Succesondernemer Van der Most gaat voor actie op Zuid zorgen

Rotterdam Zuid lijkt niet uit het nieuws te slaan. Het wemelt van de impulsen op Zuid, de één wat realistischer dan de ander. Het meest opmerkelijke bericht was misschien wel dat de eigenzinnige ondernemer Hennie van der Most de oude afvalverwerkingsfabriek van architect Maarten Struijs aan de Brielselaan wil omtoveren tot een heus pretpark. Fiona Fortuin belde voor Vers Beton met de succesondernemer.
Hennie van der Most, bekend van het televisieprogramma Operatie van der Most, is ervaringsexpert op het gebied van ogenschijnlijk nutteloze oude panden. Rotterdam vroeg de succesondernemer zijn licht te laten schijnen op onvoorziene mogelijkheden. Het resultaat: Speelstad Rotterdam. In 2014 moet uit de as van de oude afvalverwerkingsfabriek in Charlois een echt entertainmentparadijs verrijzen. Vers Beton belde met de ondernemende redder des vaderlands en leerde dat het gevecht met de crisis, als het aan Van der Most ligt, zonder omhaal van woorden gewonnen moet worden.

Van der Most, begonnen als krullenraper in een houtfabriek, is zo’n succesondernemer die weet wat hard werken is en zijn Quote 500 notering bij elkaar schraapte door zich bezig te houden met plannen waar veel projectontwikkelende en scherpgeklede collega’s hun neus voor ophalen. Een voormalig ziekenhuis, een oude meelfabriek, een vergeten watertoren en een overleden kerncentrale: Van der Most lijkt resoluut voor de weg van de meeste weerstand te kiezen en doet niet mee aan in lucratieve visioenen gehulde prestigeprojecten. In de pers, door omwonenden en de gemeente wordt zijn nieuwste project in Rotterdam-Zuid met gejuich begroet. Rotterdam is blij met de man die de kolossale afvalverwerkingsplaats nieuw leven weet in te blazen.In crisistijd. Op Zuid.
De gemeente Rotterdam vroeg u te komen kijken naar leegstaande panden en uw visie op leegstand te delen. Waarom?
“Dat doe ik bij veel gemeenten. Wel vrijblijvend. Ik bouw veel fabrieken om, dat is me dus niet vreemd. De gemeente wilde daarom van mij weten wat ze er in Rotterdam mee kunnen. Ik kan zeggen ‘daar kun je iets mee, daar kun je niets mee’.
Want dat weet de gemeente zelf niet?
“Nou, bijvoorbeeld de ontvangsthal bij die boten (de Cruise Terminal, FF) waar maar eens in de dertig dagen een schip aanmeert. Die staat maar leeg, dus daar moet iets mee gebeuren. Maar er moet wel ruimte blijven voor die duizend mensen als er weer een schip komt. Dus daar kun je niet iets permanents in zetten, maar de ruimte is wel te gebruiken voor congressen. Een plek voor meerdere partijen dus. Bij de Maassilo zijn we ook geweest. Dat is wel een goed concept.”
Daarvan zegt u: niets meer aan doen?
“Nou dat moet nog wel een beetje opgeknapt worden. Het is een rommeltje. Maar het concept met de kleine bedrijven en de grote disco, dat is wel goed.”
Hoe bent u bij de afvalfabriek terechtgekomen?
“We reden er langs. De wethouder (Hamit Karakus, PvdA, FF) zei dat het gesloopt zou worden en er een heel nieuw plan voor was. Goh, wat zonde van het gebouw, zei ik. Dus zijn we omgekeerd om te gaan kijken. Zo is van het een het ander gekomen.”
Wat trekt u aan in Rotterdam?
“Ik heb nooit specifiek in Rotterdam naar een locatie gezocht, maar ik kwam hier wel af en toe. Ik heb een boot, dus ik vaar nog wel eens rond. Als ik er was, zag ik altijd wel een stad met kansen. Het is wat dat betreft echt een rijke stad. Hier kun je bouwen.”
U wordt als redder van Zuid beschouwd, met het pretpark als geschenk voor het stadsdeel. Hoe ziet u dit zelf?
(lacht) “Dat zou mooi wezen, maar dat moet je met elkaar doen. Maar het is zeker goed dat er weer leven komt. Nu komt er een bedrijf bij, dus meer werkgelegenheid. Actie dus. Daar knapt een buurt van op. Maar het belangrijkste is dat de buurt trots wordt op het pretpark. Daar ga ik aan werken. Snap je?”
Hoe heeft u de omgeving van de afvalfabriek leren kennen?
“Ik zag wel iets van achterstand, maar niet veel hoor.”
En de stad, nu er vaker komt?
“Het is een enorm bruisende stad. Hier in het noorden is het een stuk rustiger. Ik ben van Slagharen verhuisd naar Deventer. Dat is meer een kruideniersstad. Rotterdam is super. Daar kun je ondernemen, daar hou ik van. Dat is mijn lust en mijn leven.”
Als u zoveel energie van de stad krijgt, waarom verhuist u dan niet hier naartoe?
“Wie weet. Ik zie het wel. Het zou zomaar kunnen. Waar ik nu woon geldt ‘doe maar normaal dan doe je al gek genoeg’, in Rotterdam is het ‘niet lullen maar poetsen’. Dat is vrijwel hetzelfde he?”