Vers Beton bespreekt Nieuwe Rotterdamse Magazines
Goed nieuws voor wie nog zachtjes schreit om het vertrek van de Nieuwe Rotterdamsche Courant naar Nultwintig. Droog gerust uw tranen. Want Rotterdam is sinds een half jaar twee nieuwe tijdschriften rijker: Zo Zuid en Gers! Wat zijn het voor bladen? Wat voegen ze toe? En wat is goed en wat kan beter? Journalist en bladenmaker Sjoerd Wielenga nam de bladen door.
Gers! is een gers blad. Al was het alleen al vanwege de naam. In de jaren tachtig gebruikte ik ‘gers’ als Rotterdams voor tof, gaaf en cool. De creatievelingen Arjen van Riel, Wouter van Lieburg en Edwin Veekens maakten een prachtig blad met lezenswaardige artikelen. Ook Zo Zuid is een positief blad. De slogan ‘Al het goede van de linkeroever’ maakt direct al duidelijk dat dit blad geen ruimte biedt aan achterstandswijken, armoede en ander ellendige Zuid-verhalen. De makers, de journalisten Evelien Baks en Ellen Scholtens, willen aandacht voor het hippe Zuid of ‘Nieuw Zuid’, zoals zij het noemen.
3 x Wat is goed?
1De bladen hebben genoeg leesvoer: Gers! telt 114 pagina’s en Zo Zuid 64 pagina’s. In Gers!: van een kennismaking met de nieuwe eigenaar van ‘het oudste café van Rotterdam’ (Melief Bender) tot een aankondiging van een stadsexpositie (De Kracht van Rotterdam). En van een interview met dj Lucien Foort tot een vraaggesprek met de Rotterdamse band The Kik (bekend als huisband van DWDD). En wie dacht dat op Zuid alleen nog boeren wonen heeft het mis. Ook PvdA-politica Nehabat Albayrak blijkt er te wonen, lezen we in een Zo Zuid-interview met haar. Ook in Zo Zuid: veel aandacht voor leuke eettentjes. Zoals de ‘hippe kantine voor de moderne dokker’ op de RDM Campus. Mooie foto’s, leuk verhaal erbij. Je krijgt direct zin om erheen te gaan.
Zo Zuid is van beide bladen het meest veelzijdig in genres. Niet alleen de gebruikelijke interviews en informatieve artikelen. Nee, ook een ‘tosti test’. En een serie, verspreid door het blad, waarin diverse (vooral hoogopgeleide?) mensen vertellen met plezier op de linker Maasoever te wonen of te werken. En een reportage (op ‘het schuitje’ de SS Rotterdam). En recepten. En een foto-pagina ‘vintage’ met een kort interviewtje van een bezoeker van het Metropolis Festival.
2 De tones of voice van Gers! en Zo Zuid zijn positief, enthousiast en soms humoristisch. De makers steken hun cityproud niet onder stoelen of banken. Geen zurig toontje dus. En – geheel tegen Rotterdamse gewoonte in – geen eindeloos gemopper op de stad. Maar dit überenthousiame heeft ook een nadeel. Zie ‘Wat kan beter?’.
3 Van beide bladen is vooral Gers! prachtig vormgegeven. Het blad is een echte glossy, inclusief het chique ruggetje. De grafisch ontwerper heeft prachtig werk geleverd. Doordat het blad veel lucht (wit) heeft, leest het rustig. De bladspiegel maakt een gestileerde indruk. Verfijnd zijn de details, zoals de icoontjes die boven elk artikel staan. Zo staat boven een artikel over de bakkerij-winkel Koekela een pictogram van een muffin. En bij een stuk over de stadsboerderij ‘Uit je eigen stad’ staat een icoon van een wortel. Ander leuk detail: de paginanummers zijn uitgeschreven. Dus: ‘eenenveertig’ en ‘honderddertien’ in plaats van ’41’ en ‘113’. Verder is er ruimte voor mooi beeld: grote foto’s, soms spread-vullend (twee pagina’s naast elkaar).
3 x Wat kan beter?
1 De bladen kunnen van elkaar leren als ze willen verbeteren. Waar Zo Zuid een mooie mix heeft van genres, kan dat bij Gers! beter. Waarom geen recensies, reportages en meer dan één column? En waar Gers! een prachtige opmaak heeft, oogt Zo Zuid wat rommelig. Als lezer ben je soms de weg kwijt in het blad. Hoewel de fotografie en het ontwerp professioneel zijn, is het soms goed zoeken tussen de rubrieken, advertenties en de redactionele artikelen. Het onderscheid tussen die laatste twee is – qua lay-out – soms lastig te maken.
2 Als je niet beter zou weten, zou je denken dat Gers! en Zo Zuid een uitgave van Rotterdam Marketing zijn: bedoeld om de stad in een goed daglicht te zetten. Want eerlijk is eerlijk: hoe mooi, leuk en sympathiek de bladen ook overkomen, uiteindelijk zijn Gers! en Zo Zuid toch kritiekloze glossy’s. Het alleen maar benadrukken van hoe tof, gaaf en gers Rotterdam wel niet is, wordt op den duur een beetje vermoeiend. Ja, ik snap dat dit voortkomt uit liefde voor de stad. Maar wie echt van z’n liefje houdt, durft ook kritisch te zijn. Onder de verstikkende mantel der liefde kunnen dingen rotten, broeien en gaan stinken. Gers! laat enkel op pagina negenenveertig een kritisch geluid over de stad horen (actrice Jacqueline Blom over kortzichtige bezuinigingen in de culturele sector).
Enkele voorbeelden van het knap staaltje citymarketing? In Gers! een verhaal over het IFFR, het filmfestival alhier, heeft alleen al als kop ‘Artistiek en zakelijk aan de top’. Eerste zin: ‘Het IFFR is van onschatbare waarde voor de stad’.
Ook in Gers! een interview met (jawel) de directeur van Rotterdam Marketing. Hij krijgt uitgebreid de kans om de stad te promoten en al het goede van Rotterdam te ventileren. Geen enkel kritisch geluid over bijvoorbeeld de ingezakte muzieksector, achterstandswijken of criminaliteit. Meneer de citymarketeer hoeft de stad niet ordinair af te zeiken. Maar de auteur van het artikel (wie is dat trouwens? Waarom wordt dat nergens genoemd?) laat de beste man nu wel erg makkelijk reclame maken met slogans als: ‘Denk eens aan onze kunst! We barsten van de kunst.’ En: ‘Onze stad heeft bovendien voor elk wat wils en is heel vernieuwend.’ Of neem deze: ‘We krijgen altijd veel opmerkingen over veiligheid, terwijl we echt wel een veilige stad zijn.’
Ook in Zo Zuid geen spoor van kritiek op Zuid. Logisch, als je al het goede van de linkeroever wilt showen. Maar om nu net te doen alsof Zuid het walhalla is… Dat is ongeloofwaardig. Je hoeft er maar rond te lopen en je merkt dat het goed zoeken is naar de hippe lifestyle die Zo Zuid presenteert.
Als beide bladen dan toch bewust kiezen voor positief en feel good (ze hoeven natuurlijk geen kritische, journalistieke bladen te zijn…), dan nog zijn ook hoopvolle verhalen over de rafelkanten van de stad een mogelijkheid. Een portret van die enthousiaste vrijwilliger bij De Voedselbank bijvoorbeeld of de leukste Opzoomerstraten van de stad. Er gebeurt genoeg moois in de stad – juist ook op vrijwilligersgebied.
Zo Zuid doet dat overigens wel mooi op pagina 50: een interview met kickboksers die samen met het RO Theater een theatervoorstelling maakten. ‘Ik had het verkeerde pad op kunnen gaan, maar heb mijn energie omgebogen naar iets positiefs, sport.’’ Kijk, dat is Zuid. Mooi verhaal. Graag meer hiervan!
3 In Gers! staat op pagina 43 (vooruit, drieënveertig) een onduidelijk verhaal met de weinig teasende kop: ‘Strategische plekken voor kunst in de haven en de stad’. Het lijkt een kop boven een ambtelijk stuk. Het artikel is geschreven door een zekere Hans Citroen. Ligt het aan mij dat ik hem niet ken? Citroen schrijft een essay over kunst in de stad. Maar zijn verhaal wordt niet goed ingeleid. Hij schrijft in de ik-vorm, maar pas helemaal aan het einde weten we wie het stuk geschreven heeft. Er staan foto’s bij het stuk, maar zonder onderschrift, zodat de context volledig ontbreekt. Onder het stuk staat: ‘(tot en met 9 december bij LP2 te zien)’. Afgezien van het ontbreken van de juiste interpuncties, is het mij niet duidelijk wat er te zien is. En wat LP2 überhaupt is. En waar ik dat dan kan vinden – mocht ik er al heen willen.
En bij Zo Zuid nog even over de slogan ‘Al het goede van de linkeroever’. In het hoofdredactioneel schrijven Baks en Scholtens ter introductie dat Zuid zich ‘nu al kan meten met andere beroemde linkeroevers. Het is tijd dat de Maas als centrum van de stad gezien gaat worden. Net als de Thames in Londen, de Seine in Parijs. Met het mooie Oud-Charlois als ons eigen Quartier Latin’. Is dit een hele dikke vette knipoog, zoals iemand op Twitter al hoopte? Is dit ironie? Of menen de redacteuren het echt dat Zuid zich kan meten met Rive Gauche in Parijs?
Conclusie: Gers! en Zo Zuid zijn met liefde en Rotterdam-trots gemaakte bladen die het waard zijn om gelezen en bekeken te worden. De winst daarvan is dat we op een andere manier naar de stad gaan kijken. Niet alleen als een criminele, onveilige en tochtige stad. Wel mogen er meer kritische en meer rauwe en rafelige verhalen in. Want, om met Jules Deelder te spreken, Rotterdam ‘is niet mooier dan het is. (…) Rotterdam is niet te filmen. Rotterdam is veels te echt.’
Het eerste nummer van Zo Zuid is voor de introductieprijs van 3 euro te koop in verschillende boekhandels en bij de adverteerders. Gers! ligt op meerdere punten in de stad en is gratis mee te nemen.
Al 5 reacties — discussieer mee!
Geweldig! Vlot artikel, goede punten, mooie balans tussen goede en slechte punten van de besproken bladen. Goed, ik ben zelf ook betrokken bij een (hier niet besproken) magazine, dus het is vakdeformatie, maar dit zijn de analyses waar ik blij van word.
Gers zag ik zelf bij Uit je eigen stad liggen, en ik dacht echt dat het gewoon één grote advertorial was. There is no light without darkness, beste makers, en al helemaal niet in Rotterdam.
Ik heb beide bladen nog niet gelezen dus eigenlijk geen recht van spreken. Was inderdaad een beetje bang voor te veel citymarketing, niet onterecht dus. Een blad over Zuid zou wat mij betreft het ‘oude’ en ‘nieuwe’ zuid mogen verbinden met elkaar, ook het oude zuid heeft mooie, interessante verhalen in zich!
Maar, eerst maar eens beide bladen lezen.. 🙂
Ik ken de bladen niet, terwijl ik toch een ongelofelijke nieuwsgierigheid heb naar Rotterdam en wat er in Rotterdam gebeurd. Leuk artikel! En dan nu op zoek naar Zo Zuid.
Ik vind de naam ‘Gers’ wel grappig gevonden, mijn ma zegt het nog wel eens, maar die zei tot voor kort ook nog ‘Raider’ in plaats van ‘Twix’ 🙂
Anderzijds laat zo’n positieve titel blijkbaar weinig ruimte voor kritiek.
Wel grappig dat beide glossy zo grossieren in positiviteit, als ik kritiekloos zo mag bestempelen. Zou daar meer achter zitten? Gemeente of woningbouwcorporaties? Of dhr. Pastors als directeur van het Nationaal Programma Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid?
Stond er niets in het colofon over wie de drukker/opdrachtgever is?