Op donderdag 24 januari opende de Amsterdamse stadsambassade in de Dépendance in het Schieblock. Geheel in stijl voor deze gelegenheid vroeg Vers Beton aan een Amsterdammer om verslag te doen.
Ik hou van uitwisselingen. Hoe meer, hoe beter. Een standpunt kan je immers pas bepalen als je bereid bent in de schoenen van de ander te staan. Als import-Amsterdammer ben ik altijd geïntrigeerd geweest door de spanning tussen Amsterdam en Rotterdam. Waarom bestaat die eigenlijk en hoe lang hou je dat vol? Fascinerend hoe een spelletje als voetbal en een groep hooligans daarbij de boventoon voert. Wat als je brood en spelen even laat voor wat ze werkelijk zijn? Wat als we het echt willen hebben over de dingen die burgers in beide steden raken?
Een Rotterdamse of Amsterdamse stadsambassade is dan helemaal niet zo een gek idee. Daarom ging ik graag mee met de Amsterdamse delegatie van ambassadeurs. Rotterdam is dichtbij en toch anders. Doel van het schoolreisje met de bus van Pakhuis de Zwijger naar de Dépendance in Rotterdam is de opening van de Amsterdamse Stadsambassade te Rotterdam.
Wat meteen opvalt bij aankomst is de vlag boven de deur, de groene kleur van Rotterdam en de zwarte sint-andrieskruisen van Amsterdam staan erop. Een geslaagde mix als je samenwerking wil verbeelden.
Waar het initiatief van de stadsambassades precies vandaan komt en wie er echt achter zit, daar kom je bij deze officiële opening niet helemaal achter. De meegereisde ambtenaren en wethouders wisselen in een lichtvoetig sfeertje onderling vlaggen en speldjes uit. Tijdens de speeches, zit een clubje van circa 200 Rotterdamse en Amsterdamse ambassadeurs aan bij een lekkere maaltijd. Rotterdammers krijgen tijdens de maaltijd door Pakhuis de Zwijger een fietsbel aangeboden met “I Amsterdam” erop. De aanwezige Amsterdammers willen die ook, maar krijgen die deze keer niet. Het gaat tenslotte om de vriendschap en dan is geven belangrijk.
Dit doet me denken aan een huwelijksfeest tussen twee steden. Lekker non-chalant eten, niet teveel poespas. Snel serveren, snel eten en dan met zijn allen het inhoudelijke programma in. Zou dat aanpakken dan toch echt Rotterdams zijn? We lopen over een gecrowdsourcete brug, gemaakt van hout, die de verschillende delen van de wijk met elkaar verbindt. We lopen naar het Shellgebouw, waar de inhoud en daarna de borrel op ons wacht.
Een kundige vastgoeddichter, een paar hotshots van woningcorporaties en de Amsterdamse wethouder van stedelijke vernieuwing vertellen hun verhaal. Een mix van entertainment en educatie. Het gaat over leegstand en oplossingen voor de woningbouwcrisis. Het inhoudelijke programma is te uitgebreid opgezet. Stuk voor stuk zijn het zeer interessante sprekers. Maar zijn ze wel voor de juiste gelegenheid uitgenodigd? Moeten we het niet hebben over wat we gaan doen met zo’n stadsambassade? Hier zit toch een zaal vol met bruisende Rotterdammers en Amsterdammers die van elkaar willen leren? Het hoge zendgehalte van het programma maakt deze avond enigzins zonde van de verzamelde energie.
De tijd voor de borrel is door het lange debatprogramma te kort. Voor echte ontmoetingen tussen de meegereisde Amsterdammers en de Rotterdammers is veel te weinig tijd. Kom je toch weer terecht bij de zin en onzin van ambassades. Gaat zo’n stadsambassade om het bijeenbrengen van de ideeën van de toplaag van beide steden of gaat het om de ontmoetingen van burgers onderling? De borrel is hap-slok-weg. Op de valreep, met de jas in de hand, nog een paar leuke mensen van Vers Beton uit Rotterdam ontmoet.
De bus terug naar Amsterdam wacht beneden. De Rotterdamse buschauffeur, die ons zal terugbrengen, is niet erg geduldig. Hij laat ons groepje staan en rijdt weg. Een telefoontje naar een passagier in de bus en…oef… de bus komt terug. In de bus op de terugreis van Rotterdam naar Amsterdam zingt een medereiziger uit volle borst hoe mooi het is om een Amsterdammer te zijn. Met een geheel nieuw en actueel couplet. Slaan deze nieuwe woorden opeens ook op Rotterdam? Op dezelfde melodie als Wim Sonneveld. Cultuur in het algemeen (dus ook stedelijke cultuur) kan en mag je uitbreiden.
Noot: De Stadsambassade is een initiatief van de Dépendance (ZUS architecten) en Pakhuis de Zwijger. Op 21 februari vindt de allereerste Rotterdam talkshow plaats in Amsterdam.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 9 reacties — discussieer mee!
Hier valt een hele grote les uit te leren: ambassadeur zijn is dus niet het samenbrengen van zenders / toplagen. Daar is de politiek voor. Het samenbrengen van de stedelingen, dat zou het doel moeten zijn.
Deed mij denken aan de regel van de dichter Kavafis over Ithaca: “Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka, wens dat de weg dan lang mag zijn,”.
Overigens heb ik niet zoveel met deze stedelijke rivaliteit, net als meen ik de meeste Rotterdammers. Echter als onze gasten uit Amsterdam zijn gedwongen om onze nieuwste houten loopbrug te beklimmen om bij het evenement te komen en hen vervolgens is wijs gemaakt dat deze is “gecrowdsourcet”, dan moet ik wel even gniffelen.
Bedankt voor de mooie dichterlijke quote van Kavafis. Leuke brug ook. Maar dus niet gecrowdsourcet blijkbaar.
“Moeten we het niet hebben over wat we gaan doen met zo’n stadsambassade? Hier zit toch een zaal vol met bruisende Rotterdammers en Amsterdammers die van elkaar willen leren? Het hoge zendgehalte van het programma maakt deze avond enigzins zonde van de verzamelde energie.”
Hear hear. Waarom ging het over woningcorporaties? Het ontging me volledig.
(maar hee, de drank en het eten waren gratis (én dat laatste echt superlekker), dus echt hard klagen zal ik niet)
Sturen we namens Rotterdam nou meteen weer Ted Langenbach en dan ook nog Aziz Yagoub naar Amsterdam? Zucht. Ben benieuwd wat we ervoor terug krijgen.
In 010 zeggen we toch ‘het is de reis _die_ telt’. 😉
Haha, dus toch, ik ging al aan mezelf twijfelen…
check.
Stukkie bargoens, niets mis mee 🙂