Op vrijdag bespreekt Vers Beton in deze commentaarrubriek het grote én het kleine nieuws van de stad. Uw Eerste Hulp bij de Vrijmibo, dát zijn de Beste Stuurlui. De stuurlui willen deze week opeens een doodgewone skybar, roepen om een cross-over muziekwinkel die de nieuwe tijd overleeft en vragen zich af of Jan Smit als Rotterdammer de échte Rotterdammers zal gaan bekoren.
Gebrekkige hoogbouw
Getuige deze rubriek is er week in week uit een hoop te verbeteren in Rotterdam. Desalniettemin meende ik dat we in ieder geval op één vlak onze zaakjes op orde hebben: op het gebied van hoogbouw zijn we niet te verslaan. U voelt ‘m al aankomen, maar sinds vorige week ben ik weer een illusie armer.
‘Waarom hebben jullie in Rotterdam eigenlijk geen skybar?’, vroeg mijn zwager me onschuldig tussen het voor- en hoofdgerecht van een restaurant zonder uitzicht.
Goede vraag.
Er is natuurlijk de Euromast. Je hebt er een weergaloos uitzicht over de stad, maar hij is niet vrij toegankelijk en bovendien krijg ik altijd het gevoel dat ik me drie keer moet douchen voordat ik er niet meer uitzie als een toerist. Goed dat de Euromast er is, maar een skybar is het niet.
Indien goed uitgevoerd is de skybar zo’n plek met uitsluitend veel te dure cocktails, een overdaad aan skai en glim, een plek voorzien van eerder genoemd majestueus uitzicht over de stad, maar vooral: een plek die een net iets betere versie is van de wereld die je verliet toen de liftdeuren zich achter je sloten. Een plek kortom, waar je de stad kunt vieren.
In Rotterdam is er veel stad om te vieren, en veel torens om dat te faciliteren. Toch is het op de één of andere manier gelukt om bij zoveel hoogbouw geen enkele toren te voorzien van een skybar, wat mij betreft een prestatie op zich. Nu is leegstaande hoogbouw in Rotterdam tegenwoordig geen schaars goed meer dus horecaondernemers van Rotterdam, grijp uw kans en geef ons een skybar!
door Sereh Mandias
Ondernemende muziekliefhebbers verzamelen (met liefde voor porselein)
Een deel van mijn verzameling porselein heeft de plek ingenomen van de platenspeler die tot een half jaar geleden keurig op het kastje naast de televisie stond. Maar sinds het oppaskonijn een kabeltje doorbeet, staat hij te verstoffen op het aanrecht van mijn handige, maar luie broer. Toch wil ik nog geen nieuwe kopen. De platenspeler is een juweeltje uit vaders tijd, kraakhelder en hij past ook nog eens mooi bij de rest van het interieur. Dat is met de inmiddels naar het opberghok verhuisde foeilelijke cd’s wel even wat anders. Want iedereen weet, muziek is meer dan alleen muziek. Muziek is waar je in leeft.
Precies daarom heb ik weinig met Plato Rotterdam, de wat brave platenzaak op die verder door corpsballen en andere liefhebbers van Guus Meeuwis gedomineerde Meent. Toch doet het ook mij pijn te horen dat Rein de Mos, de huidige eigenaar van Plato, de zaak sluit. Vanwege een gehoorbeschadiging kan hij niet langer de zaak runnen. Maar, zegt hij, uiteraard spelen de ingestorte markt voor fysieke geluidsdragers en de zieke muziekcultuur in onze stad ook mee. Eén grote meelijkwekkende situatie dus. Toch?
Niet echt, zo blijkt na het lezen van het verhaal van Plato opperhoofd Dick van Dijk op 3VOOR12. We hoeven niet te vrezen voor de zoveelste dood van een platenzaak en daarmee een volgende dolk in onze toch al erbarmelijke muziekcultuur, zolang we maar een slim iemand vinden die Plato Rotterdam overneemt. Iemand die de zaak weghaalt van de Meent en neerzet op een plek waarmee je je identificeert als muziekliefhebber. Een plek waar het ritme van de muziek doordreunt in de boeken, de kunst, de koffie en het bier dat er wordt verkocht. Een plek dus waar muziek meer is dan alleen muziek. Dick heeft gelijk, verdikkeme. Het werkt blijkbaar in Deventer, dus waarom niet hier? Want iedereen weet ook, de platenzaken in onze stad- met Plato Rotterdam voorop- hadden zich uit overlevingsdrang best al eerder mogen aanpassen aan de nieuwe tijd waar crossovers tussen muziek en andere kunstvormen worden gemaakt. Er zijn al veel hotspots in deze soort te noemen die het goed doen. Sluit daarbij aan, Plato Rotterdam. Ik zal je zeker niet meer voorbij fietsen.
Om de boel een beetje op gang te helpen stel ik bij deze mijn verzameling porselein wel ter beschikking, voor de sfeer in de nieuwe zaak.
door Fiona Fortuin
Het bombardement(je)
14 mei 1940. Een dag die voor altijd definieert in wat voor stad we leven en wonen. Rotterdam ging van een bloeiende havenstad naar de stad zonder hart. Weemoedig werd er gezongen en gesproken over het oude Rotterdam, totdat een nieuwe generatie het nieuwe hart begon te herkennen. Toch bloeit elke Rotterdammer sinds die dag en jaren nog op bij het slaan van de heipalen en het aanzicht van kranen.
Het moge duidelijk zijn, het bombardement is onlosmakelijk met Rotterdam verbonden. Het is dan ook groot nieuws dat Fu Works en Ate de Jong bereid zijn hier een film over te maken! Niet zomaar een film, nee een epische verfilming die onderdeel zal worden van het canon van de Nederlandse geschiedenis. De producenten zijn zo gedreven om eindelijk eens een eerbetoon aan Rotterdam te kunnen brengen dat zij €200.000 eigen geld investeren. Hoewel de mannen sterk geloven in hun eigen oprechtheid, geloven Rotterdamse bedrijven en de gemeente niet zo in die vriendelijkheid. Dat viel Ate de Jong wel een beetje tegen, willen die Rotterdammers dan niet dat hij een film over dat stadje maakt? Maar natuurlijk, het is een stad van het volk, we vragen het de ‘gewone Rotterdammer’, makkelijk te herkennen aan de opgerolde mouwen. Dus werd er gecrowdfund; de Maas(/Rijn)stadbewoner kan dan mooi meebetalen, het liefst rond de €60.000. Na meer dan een jaar blijken de 700.000 Rotterdammers er echter niet veel oren naar te hebben. Er werd nog geen €15.000 opgehaald.
Dan lijkt er niets anders op te zitten dan uit eigen zak de debuterende ‘acteur’, Jan Smit te betalen en het epische wat terug te schroeven naar persiflage. Om de likeability ook met goedkope kwaliteit hoog te houden is de overtuigd Volendammer in de film een niet-Rotterdamse Bep van Klaveren look-a-like met een duckface en wordt de immer weemoedige Gerard Cox ingevlogen voor de lokale geloofwaardigheid.
Voor een eerbetoon aan Rotterdam heb je geen bombardement nodig, maar gevoel bij het onderwerp, zo bewijst de schitterende film ‘de Marathon‘. Een eerbetoon aan het bombardement zelf vergt véél meer dan een vlotte babbel, Gerard Cox en een C&A model . Hopelijk bewijzen ze mijn ongelijk, want vanaf 20 december kunnen we de film gaan zien.
door Bart van der Zande
Al 2 reacties — discussieer mee!
Ter aanvulling: http://omroep.vara.nl/media/198797. Jan gefeliciteerd met je platina plaat!
Er zit een soort van Skybar in de Millenniumtoren (Manhattan Hotel) maar niet zo hoog. Ook is er natuurlijk het dakterras van Engels, maar die is niet vaak open alleen bij mooi weer. Ooit was er ook een skybar bovenin het WTC. Nu is die alleen nog als zaaltje te huur.
Een skybar is vaak moeilijk te runnen. Je mist een stuk herkenbaarheid omdat je niet in het zicht aan de straat zit. Daarom zijn veel skybars mislukt. Ook in andere hoogbouwsteden zie je ze niet veel. Omdat een skybar ook een eigen lift moet hebben (je wilt niet dat aangeschoten mensen uit de bar door een gebouw gaan zwerven na de borrel) is het ook gewoon erg duur.
Maar onmogelijk is het zeker niet. In Den Haag is er nu een skybar in Het Strijkijzer naast HS. Wel met betaalde entree maar zeker een bezoek waard, en met helder weer ook zicht op de Rotterdamse skyline.
Er waren overigens serieuze plannen voor een skybar en uitkijkplatform bovenop de 187 meter hoge Zalmhaventoren. Maar die staat helaas voorlopig in een vrieskist te wachten op betere tijden…