Deelgemeentebestuurder Harika redde de Zwartjanstraat en Noordmolenstraat als winkelgebied in het Oude Noorden na een werkbezoek van wethouder Karakus (Vastgoed) en burgemeester Aboutaleb. Dit vertelde hij tijdens het debat dat Vers Beton hierover organiseerde in café Hollandiaan.
Van eerdere berichten dat de gemeente stopt met investeren in de Zwartjanstraat en Noordmolenstraat, klopt niks, zegt deelraadbestuurder Ahmed Harika (GroenLinks) van de deelgemeente Noord. Op dit moment wordt de route langs de Rotte die ernaar toe leidt voor ruim 6 miljoen euro opgeknapt en er staat zo’n 2 miljoen euro klaar uit een Brusselse geldpot voor het renoveren van de winkelpuien.
Slecht plan
In mei schrokken winkeliers zich er nog rot toen onder andere RTV Rijnmond berichtte dat de gemeente de twee straten wil laten vallen als winkelgebied. Samen worden ze de Noorderboulevard genoemd omdat ze in elkaars verlengde liggen. ‘Ik dacht: nu is het afgelopen met de straat’, zegt Henk Raats, die er sinds jaar en dag een parfumeriezaak draaiende houdt. Maar tijdens een debat in café Hollandiaan afgelopen zaterdag over de toekomst van het Oude Noorden als winkelgebied bleek dat niet waar te zijn. Harika was niet van plan het te pikken en had wethouder Hamit Karakus van Vastgoed (PvdA) opgebeld. ‘Ik zei: Hamit, dit is een slecht plan!’ Karakus kwam langs, samen met burgemeester Aboutaleb en enkele directeuren van gemeentelijke diensten. Harika liet hen zien hoe populair het opgefriste straatje Zwaanshals bijvoorbeeld is geworden.
Triest
Zo’n bezoek werkt, zegt Harika, al zei hij ook het ’triest’ te vinden dat ‘sommige directeuren het Oude Noorden niet eens kennen.’ De problemen van de Noorderboulevard zijn desondanks groot: 20% van de winkels staat leeg, 70% van de woningen erboven worden niet bewoond omdat de winkeliers de ruimte van de opgang ernaast dan niet kunnen gebruiken. Dat komt de staat van de panden niet ten goede.
‘Daar gaan we ook wat aan doen’, zegt Harika, die pandeigenaren wil aanspreken op achterstallig onderhoud. Een publiekstrekker die al jaren in de wacht staat om zich te vestigen is de Hema. Voor de zomer moeten afspraken op papier gemaakt zijn, schat Harika.
‘Dat is positief’, zeiden winkeliers uit de buurt tijdens het debat, ‘de omzet zal dan stijgen’. Nu zitten er veel mini-supertjes en nagelstudio’s die soms maar honderd euro per dag omzetten. Daar komen dus weinig mensen op af. Bekende winkelstraten waarover Karakus heeft gezegd er niet meer in te investeren zijn onder andere de Dordtselaan, Schiedamseweg, Eerste Middellandstraat en Vuurplaat.
Fotografie: Alex Furtado
Dit artikel verscheen ook in De Echo.
Al 29 reacties — discussieer mee!
Nu moeten de kleine winkels dus weg omdat ze te weinig zouden verdienen? “Daar komen dus weinig mensen op af.”??? Wat een flauwekul. Mag een ondernemer zelf bepalen wat hij verdient? Hij doet toch niets illegaals? We moeten die kleine winkels juist koesteren. Niet iedereen is zo gecharmeerd van de koopgoot. Reis eens door Nederland, en elke winkelstraat van dorp tot stad ziet er hetzelfde uit: dezelfde puien en uithangborden, dezelde producten, dezelfde winkelketens. het ziet er niet uit.
Het lijkt mij dat er in de wijken juist geïnvesteerd moet worden in diversiteit – de winkelketenliefhebber gaat maar ‘een paar meter verderop’ de stad in. Kleinschalige diversiteit als publiekstrekker. Dan boor je tenminste nog een niche in de markt aan. Tegen de megameuk!
@Sonja
Nee, kleine winkels blijven bij de gratie van kassakoeien zoals de Hema. Dat is de crux. Ook kleine winkels moeten huur betalen, energierekeningen, voorraden, etalage materiaal en personeel. Als je nauwelijks omzet maakt ga je op de fles.
Aan de Zwaanshals kun je zien hoe leuk je zo’n straat kunt maken als je er eens goed over nadenkt en er wat in investeert. Maar ook de ondernemers daar gaat het beter als er meer mensen door hun straat lopen die er komen om te shoppen.
“kleine winkels blijven bij de gratie van kassakoeien zoals de Hema”
Dat begrijp ik niet.
De Hema is een kaskraker, die trekt een massa consumenten. Die lopen dan ook langs de kleine winkeltjes in de buurt, en geven daar ook geld uit. Op die manier maken ze meer omzet dan ze anders gedaan zouden hebben, en kunnen ze hun zaak draaiende houden.
Dat klinkt aannemelijk, maar is het niet. De HEMA kan namelijk haar waren veel goedkoper aanbieden dan de kleine winkels, en heeft ook nog een veel uitgebreider assortiment, en een ‘vertrouwde’ uitstraling. Overal waar ketens verschijnen sluiten de kleine winkels. Dit is basiskennis, en daar zijn de laatste 50 jaar ontelbare rapporten over verschenen.
Ik probeer het nogmaals.
Basiskennis is dat de komst van grote winkelketens de kleine winkels ruineren. Daar zijn reeds vele rapporten over geschreven de laatste 20 jaar. Iemand met jouw achtergrond hoort dat te weten. Het is ook logisch: grote winkelketens kunnen hun waar goedkoper aanbieden. Afgezien daarvan is het assortiment groter, en zijn zij ook nog ‘vertrouwde’ winkels. Beweren dat winkelketens meer consumenten trekt klopt niet helemaal. Ze trekken consumenten. Die voorheen bij de kleine winkels kochten.
Okay Sonja, ik beschrijf hier wat zich in een paar gevallen heeft voorgedaan en wat is gebleken uit detailhandelonderzoek in relatie tot de komst van de Hema, hetgeen werd gemeld door de ondernemer in het artikel. Als de komst van de Hema negatief uitpakt voor winkels eromheen, waarom zijn ondernemers er dan toch blij mee denk je? Nu staan er panden leeg, nee, daar word je lekker blij van. Het lijkt wel een gebit met de helft van de tanden eruit. Weet je hoeveel winkelende mensen daarop af komen? Nul, nada.
Eén ondernemer in één artikel. Dat zijn niet ‘de ondernemers’. Welke ‘paar gevallen’, welk artikel, waar kan ik dat vinden? En waar kan ik dat ‘detailhandelonderzoek’ vinden? Het maakt namelijk nogal uit door wie het geschreven en onderzocht is.
Panden leeg? Maak er antikraak van, zet er bijvoorbeeld kunstenaars in met hun waren. Daar worden best veel mensen lekker blij van.
Winkeliers in die straat waren er blij mee, de mensen van de deelgemeente ook, de bewoners in de buurt ook. Ik denk dat een winkelier die er 44 jaar een zaak heeft wel weet wat goed is om omzet te maken en wat niet. Kennelijk weet jij het beter. Ik zou zeggen, open er een winkel. Er staat genoeg leeg en kennelijk weet jij hoe je omzet moet maken om de toko lekker te laten draaien. Succes!
Er bestaat dus geen onderzoek?
@Sonja, jouw angst voor een straat vol grote filiaalketens is begrijpelijk. Dat is een straatbeeld waar veel mensen (wij, stadsbewoners) genoeg van hebben. Klein en lokaal, dát is onze behoefte. Echter, ik ben het wel gloeiend eens met het aantrekken van een grote keten bij wijze van publiekstrekker. Panden almaar volgooien met kunstenaars en hun waar kan niet altijd maar worden aangegrepen als kans om een gebied ‘op te leuken’.
De Zwaanshals is daarvan een goed voorbeeld. Dat gebied is ten opzichte van 15 jaar geleden veranderd van een rioolput naar een leuke straat, uiteraard mede dankzij die kunstenaars/creatieve ondernemers. Maar het gebied is nog steeds niet drukbezocht met consumenten die hun knip trekken. Dat is wat de ondernemers, óók de kunstenaars, nodig hebben om te kunnen overleven. Een Hema (of om het even welke winkel dan ook die een ‘loop’ naar het gebied creëren) kan daarbij van dienst zijn, zoals ook het Kookpunt deze functie in dat gebied al vervult.
@sonja. Ja op een koopgoot zit niemand te wachten, maar dat was ook niet het verhaal. De ondernemers in de Zwartjans hadden gehoord dat de gemeente er niet meer in wilde investeren als winkelgebied. Ik kan me indenken dat dat hard aankomt. Maar nu blijkt dat Harika dat heeft weten terug te draaien. Arno Bonte van Groen Links heeft er in de gemeenteraad ook nog iets over gezegd tegen de wethouder, dat bewoners het als winkelgebied wilden houden. Die Hema speelt daar een rol in (zoals hierboven beschreven), maar zoals Hilde zegt had het ook een ander populair warenhuis kunnen zijn. In de Zwaanshals heb je allerlei kunstige winkels met artikelen die de Hema niet heeft. Er is goed over nagedacht, dat zie je als je er doorheen wandelt. Verder zal ik niet ontkennen dat grote ketens klandizie van bijvoorbeeld kleine kruideniers aantrekken die daardoor omzet missen, dat is een trend die je niet kunt keren. Ik zou in elk geval niet weten hoe.
Tenslotte: als je panden antikraak laat bewonen laat je de eigenaar van het pand zitten met de kosten: zijn hypotheek moet nog steeds betaald worden. En wie knapt de panden op? There is no such thing as a free lunch.
Geen angst Hilde, het is de realiteit. Kijk maar in de gemiddelde dorpskern. En dan zul je zeggen: ja maar dát willen we ook weer niet – alsof dat te controleren is. Je weet toch wie de bazen van Nederland zijn.
Laten we elkaar dan maar over 10 jaar spreken, als de nieuwe koopgoot klaar is.
Ja er was een onderzoek, daar hadden de deelraadbestuurder en ondernemers het over, waaruit bleek dat winkels in de buurt van een Hema hun omzet met 10% gemiddeld zagen stijgen. Het kan best zijn dat de ene straat er meer van profiteert dan de andere en dat het dus niet altijd goed uitpakt. Dat zal te maken hebben met de diversiteit van de waar die de winkels aanbieden.
@sonja. Je vraag over of dat detailhandelonderzoek er is. Tijdens het debat met onder andere de deelraadbestuurder, een vastgoedeigenaar en ondernemers van de Zwartjansstraat kwam het ter sprake. Ze zeiden dat rondom een Hema de winkels hun omzet met gemiddeld 10% zagen stijgen.
Van horen zeggen is geen betrouwbare info, dat hoor jij te weten. Dat onderzoek, als het al bestaat, kan net zo goed uitgevoerd zijn door de Hema, of vastgoedbedrijven die geld ruiken. Schandalig dat dat zomaar als feit wordt aangenomen. Doe me een lol, en vraag gewoon aan een winkelier die dezelfde spullen verkoopt als de Hema, wat er met zijn zaak gebeurt wanneer er een Hema naast hem komt te staan. Get real.
Recente onderzoeken (w.o. Erasmus Universiteit) geven aan dat de argumenten ‘winkel te klein’ en ’te weinig omzet’ niets te maken heeft met de huidige leegstand. Het betreft een landeljke trend waar meer factoren voor zijn te noemen, met als grootste de opkomst van het internet. Wanneer de dames en heren op het stadhuis die trend niet hebben bekeken dan is er iets ernstigs mis in hun perceptie.
Ook is vastgesteld dat consumenten steeds meer hun geld uitgeven in de warenhuizen en supermarkten die alles aanbieden wat ze nodig hebben, voor het gemak. Dat betekent dus in het geheel geen stijging van de omzet van omringende winkels, maar voorspelt juist een daling wanneer er warenhuizen in een winkelstraat worden gedumpt.
Ook moet het voor vastgoedbedrijven nog steeds lucratief zijn om winkelpanden leeg te laten staan – een aardige aftrekpost neem ik aan. Maar dat wordt niet aangepakt. Natuurlijk, wanneer ze vette subsidie ruiken zijn ze weer van de partij. Ondernemers zullen wanneer ze gratis geld ruiken ook meer geneigd zijn om op korte termijn te denken. Die zijn pragmatisch: alles wat ik nu kan cashen is meegenomen. En als het straks niet goed gaat gaan ze wederom de hand ophouden bij het stadhuis.
In de Zwart Janstraat? Of in Hillegerberg 🙂
Als je schrijft “Kunstenaars en andere creatievelingen” dan vallen kunstenaars ook onder creatievelingen. Sorry, maar zo is onze taal.
Kunstenaars worden helemaal niet gezien als dé oplossing voor een stapeling van economische problemen, dus dat begrijp ik niet. Integendeel, kunstenaars worden zelf als een probleem gezien.
Ook heeft de Zwart Janstraat geen economische problemen, maar vastgoedproblemen. Zoals ik al schreef (waarom leest men hier niet), begin daar met aanpakken, als eerste de kunstmatig hoog gehouden huren. Anders is het water naar zee dragen. Maar dat doet de gemeente niet, want dat is niet in lijn met het neoliberale geloof. Dat beleid is zo debiel dat er over 5 jaar een overschot is aan 50.000 vierkante meter winkelruimte. En verwacht wordt (wetenschappelijk) dat één op de drie winkels gaat verdwijnen (crisis en internet). Maar Karakus gaat 70.000 vierkante meter bijbouwen, in de vorm van een tweede koopgoot op de Blaak. Om nog meer consumenten uit de wijken te trekken! Rotterdam moet helemaal kapot lijkt het motto.
Een wetenschappelijk rapport uit 2010
Bedrijvigheid en leefbaarheid in stedelijke woonwijken
http://www.rivm.nl/bibliotheek/digitaaldepot/Bedrijvigheid_en_leefbaarheid_WEB.pdf
Planbureau voor de Leefomgeving
Citaten:
“Deze studie over ‘Bedrijvigheid en leefbaarheid in stedelijke woonwijken’ laat zien dat bedrijven inderdaad last kunnen hebben van leefbaarheidsproblemen in stedelijke woonwijken. Wanneer de kwaliteit van de lokale omgeving tekortschiet, hebben bedrijven minder overlevingskans, worden ze geremd in hun groeimogelijkheden en vertrekken ze eerder uit deze wijken. Vanuit economisch oogpunt is het dus heilzaam om te investeren in de leefbaarheid van de wijk. Je helpt er niet alleen bewoners, maar ook bedrijven mee.
Omgekeerd is de relatie minder eenduidig. Het stimuleren van ondernemerschap en bedrijvigheid in een wijk kan een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid als het gaat om de oprichting van kleinschalige detailhandel, zoals een bakker of een boetiek. Dit geldt vooral wanneer die winkelier een historische binding heeft met de wijk. De oprichting van andere typen bedrijvigheid, zoals een productiebedrijf, bouwbedrijf of een grootschalige supermarkt, leidt meestal niet tot een betere leefbaarheid.”
“Opmerkelijk is dat de oprichting van kleinschalige detailhandel wél tot een
verbetering van de leefbaarheid leidt, maar de vestiging van consumentendiensten (en daarmee ook detailhandel) door verhuizingen van elders niet. De reden daarvoor zou kunnen zijn dat de meeste bedrijven ‘vanuit huis’ worden gestart door ondernemers die al een binding hebben met de wijk (Schutjens et al. 2007).
Nieuwe ondernemers die uit de wijk zelf ‘voortkomen’, vervullen mogelijk eerder een sociale controlefunctie. Een bedrijf dat zich van elders in de wijk vestigt of een nieuw filiaal van een grote winkelketen heeft die functie naar verwachting niet of minder.”
“Van de drie mogelijk positieve effecten van meer bedrijven in de wijk zoals
verondersteld in de economische pijler van het wijkenbeleid (het bieden van banen voor bewoners, actief ingrijpen in of sociale controle op de leefbaarheid, en het bieden van ontmoetingsplaatsen die sociale cohesie kunnen bevorderen), is er volgens onze analyse uiteindelijk maar één effect empirisch aan te tonen: alleen van de sociale controle die uitgaat van ondernemers van kleine winkels in de wijk gaat naar verwachting een gunstig effect uit op de leefbaarheid in die wijk.”
“Beleidsmakers veronderstellen dat ondernemerschap en bedrijvigheid een positief effect hebben op de leefbaarheid in een wijk. Uit het onderzoek komt echter naar voren dat een toename van het aantal ondernemers in de wijk nauwelijks bijdraagt aan het verbeteren van de lokale leefbaarheid. Alleen de oprichting van kleinschalige detailhandel door bewoners van wijken heeft een positief effect op de leefbaarheid, zoals de oprichting van een warme bakker of een groenteboer.”
“Andersom blijkt een betere leefbaarheid in de wijk wél gunstig te zijn voor het functioneren van de bedrijven in de wijk. Als het behouden en stimuleren van bedrijvig heid in wijken een belangrijke doelstelling is van beleidsmakers, dan zouden ze er dus goed aan doen te investeren in de verbetering van de leefbaarheid in de wijk.”
Vastgoedeigenaren kunnen leegstand tegengaan door hun verlies te nemen en kunstmatig hooggehouden huren (zeker na renovatie) weer te verlagen, zodat kleine winkeliers die weer kunnen betalen. Zo blijft ook de aantrekkingskracht voor bewoners en daarmee de dynamiek van werken, wonen, winkelen en recreëren in zo’n omgeving behouden. Koester en bescherm de kleine winkeliers en middenstanders dus, want zij zijn vaak het cement van een winkelgebied. Dit type ondernemer vervult een belangrijke sociale functie die de verpaupering en verloedering van zo’n gebied kan voorkomen.
Sonja, even los van de discussie over filiaalketens, leefbaarheid, leegstand en lokale ondernemers, heb ik de volgende vraag: wat zie jij als een mogelijke oplossing voor het aantrekken van consumenten? Los van evenementen zoals de Swan Market; hoe krijgen we daar op een doodgewone dinsdagmiddag mensen heen die willen shoppen? Dit is mijns inziens de kern van het probleem. Het is geen schande om als nagelstudio 100 euro per dag te verdienen, de crux is dat die nagelstudio niet meer verdient, simpelweg omdat er niemand komt. Overigens wil volgens mij iederéén meer verdienen, maar dat terzijde.
In het Zwaanshalsgebied zijn we het punt van leefbaarheid en aantrekken van ondernemers min of meer voorbij. De leefbaarheid ís verbeterd, de ondernemers hébben zich gevestigd; hoe nu verder? Jij ageert fel tegen het vestigen van een Hema en ik begrijp je punt, maar wat is voor de bedrijvigheid in het gebied dan wel een goede oplossing?
Zie het tweede gedeelte van mijn allereerste reactie.
Je zegt het zelf ook al: de Zwaanshals had blijkbaar geen Hema nodig. Ik heb overigens ook met een kunstproject in een leegstaand winkelpandje gezeten in de Zwaanshals, en heb meegewerkt aan een ander project aldaar.
Verder wijs ik je op de conclusies in het door mij geciteerde rapport: investeren in de leefbaarheid van de wijk, dan volgen de ondernemingen vanzelf. Ondernemers subsidiëren is water naar zee dragen. En het verlagen van de huurprijzen, dan zal de leegstand ook afnemen. Een leegstand van 5% is trouwens prima, anders rouleert er niets meer, en dat gaat vernieuwing tegen.
En over de kern van het probleem, volgens jou althans: als het leuker en prettiger shoppen in de buurt is dan in de koopgoot, wie wil er dan nog naar de koopgoot? En als de meerderheid inderdaad liever die koopgoot wil, dan heeft het geen zin om geld in een straat te (blijven) pompen natuurlijk, en zal er bij de Gemeente een knop om moeten. Out of the box gaan denken. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de huidige situatie, dat het gevolg is van jarenlang beleid gericht op consumeren. Dat dat de mensen gelukkig zou maken.
De kern van mijn reactie was niet of de Zwaanshals wel of geen Hema nodig heeft, de kern is dat de Zwaanshals behoefte heeft aan (meer) (consumerend) publiek. De vraag daarbij is: hoe is dat publiek te genereren? En, de vraag staat nog open, wat is daarvoor jouw oplossing dan wél?
“hoe is dat publiek te genereren?”
Zie: “als het leuker en prettiger shoppen in de buurt is dan in de koopgoot, wie wil er dan nog naar de koopgoot?”
Dus: zorg dat het leuker en prettiger shoppen in de buurt word. Hoe?
Zie: “investeren in de leefbaarheid van de wijk, dan volgen de ondernemingen vanzelf.”
Verder kun je ook wel bedenken dat de Gemeente, voor ze weer geld gaat steken in ondernemers, wel eens kan gaan vragen: wij willen jullie wel helpen, maar hoe gaan jullie ons dan helpen? Laat ze maar komen met hun plannen.
En als dat voor jou nog niet genoeg is Hilde: 1. ik ben het Orakel van Noord niet, en 2. waar ben jij dan eigenlijk mee bezig, behalve een idee voor verslechtering (zie rapport) bepleiten?
Overigens wel de vraag: wat voor zin heeft het om hier nu uren in te gaan steken, wanneer niets van wat ik aandraag beklijft?
Zoals ik al vroeg: welk onderzoek, en door wie waar hoe uitgevoerd. “Er was een onderzoek” zegt niets. Dat kan namelijk iedereen beweren.
Het is ook een drogredenering. Grootwinkelbedrijven trekken klanten die het liefst bij grootwinkelbedrijven kopen. En dus juist niet bij de kleintjes. Het is een sandwichformule die ook Hilversum gebruikt: zend een uurtje pulp uit, gevolgd door cultuur en dan weer een uurtje pulp, en het kijkvee kijkt dan stiekem toch naar de cultuur. Gebleken is dat het niet werkt.
Bovendien jagen de grootwinkelbedrijven over het algemeen de vastgoedprijzen op, waardoor het voor dekleintjes juist nóg moeilijker wordt het hoofd boven water te houden.
Overigens, de HEMA komt op de Zwart Janstraat en niet op het Zwaanshals. Het bestuur van de deelgemeente, in samenwerking met de betrokken corporaties, hebben goed naar het gebied gekeken en geconcludeerd dat de Zwaanshals goed kan werken als een winkelstraat met bijzonder aanbod, kleine winkeltjes. De Zwart Jan daarentegen is vele malen langer/groter en voorziet meer dan het Zwaanshals in de dagelijkse dingen. Er zijn groenteboeren en bakkers, drogisterijen en parfumerieën, je vindt er de Marskramer, D-Reizen, Hönkemuller en Van Haren. De Zwart Jan ís dus al een ‘keten straat’, gemixt met kleine ondernemers.
Het idee van de komst van de HEMA is juist dat alle winkels op de Zwart Jan baat hebben bij de voordelen die die winkel brengt. Er zijn trouwens nog andere werelden te winnen want de Zwart jan kent nog meer problemen. Zo zijn er erg weinig horeca-voorzieningen waardoor mensen er niet snel een dagje/middagje uit van maken, zijn er veel ernstig verpauperde panden, in het bezit van particulieren die niet willen of kunnen investeren in hun panden en staat zeker 70% van de woningen boven de winkels leeg.
@Sonja: Als je zo nieuwsgierig bent naar dat onderzoek zou ik je adviseren contact op te nemen met Ahmed Harika, de bestuurder. Hij kan het ongetwijfeld voor je opduikelen. Wil je dan aub tot die tijd je scepsis hierover bewaren? We gaan ervan uit dat de bestuurder ter goede trouw handelt en niet put uit twijfelachtige onderzoeken.
Tenslotte: het eeuwige teruggrijpen op ‘kunstenaars in een winkelpandje’. Die fase moeten we nu een beetje gehad hebben toch? Natuurlijk is het een leuk idee dat wanneer een woningcorporatie in een winkelstraat veel bezit heeft dat leegstaat ze sommige ruimtes tijdelijk aan kunstenaars of andere creatievelingen aanbieden, maar het is geen oplossing. Gebruik dat middel hier en daar maar gebruik je tijd als bedrijf liever nuttig om, zoals Havensteder dat heeft gedaan, iemand full-time in te zetten voor het aantrekken van nieuwe ondernemers. In het Zwaanshals heeft een jaar of anderhalf een straatmanager rondgelopen die zich actief bezig hield met het benaderen en faciliteren van ondernemers. Dat heeft geresulteerd in een prachtig resultaat. Nu nog doorpakken om de laatste stappen te zetten!
En bij deze een oproep aan alle lezers van dit magazine: Kom massaal shoppen in het Zwaanshals-gebied!
Ilana, Er wordt hier steeds geschermd met ‘een rapport’, als argument. Niet dat dat zo’n belangrijk rapport is want niemand weet welk rapport het is. Het kan nog steeds een HEMA-rapport zijn, wat mij betreft. Interesse in andere rapporten is er natuurlijk niet, zo blijkt hier, want men kan het blijkbaar niet aan om aan de eigen stellingen, gebaseerd op hocus pocus, nog maar te durven twijfelen. Dus vraag ik naar dat rapport. En na alles wat ik hier nu ingestoken heb krijg ik de opdracht om zelf achter dat rapport aan te gaan. Buitenaards.
Mijn “skepsis” is gebaseerd op de werkelijkheid. Lees even terug of zo, mocht het je interesseren.
Kunstenaars zijn geen “creatievelingen”, het is een serieuze beroepsgroep. Ik bespeur een zeker dedain.
Mooi argument: de Zwart Jan is toch al een ketenstraat dus kunnen we het beter maar helemaal verzieken. Normale mensen zouden zich afvragen: misschien ligt de leegstand wel aan die ketens. In ieder geval heb je een bewijs dat een keten meer of minder niets uitmaakt. behalve voor de vastgoedsector en de ketens zelf, natuurlijk.
Veel succes ermee jongens en meisjes, en ach, een buurtje meer of minder verzieken, wat maakt het uit nietwaar. Je hoeft er immers zelf niet te wonen?
Van ‘dedain’ geen sprake hoor, heb zelf aan de kunstacademie gestudeerd! Ik schreef: ‘Kunstenaars en andere creatievelingen (kunnen ook kleine ondernemingen in de creatieve sector zijn). Maar we moeten wel realistisch zijn. Al te lang worden kunstenaars gezien als dé oplossing voor een stapeling van economische problemen.
En voor jouw informatie, ik woon er zelf!