze gezonde dynamiek echter verstoord door de vaderrol niet op te eisen en waardoor ‘de Wet’ niet kon worden doorgegeven. Vader en Wet, beiden met hoofdletters geschreven: dit is duidelijk geïnspireerd op de psychoanalyse, een therapie die Fortuyn ook zelf heeft ondergaan.
Wie moest dan deze rol als Vader weer op zich nemen? Wie zou Nederland redden? Dat, zo betoogt De Mul, was Fortuyn zelf. Hij zag zich als de Messias van de Nederlandse samenleving. Om dit te illustreren citeert De Mul de laatste regel uit Fortuyns boek: “Ik ben gereed. U ook? Op weg naar het beloofde land”. Hij wijst ook op de opmerkelijke ondertitel van het boek dat tevens doorspekt is met bijbelcitaten: een ‘religieus-sociologisch traktaat’.
Het succes van Fortuyn, aldus De Mul, lag precies in dit Messianisme: de standpunten waren immers niet zo vernieuwend als hij ze deed voorkomen. Wat dat betreft tapte Fortuyn uit hetzelfde neoliberale vaatje als Paars. Toch, de belofte om de problemen in de samenleving in één keer op te lossen vindt volgens De Mul “een gewillig oor in onze hedonistische cultuur waarin het onmiddellijk genieten voorop staat”.
De Mul gebruikt vervolgens de psychoanalytische theorieën van Freud om het politieke fenomeen Fortuyn verder te duiden. Volgens Freud staat de Vader, net als het alfamannetje bij de primaten, boven de Wet van de groep. Dit verklaart volgens De Mul waarom Fortuyns homoseksualiteit geaccepteerd werd bij een groep die toch niet zo bekend staat om zijn tolerantie tegenover andere geaardheden.
Vanuit de psychoanalyse gezien was de uitschakeling wellicht onvermijdelijk. Het beruchte interview van Fortuyn in de Volkskrant waarin hij opperde om het discriminatieverbod in de grondwet af te schaffen, is volgens De Mul namelijk te interpreteren als het afkondigen van een symbolische ‘burgeroorlog’. De Mul gaat verder, men zou zelfs kunnen beweren dat de kogel in eerste instantie ‘van rechts kwam’: “de uitzetting van Fortuyn uit Leefbaar Rotterdam was gelijk aan een symbolische moord van de professor (…) de moord op het Mediapark – op het niveau van wat in de filosofie ‘het reëel reële’ wordt genoemd – was een barbaarse herbevestiging van de symbolische moord die reeds had plaatsgevonden.”
De reacties: prijsschieten
De reacties die volgden na de lezing deden af en toe denken aan het programma The Roast (waarin een hoofdgast genadeloos te kakken wordt gezet), met Jos de Mul in de hoofdrol. Psychoanalyse betekende klaarblijkelijk niets minder dan prijsschieten en zo’n mooie kans werd dan ook schoon benut door zowel het publiek als de twee co-referenten die gevraagd waren om een reactie.
Allereerst was NRC-journalist Jutta Chorus aan de beurt (PDF). Chorus toonde zich een begenadigd positivist en vroeg zich af of wij wel leven in een hedonistische cultuur. Chorus’ vond dit een ongeoorloofde aanname van De Mul en ze zag met lede ogen toe hoe hij in haar woorden ‘het rijk der feiten’ had verlaten. Dat kon je overigens ook wel verwachten van een filosoof, voegde ze er aan toe. De weinige feiten waarop men een interpretatie kan baseren, reageerde De Mul, bestaan juist uit de nalatenschap, in dit geval de geschriften van Fortuyn.
Chorus vervolgde: De Muls these dat Fortuyn een Messiaanse Vaderfiguur was, was vrij eenvoudig te ontkrachten. De mensen die zij sprak voor haar boek Afri (over families in de Afrikaanderwijk) waren niet op zoek naar een Vader, vervulden die rol soms zelf, en hadden slechts de wens gehóórd te worden. Verder kon men hen ook niet echt hedonistisch noemen. Klapstuk van de lezing was een vraag aan het publiek die luidde: “mist U een Vader?”. Het stille gelach leek de genadeslag van de these.
De tweede ‘roast’ kwam van socioloog Willem Schinkel (PDF). Schinkel vond het typerend dat een politicus met een roeping direct gelijkgesteld wordt aan een messias. Fortuyn herinnerde ons eraan dat elke politicus zich geroepen zou moeten voelen om het land een utopisch vergezicht voor te schotelen. Schinkel ziet politiek tegenwoordig verworden tot gedepolitiseerd probleemmanagement, en verwees naar zijn recente boek De Nieuwe Democratie.
Ook het publiek kwam aan de beurt. Een man achterin de zaal riep: “U maakt zich belachelijk! De psychoanalyse mist wetenschappelijke basis, is zojuist uit het zorgpakket verwijderd, en is dus lariekoek.” Een hevig geëmotioneerde vrouw kon de lezing van de Mul moeilijk aanhoren: “U noemt ons een groep primaten! U weet niet hoe het is om nog als laatste Hollander in een wijk te wonen”. Van de psychoanalyse kon zij weinig maken. “Het belangrijkste was: Pim hóórde ons tenminste.” De hoogleraar wierp nog tegen dat hij dat zeker niet wilde bagatelliseren, maar uit de zaal klonk gesputter: “Dat doet u wél!”.
Bovendien zag Fortuyn zichzelf niet als Messias, want zijn boek was de heersende mening in het publiek, was óók deels scherts en ironie. Dat was zijn stijl en niet alles wat hij zei diende serieus geworden te nemen. Een lastig uitgangspunt voor een hermeneutisch debat en ook misschien wat gemakkelijk geredeneerd van deze Fortuyn-aanhangers. Want wanneer uit de overlevering van Fortuyn slechts dat wat bevalt serieus genomen wordt, en de rest als ‘scherts of metafoor’ kan worden weggezet, dan is de vergelijking met Bijbelexegese snel gemaakt. Waarbij het laatste woord uiteraard het Woord van Pim is. Want: wat zou Pim hebben gedaan?
Na afloop spraken wij met Jos de Mul die een korte reactie gaf op het wegblijven van Pastors.
– Marco Pastors is niet gekomen omdat hij de lezing respectloos vond.
“Ik ben niet respectloos, maar heb juist geprobeerd om heel respectvol te zijn door de geschriften van Fortuyn te nemen en ze heel serieus te nemen. Na afloop van de lezing kwamen er enkele mensen naar mij toe en die zeiden ‘dankuwel, voor ons wás hij ook een Messias, goed dat u het zegt’ ”
“Het is heel jammer dat Pastors zich zo laat heeft afgemeld, hij verweet mij debunking van Fortuyn. Dat kan ik begrijpen. Voor Pastors was Fortuyn een goede vriend die hij bewonderde. Deze lezing kwam te dicht bij voor hem. Misschien hadden we hier niet een naaste politicus voor moeten vragen.”
– U noemt Fortuyn wel een narcistisch persoon?
“Maar zo noemt hij zichzelf ook in zijn biografie, dat zijn zijn eigen woorden.”
– Is de lezing wel gepast in een tijd van herdenking?
“Laat één ding duidelijk zijn: dit is géén herdenkingsbijeenkomst. Als ik zou spreken op een herdenking, dan zou ik een andere lezing gehouden hebben. Dit is de jaarlijkse Rotterdamlezing met als opzet: stevige lezing mét debat. Dat was mijn opdracht.”
Al 2 reacties — discussieer mee!
Video is van de hele avond is hier te vinden.
http://youtu.be/x55AKCLUgZA
Bedankt voor het stuk en de verwijzing naar de tekst.
Iets dat ik mis in de analyse is de context van de geschiedenis, Freuds metaforen plaatsen Fortuyn buiten de geschiedenis. Dit doet tekort aan de gebeurtenissen van de jaren 90 die bol stonden van utopische wensdromen, nog los ervan dat politiek leiderschap inherent messianistisch is. Verandering is in feite de legitimatie van regeringen die regeringen van een andere politiek kleur opvolgen, en deze gaan meestal gepaard met het gezicht van een nieuwe leider die juist die verandering symboliseert.
Het messianisme, als het betekenis heeft in de zin van degene die belooft te verlossen is ook inherent aan politiek. Ik zou zelfs stellen dat de voorgaande Paarse kabinetten juist dezelfde politieke boodschap uitdroegen. Paars was geformeerd met de retoriek van de verlossing van het CDA; de utopie dat een andere samenstelling van partijen wel progressieve idealen zouden kunnen verwezenlijken.
De personage Fortuyn was een reactie op het falen van deze beloften. Als je zou willen zou je hem kunnen contrasteren met Kok, de personificatie van paars: de grijze boekhouder die moeiteloos kan wisselen tussen het besturen van een vakbond, de staat Nederland en Shell. De personage Fortuyn was flamboyant, gemankeerd en emotioneel. Hij deed uitspraken die mij nog steeds doen huiveren. Maar was hij daarom meer „oervader” dan Kok. Als ik de tekst lees dan lijkt het alsof Fortuijns rol is bevestigd door de moord. Maar als dat het geval is dan is dat een erg platte interpretatie van Freud, iedere leider wordt immers symbolisch vermoord en dat gebeurt altijd door zijn eigen kinderen, namelijk in een democratie ofwel door zijn partij of de kiezers. Mijn probleem is dan ook dat Freuds metafoor iets plats krijgt als het geforceerd wordt toegepast op de moord, je krijgt dan de platte discussie waar de kogel vandaan kwam. Alsof niet heel het politieke spectrum was geschrokken van de personage Fortuyn, en alsof duidingen als links en rechts nog betekenis hadden na 10 jaar „new labour” en liberale revolutie. In feite waren we na de jaren negentig allemaal kinderen van dezelfde oervader geworden.