Speeltuinen gaan er vanaf 31 maart anders uitzien, want op die datum krijgen veel professionele beheerders hun ontslag. Betekent dat een onvermijdelijke sluiting van de tuinen? Welnee, stelt Maarten van de Donk. Naast fractievoorzitter van de VVD Rotterdam is hij vader van 2 kinderen, en hij gelooft er heilig in dat er voldoende vrijwilligers zijn die in dit gat willen springen.
Tot op heden heb ik de keuze om niets te doen. Als ouder van kinderen van 4 en 6 weet ik dat er in Rotterdam goede speeltuinen zijn. Plekken waar ze kunnen rennen, op klimrekken klimmen (en er veilig afvallen), of rommelen met zand en water. Voor de meeste van die speeltuinen hoef ik niets te doen of te betalen. Ik kan er gewoon naar toe gaan, en klaar.
Luxe en gemak wennen alleen snel, en degenen die er mee verwend worden staan er niet bij stil hoeveel werk er verzet wordt. Bij speeltuinen gaat er bijvoorbeeld een wereld van vrijwillige speeltuinbesturen en professionele beheerders achter schuil. Voor de onwetende buitenstaander zijn daarom de geldstromen van gemeente en deelgemeenten onzichtbaar.
Vanaf 31 maart zal alleen een groot deel van de professionele beheerders van de speeltuinen verdwijnen. Dan houden in Rotterdam namelijk de regelingen op die in de jaren ‘’90 (onder de namen Id-baan en Melkertbaan) werden ingevoerd om langdurig werklozen aan een baan te helpen. Landelijk is men hier allang mee gestopt, en hadden bestuurders in economisch betere tijden nog de keuze om mensen een gewoon dienstverband te geven of de functies op te heffen.
Het ontslag brengt natuurlijk de nodige beroering met zich mee. Voor de betrokkenen komt het uiteraard hard aan, en is het meer dan begrijpelijk dat zij zich zorgen maken over de toekomst. Voor de speeltuinen betekent het dat de routine wordt doorbroken. Er zal op een andere manier gekeken moeten worden hoe deze draaiend gehouden kan worden. Een aantal pessimisten in de stad stelt dat het verdwijnen van de beroepskrachten sluiting van speeltuinen betekent. Deze doemdenkers zijn te vinden bij een aantal partijen in de raad (met name GroenLinks en SP), maar ook daarbuiten. Het onlangs opgezette initiatief ‘Red de speeltuinen’ is hier een voorbeeld van.
Als VVD-er en Rotterdamse vader ben ik niettemin veel optimistischer gestemd. Laten we ten eerste vaststellen dat speeltuinen tot de jaren ’90 altijd door vrijwilligers gerund werden. Sterker nog: toen de eerste plannen kwamen om mensen een baan in de speeltuin te geven om hen zo weer te laten wennen aan het arbeidsproces, was hier protest tegen. Het is dan ook een groot compliment voor deze betaalde medewerkers en de mensen die hen al die jaren ondersteund hebben dat de stemming met de jaren zo is omgeslagen dat zij nu als onmisbaar worden gezien. Maar maakt hen dat onvervangbaar door vrijwilligers? Nee. In de deelgemeente IJsselmonde wordt inmiddels een aantal speeltuinen weer door vrijwilligers gerund, en dat gaat prima.
Ten tweede zijn er volgens mij voldoende vrijwilligers te vinden, ook al zegt ‘Red de Speeltuinen’ het tegenovergestelde. Ik weiger dat te geloven. Dat het de afgelopen jaren geen storm loopt met nieuwe vrijwilligers komt mede doordat er geen probleem was. Als je als ouder in de nieuwe situatie de keus krijgt tussen een paar middagen per jaar op de speeltuin meedraaien of sluiting hiervan, dan kan ik me niet voorstellen dat mensen daar hun neus voor ophalen. Want waarom zou je dat niet doen, terwijl je bijvoorbeeld bij een tennisvereniging (waar je al contributie voor betaalt) wel zonder morren een paar bardiensten per jaar draait? Aangezien het gros van de Rotterdamse ouders (maar ook de grootouders) er prima in slagen om hun (klein)kinderen op te voeden, hoeven we bovendien heus geen kwaliteitsverlies te verwachten.
Het vervelende aan de huidige gang van zaken is dat 31 maart al snel nadert. Om een goede overgang naar vrijwilligers mogelijk te maken moet er nu actie ondernomen worden, en dat is eigenlijk al aan de late kant. Bovendien is er in de raad nog steeds geen definitief ei gelegd over de situatie, waardoor de huidige werknemers valse moed houden en het doel zijn van de huidige actiegroepen.
De Rotterdamse ouders – de vrijwilligers per 1 april dus – weten daarentegen nog van niets, en mensen die van niets weten, nemen ook niets over. Het is nu daarom de hoogste tijd om collectief een beroep te doen op ouders en andere potentiële vrijwilligers om de speeltuinen mee open te houden. Ook ligt er een taak voor de gemeente en de deelgemeenten om de speeltuinen waar nodig te ondersteunen bij de overgang van professionele naar vrijwillige bezetting. Bij verantwoordelijkheden teruggeven hoort immers ook de zorg dat de speeltuinen deze kunnen oppakken.
Hoewel ik normaal geen voorstander ben van dit soort grappen, zou ik willen eindigen met de oproep: laat die publiekscampagne maar komen!
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 14 reacties — discussieer mee!
Beste Maarten van de Donk. Als je commentaar geeft op het bewonersinitiatief “Red de Speeltuinen”, dan moet je wel je huiswerk goed doen! Red de Speeltuinen vind het belachelijk dat er dit jaar weer 2,5 miljoen in een Stadsinitiatief wordt gestoken terwijl speeltuinen in zwaar weer terechtkomen doordat er van allerlei kanten op hen wordt bezuinigd, waaronder op ID-banen. Dat de heer van de Donk dit denkt op te lossen door meer vrijwilligers in te zetten, dan is hij er ten eerste rijkelijk laat mee en ten tweede wordt door de heer van de Donk vrijwilligerswerk ineens weggezet als een verplichting van de ouders om de speeltuinen open te houden zodat hun kinderen daar kunnen blijven spelen.
De vergelijking met een tennisvereniging, waar men vrijwillig bardiensten zou draaien, geeft temeer aan dat de heer van De Donk geen man van de straat is en zijn artikel in een heerlijk verwarmd kantoor heeft zitten tikken zonder zich echt te verdiepen welk een effect dat zal hebben per 1 april 2013.
Het zijn dit soort reacties die mij mijn VVD stembiljet doen verscheuren en bij het oude vuil gooien. Wat een hautaine regent zeg. Ik zie onze Maarten echt al elk weekend als vrijwilliger opdraven, not! We kunnen net als vorig jaar beter geld uitgeven aan luchtkastelen (oh sorry luchtbruggen) van miljoenen euros (staat tie er al trouwens?). Maar ja meneertje VVD trekt natuurlijk gewoon elk weekend de knip en neemt de kinderen mee naar Drievliet, Efteling en noem maar op, daar waar de gemiddelde (misschien tegenwoordig wel meer dan gemiddelde) Rotterdammer die keuze niet eens heeft en zijn of haar kinderen zijn aangewezen op de speeltuinen, terwijl zijzelf het hoofd boven water proberen te houden met twee of drie partime baantjes… Overigens zijn de reacties van de PVDA over dezelfde kam te scheren hoor, daar waar ZIJ de beslissing hebben genomen om de ID’ers en WIW’ers de laan uit te sturen omdat hun wethouder Schrijer niet kon rekenen, lopen zij nu ach en wee te klagen en zich schijnheilig achter het reddespeeltuinen initiatief te scharen, hoe krom is dat. De briljante oplossing van de uit Friesland geïmporteerde Florijn is ook te zot voor woorden. Bijstandgerechtigden moeten minimaal 20 uur per week gaan werken. Dus we sturen eerst werkenden naar huis met de boodschap (aan de WIW’ers) dat zij GEEN vrijwilligerswerk mogen doen, en vervolgens kan je als vereniging of stichting wel een ongemotiveerde en gedwongen vrijwilliger krijgen. Tja nogmaals hoe krom is dat? We weten allemaal dat het stadsinitiatief een zoethoudertje van de PVDA was voor de bedenker D66, om tot een coalitie te kunnen komen op het stadhuis. Maar goed zoals het opperhoofd van deze partij al gelukzalig riep “Nivelleren is een feest”, dus wellicht kan onze Maarten samen met de andere piepeltjes op het stadhuis de knip trekken en de speeltuinen redden?
Beste Pim, je hebt een nogal opvallend gebrek aan vertrouwen in het zelforganiserende vermogen van de burger en wellicht daarmee ook in jezelf. Daarnaast is het nogal kinderachtig om van iemand die naar mijn mening een optimistisch en realistisch betoog houdt een stereotype te maken.
Wat je wel terecht aangeeft is dat bij hetgeen waar de overheid zich mee bemoeid de kans op mislukking redelijk nadrukkelijk aanwezig is. Dat is nu net de kern van het betoog van Maarten van de Donk; minder overheidsbemoeienis, sterkere samenleving.
Bram van Hemmen (CDA) heeft in zijn voorlaatste baan als dagelijks bestuurder in IJsselmonde bewezen dat iets dergelijks uitstekend te organiseren valt.
Daarnaast meen ik te weten dat er slechts weinig raadsleden zijn die zich op politiek vlak zo hard inzetten als van der Donk voor de vrijwilligers in deze stad.
De vraag in hoeverre de rol van sociale professionals opgevangen kan worden door de inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers en de eigen verantwoordelijkheid van ouders, bestaat uit twee delen. En dit speelt – vermoedelijk – met name in sociaal problematischer buurten, zoals – daar istie weer – in (delen van) Delfshaven.
Ten eerste is de rol die dit soort professionals spelen wellicht groter dan gedacht. Daarvoor verwijs ik even naar de rol van Meester Ruud op het Bospolderplein (zie het gerelateerde artikel).
Ten tweede: hoe haalbaar is deze vorm van zelforganisatie? Even terug naar het Delfshavense Bospolderplein: uit de Sociale Index 2012 blijkt dat ‘meedoen’ een ‘kwetsbaar aspect’ is in Bospolder, dat ‘capaciteiten, leefomgeving en sociale binding’ ‘problematisch’ zijn. En, ik citeer even Justus Uitermark, ‘zelforganisatie is problematisch als middel om sociale problemen op te lossen, want waar sociale problemen bestaan is de capaciteit tot zelforganisatie in de regel juist zwak ontwikkeld’.
Meer lezen?
Sociale index: http://www.cos.nl/sigt/SocialeIndex2012.pdf
Essay Uitermark: http://www.rli.nl/sites/default/files/u21/rli005-1_wtk_essays_toekomst_van_de_stad_def.pdf
Er loopt een onderzoek van de UvA: http://www.uva.nl/nieuws-agenda/nieuws/uva-nieuws/content2/2012/03/liever-vrijwilligers-dan-professionals.html
Eerst en vooral vind ik het jammer dat de schrijver hier de stortvloed aan klachten krijgt terwijl in deze beleid wordt uitgevoerd dat democratisch tot stand is gekomen.
Nu over de inhoud. We kunnen niet verwachten dat onze verzorgingsstaat oneindig in leven wordt gehouden. Tot de jaren 90 waren we prima in staat zaken zelf te regelen als speeltuin, waarom nu niet? Ik vind het vanzelfsprekend voor ouders om iets terug te doen voor de gemeenschap en de leefomgeving van een kind. Echt een zwaktebod om die verantwoording altijd bij de overheid te leggen. Een beter milieu begint bij … Juist!
Overigens ben ik ervan overtuigd dat de heer van den Donk zijn steentje bijdraagt. Als raadslid en fractievoorzitter doet hij dat en ik kan me niet voorstellen dat hij dit niet doet in zijn leefomgeving. Heeft de fractie van GL en die van de SP zich al gemeld bij de speeltuinen? Of houden zij het bij blaten in de raad?
Burger anticipatie kent zijn grenzen. Als een van de tweeverdieners van ons gezinnetje, zie ik mijn vrije uurtjes niet spenderen buitenproportioneel op een speelveldje. Zeker niet bij een aantal speelveldjes in de buurt (Delfshaven), waar je als ouder eerder agent dan opvoeder moet spelen. Daarin is een professionals zoals Meester Ruud veel beter aangezien hij de aanwezigen allemaal kent en eerder tot order kan roepen. Dan gaan we nog eens voorbij aan het feit, dat kinderen meestal binnen kantooruren op z’n veldje aanwezig zijn, wanneer papa en mama nog braaf aan het werk zijn. Dus dit verhaal mag naar het land der fabelen gestuurd worden…..
beetje late reactie misschien maar ik ben al jaren vrijwilliger op een speeltuin mede doordat ik gewoon medisch afgekeurd ben, wat het belangrijkste is vergeten we hier gewoon, de vaste krachten die in dienst zijn/waren werken er via een betrouwbare instantie die mensen ook begeleiden en cursussen aanbied, met vrijwilligers moet je zelf maar uitzoeken of ze wel geschikt zijn om met kinderen te werken en ook betrouwbaar zijn. Je kunt als bestuur van een speeltuin alleen maar vragen of ze een bewijs van goed gedrag willen overleggen, verder zijn er inderdaad wel vrijwilligers te vinden maar want er melden zich ook wel een paar keer per jaar mensen aan maar die zijn dan ook ineens na een paar keer komen weer verdwenen omdat ze het toch niet zo leuk vinden als ze dachten dat het zou zijn, dit is ook voor de kinderen niet goed die hebben liever iemand die ze goed leren kennen en waar ze vertrouwd mee raken, zo komen we ook dingen te weten van kinderen die ze niet zomaar aan iedereen zullen vertellen, onze vaste medewerker werkt al meer dan 10 jaar op onze speeltuin en de kinderen zijn gek op hem, hij is streng maar rechtvaardig en dat is ook iets wat de kinderen waarderen ze weten met hem waar ze aan toe zijn. Dus leuk dat er mensen zijn als Maarten van Donk die de oplossing zien in vrijwilligers maar ik wil wel eens zien hoe hij er over denk als zijn kinderen alleen naar de speeltuin moeten en er iedere keer andere mensen ziet rondlopen ipv de herkenbare vaste medewerker.
Ik ben blij voor de speeltuin in de provenierswijk, de eerste nieuwe vrijwilliger heeft zich gemeld: Maarten van den Donk!
Hear, hear 🙂 Die man zal ongetwijfeld dubbele diensten gaan draaien om eventuele gaten te vullen.
‘zelforganisatie is problematisch als middel om sociale problemen op te lossen, want waar sociale problemen bestaan is de capaciteit tot zelforganisatie in de regel juist zwak ontwikkeld’.
Of de prikkel is onvoldoende.
Ik als inwoner van IJsselmonde weet heel goed het zelfregulerend vermogen van de bevolking, maar helaas ook de wederkerende onwil van de ambetnarij om in eigen vlees te snijden. Met andere woorden we gaan door op dezelfde weg, verhogen de lasten (voor hen die het nog WEL kunnen betalen) en spenderen veel subsidiegelden aan de “usual suspects”, daar waar burgerinitiatieven worden genegeerd. Jazeker ook in het IJsselmonde onder Bram van Hemmen en zijn opvolger. Benieuwd wat het allemaal wordt in 2014 als de gekozen volksvertegenwoordigers worden ingeruild voor een nog ambetlijker apparaat (die geen verantwoording alflegt aan de lokale bevolking), wat dat betreft was onze Bram net op tijd weg, nu maar hopen dat zijn burgermeesterschap niet sneuvelt op die 60.000 inwoners. Misschien heb je het gedeelte over de WIW’ers en ID’ers ook niet helemaal begrepen, want deze mensen worden voor nagenoeg hetzelfde geld naar huis gestuurd MET de boodschap dat zij GEEN vrijwilligerswerk mogen doen, terwijl de mensen die al jaren in de uitkeringssfeer ineens 20 uur moeten gaan werken van Florijn. Deze volgens jouw zo hardwerkende en goedbedoelende bestuurders worden nu geconfronteerd met de onmogelijkheid van hun eigen beslissingen en wentelen de impact daarvan af op de bevolking, en als die protesteert dan hebben zij het dus zelf gedaan. Ik heb het volste vertrouwen in de activiteiten van vele bewoners hier in IJsselmonde die elke dag weer belangenloos klaar staan voor mensen, zoals bijvoorbeeld de Stichting Met Zuid, die 65 tot 150 gezinnen aan de onderkant van de de maatschappij bedient met vers fruit, groenten en ander voedsel, EN dat allemaal zonder subsidie, maar met medewerking van andere burgers die toevallig bij een supermarkt of veiling werken. Deze gezinnen, vaak in de schuldsanering, zijn door de in ambtelijke regels vervallen voedselbanken (weer zo’n voorbeeld wat fout gaat als de overheid zich er mee bemoeid) laten vallen (het minimum voor de voeselbank is een paar euro lager dan dat mensen vanuit de schuldsanering ontvangen (nog zo’n voorbeeld van goed op elkaar afgestemde regelgeving) en moeten zich maar zien te redden. Zoals ook de verzorgingsstaat eens ophoudt, zo zal de inzet van burgers ook een keer eindigen. Geld uitgeven aan megalomane projecten als de stadsbrug en stadstuinen. Maar ik begrijp uit je reactie dat jij wel nog een baan hebt en jezelf geen zorgen hoeft te maken, ik ben ook in die gelukkige omstandigheid, maar ik kan me gelukkig nog wel zorgen maken om de medemens en hier actief een rol in spelen. Ook de argumentatie door Linda hieronder snijd vele malen meer hout dan een argument dat de verzorgingsstaat niet eindeloos kan doorgaan.
Deze bestuurder krijgt de stortvloed over zich heen, omdat hij als democratisch gekozen coalitiepartner medeverantwoordelijk is voor het hier onder vuur zijnde beleid! Of mogen we onze “hadrwerkende” bestuurders niet meer aanspreken over de gevolgen van het door hen gevoerde beleid?
Er is een zeker verschil tussen een raadslid en een bestuurder, beste Pim. Eveneens heb ik geen weet van ‘democratisch gekozen coalitiepartners’ al vind ik het een mooie vondst.
Bestuurders mogen altijd aangesproken worden op de verantwoordelijkheid die zij dragen voor het door hen uitgevoerde beleid.
Wat ik in dit stuk mis is een onderbouwing. Dat een politicus optimistisch is, gun ik hem of haar van harte, wil dit optimisme aanstekelijk zijn dan zal het betoog moeten worden onderbouwd. Zonder een onderbouwing rijst het vermoeden bij de kritische danwel cynische of ronduit skeptische lezer dat er sprake is van een rationalisering van een bezuinigingsmaatregel met een sausje liberalisme (eigen verantwoordelijkheid) en een portie nostalgie naar een tijd dat we allemaal zelf op onze kroost pasten op de speelplaats.
Dat speelplaatsen niet opeens zullen imploderen als de overheid wegtrekt is aannemelijk. Maar dat is alleen maar een carricaturale weergave van het tegenargument. Wat misschien wel aannemelijk is, is dat in de zwakkere wijken het niveau van de kinderspeelplaats zal verslechteren. Het lijkt mij de taak van de overheid om dit scenario te onderzoeken en een afweging te maken. Deze afweging kan betekenen dat je zegt dat je de verslechtering accepteert ter wille van de bezuiniging. Die keuze zou ik betreuren, maar er is tenminste een debat over te voeren. Over een geconstrueerd verleden en een geïdealiseerd mensbeeld wordt dat lastiger.
Mijn vermoeden dat er een verslechtering zou plaatsvinden kan ik ook baseren mijn eigen ervaringen. Ik ben namelijk één van die mensen die met enige intervallen zich inzet voor zijn straat en buurt, en ja ook op de speelplaats heb ik weleens als vrijwilliger meegeholpen en dit ook nog eens in één van de achterstandswijken (kan ik trouwens een ieder aanraden). Dus wie weet heb ik weleens op de twee kinderen gepast van de heer Van de Donk, al vermoed ik dat wij niet dezelfde speelplaats delen.
Wat valt er dan op: 1. dat er betrekkelijk weinig vrijwilligers zijn, er is een soort van harde kern van mensen die je altijd tegenkomt; 2. het verloop is groot, mensen raken gedesillusioneerd omdat het tastbaar resultaat van hun inzet vaak tegenvalt; 3. de rol van overheid danwel semi-overheid in het ondersteunen van de vrijwilligers. Het laatste is met name opvallend als contrast tegen het zelfredzaamheid betoog. Zoals ik het heb ervaren is het voor het slagen van vrijwilligersprojecten namelijk zeer belangrijk dat er ondersteuning is vanuit de overheid danwel semi-overheid, met het laatste bedoel ik bijvoorbeeld de woningcorporaties die in met name zwakkere buurten dominant zijn. Mijn vermoeden is dan ook dat als je de mensen op de speelplaats weg bezuinigd, je meer mensen nodig hebt in bijvoorbeeld opbouwwerk of deelgemeente die zich ontfermen over de vrijwilligers. Nu is het toeval of niet, maar in de deelgemeente Delfshaven wordt juist nu opnieuw welzijnswerk aanbesteed, wat voor mij als buitenstaander opnieuw klinkt als een nieuwe bezuinigingsronde.
Tenslotte. Burgers waren tot nu toe ook vrij om zich te organiseren en zich in te zetten in hun straat of op de speelplaats. Waarop is het beeld dan gebaseerd dat als de overheid wegtrekt mensen opeens wel actief worden als vrijwilliger. Natuurlijk zou ik blij zijn met een spontaan herontdekt communautair gevoel, en dit in het bijzonder bij liberalen, maar ik zie er nog niet de tekenen van.