Op vrijdag bespreekt Vers Beton in deze commentaarrubriek het grote én het kleine nieuws van de stad. Uw Eerste Hulp bij de VRIJMIBO, dát zijn de Beste Stuurlui.
Spreek Nederlands als een baas
‘Hey Kil, kan jij hier wrokko voor hosselen? Nee, wij verkopen hier geen mosselen.’ De nieuwe campagne ‘Jouw Taal Zijn Taal’, geïnitieerd door de gemeente Rotterdam, windt er geen doekjes om. Op een poster hangt een vertegenwoordiger van de Rotterdamse jongerencultuur ongeïnteresseerd achteruit in een stoel. Aan de overzijde van het bureau een grijze, in pak gestoken potentiele werkgever. Zijn bureaustoel duidelijk een paar standjes hoger.
De campagne is gericht op jongeren die uitblinken in de vaak creatieve straattaal, maar Algemeen Nederlands amper machtig zijn. De boodschap van de campagne: met dat gekke taaltje gaat die meneer in pak jou never aannemen. Dus roept het stadhuis jongeren op hun kennis van de Nederlandse taal te testen en zo nodig te verbeteren. Voor de toekomst. Voor een nuttig en geïntegreerd bestaan.
Dat straattaal de aansluiting op de arbeidsmarkt niet bevorderd, is inderdaad een probleem. In een item van RTV Rijnmond geven jongeren zelf ook aan de Nederlandse taal niet machtig genoeg zijn. De verontrustende werkloosheidcijfers onder Rotterdamse jongeren illustreren dit.
Maar ondanks de goede bedoelingen, zullen jongeren door deze paternalistisch aanvoelende campagne alleen maar bevestigd worden in hun idee dat ze aan de verkeerde kant van de kloof staan. Laat ze maar eens zien dat ze met hun eigen taal in de echte wereld niet vooruit komen, moet men hebben gedacht. Het resultaat: een geforceerde en veroordelende poging de lastig te bereiken doelgroep te wijzen op hun taalachterstand.
Je hoeft geen bontkraagje te dragen om te begrijpen dat de doelgroep zich hierdoor niet massaal aanmeldt bij de cursus ‘Spreek Nederlands als een baas.’
door Fiona Fortuin
Illustratie: HetisRens
World Port: World City?
U moet weten: ik ben een chauvinist, zoals velen in deze stad. Wellicht kent u het gevoel en bent u ook een fervent Rotterdammer. De laatste tijd bekruipt mij echter toch enige vorm van nederigheid als het gaat om de marketing van onze stad.
Let maar eens op de manier waarop Rotterdam aan de buitenstaander onder de aandacht wordt gebracht: ‘World Port, World City’. Iedereen zal beamen dat, wanneer je de nieuwe Maas tot de zee volgt, er een haven van wereldformaat aan je voorbij glijdt. De vraag is echter of wij als aanhangsel van de haven dan ook direct een ‘World City’ zijn? En wat wordt er eigenlijk bedoeld met een ‘World City’?
Ik heb het geluk gehad om een aantal wereldsteden te zien en hoewel mijn Rotterdamse chauvinisme grenzeloos lijkt moet ik toch een pas op de plaats maken. Uiteraard is Rotterdam een leukere, mooiere en vooral potentierijkere stad dan een, ik noem maar wat, Londen. Maar Rotterdam een World City noemen, met nog (lang) geen miljoen inwoners en een groep vinexwonende forenzen, gaat mij te ver.
Zijn we dan werelds omdat we zo multicultureel zijn? De wereld in het klein? ‘Komt allen naar de Kruiskade, en beleef de World City!’. Ziet u het voor zich? Traagdraaiende attractiekarretjes op de tramrails en de tune van het carnaval festival (denk aan de Efteling) galmend door de straat. Eerst staan de mannen van het Kruisplein met rode neuzen op vrolijk te zwaaien, dan draait het karretje door naar de Chinezen aan de overkant, een Marrokaan hangt vrolijk uit zijn auto en bij BAR kunt u de zojuist genomen foto ophalen.
Rotterdam als de eeuwige havenstad; ‘we’ hebben nou eenmaal de grootste haven van Europa dus dat is wat we zijn. Een haven die we los van wat geforceerde verwijzingen nergens meer zien. Een haven die het inmiddels makkelijk zonder ons zou kunnen redden. Een haven die in niets meer bepaald hoe deze stad zich gedraagt. Niet voor niets zit er in de slogan tussen ‘World Port’ en ‘World City’ een door een komma gecreëerd gapend gat.
Is de tijd niet aangebroken om de machtige maar onzichtbare World Port van ons imago af te werpen en Rotterdam op een andere manier op de kaart te zetten? Want hoewel we minder zijn dan een World City zijn we meer dan alleen een haven!
door Bart van der Zande
Illegaal kappen
Ooit jezelf wel eens afgevraagd of er iemand op het dek van de Titanic stond die zag dat er een puntje boven de waterlijn uitstak en dacht: ‘hey wat gek, wat zou daar onderzitten?’
Die gedachte kwam op na het lezen van de antwoorden van het stadsbestuur op de vragen die raadslid Wubbo Tempel (CDA) over de hoogte van het tarief van de kapvergunning. Ook de antwoorden die Vers Beton kreeg van de woordvoerder van de wethouder van Wonen, Ruimtelijke Ordening & Vastgoed Hamit Karakus (PvdA) stelden niet gerust. Dat het tarief 738 euro moet kosten heeft te maken met de miljoenenverliezen op de afdeling die kap- en bouwvergunningen verstrekt, en die moeten mede door dat hoge tarief worden goed gemaakt.
Natuurlijk gaan Rotterdammers dat niet pikken. De vrees is nu dat er massaal illegaal gekapt gaat worden. Deze vrees wordt onder andere geuit door belangengroepering De Bomenridders die strijdt voor het in leven houden van onder andere eiken, beuken en berken. Dat de kans op illegaal kappen inderdaad groot is, blijkt uit discussies van spottende stadsgenoten op Facebook, Twitter en sites voor lokale nieuwtjes zoals Dichtbij.nl.
Afgezien van de onwenselijkheid van dit resultaat, levert beleid dat illegale kap veroorzaakt ook het geld niet op dat de gemeente nodig heeft om de gaten in haar begroting te dichten. Alleen om die reden al zou het bestuur er goed aan doen het tarief te verlagen. Maar in plaats daarvan blijft het notities de wereld in sturen met telkens andere berekeningen die zijn gemaakt door telkens andere ambtenaren.
De vraag is nu van welke ijsberg het tarief van de kapvergunning het topje is. Als het die van de stadsbegroting is, 3,5 miljard euro groot, dan belooft dat komende jaren niet veel goeds en zal er nog meer gesneden moeten worden in de uitgaven.
door Lucette Mascini
Nog geen reactie — begin de discussie!