Ga naar de inhoud

De Beste Stuurlui: trots, absurdisme en een heuse zoo-run

Deze week richten we het woord tweemaal tot burgemeester Ahmed Aboutaleb. Of hij zich alstublieft een echte burgervader wil tonen en trots wil vieren waar dat hoort. En of hij en passant even een absurdistisch raadsel weet op te lossen. Tot slot weten De Beste Stuurlui, vindingrijk als zij zijn, Olli-van-Blijdorp aan de crisis op Cyprus te verbinden.

Trots!

Hoogedelgestrenge Ahmed Aboutaleb,
Het gaat goed met Rotterdam. Neemt u het maar aan van iemand die regelmatig in de kroeg zit: er wordt weer gelachen. Ruim tien jaar nadat Pim Fortuyn het multiculturele droombeeld lek prikte krijgt de Turk die de kroeg komt binnenlopen van de barman nog steeds een ‘Hey, pleuristurk’ naar z’n hoofd. Maar met een ‘Hey, kankermongool’ wordt die opmerking direct teruggekaatst, waarna twee paar pretogen elkaar de handen schudden en een biertje drinken. Ondertussen begint de stad ook fysiek steeds meer zijn definitieve vorm aan te nemen. Om Wilfried de Jong te parafraseren: we zijn er nog niet, maar we beginnen er wel steeds meer op te lijken. Het is lente in de stad.
De rest van Nederland heeft dat nog niet zo door. Daar is Rotterdam nog steeds een harteloze bouwput vol moslims en racisten. Uw grootste uitdaging is de komende jaren dan ook om dat beeld bij te stellen. Jonge mensen moeten weten dat in Rotterdam zowel de fysieke als de mentale ruimte nog bestaat om een droom na te jagen. Ze moeten weten dat wij de lekkerste roti’s en kapsalons hebben. Nederland moet gewoon weer weten dat Rotterdam een stad is om trots op te zijn.
Om die boodschap te verspreiden krijgt u binnenkort, als alles mee zit, een gouden visitekaartje in de schoot geworpen: het kampioenschap van Feyenoord. Tot in de verste uithoeken van Veendam zal Nederland weten dat Rotterdam de beste is, dat we een stad zijn waar gewonnen wordt. Geloof me, ook in bestuurskamers lult het een stuk makkelijker met een kampioenschap op zak. Nederland overtuigen dat Rotterdam een stad is om trots op te zijn wordt zo voor u een invuloefening.
Daarom moet een kampioenschap van Feyenoord gevierd worden op de Coolsingel. Daar moet de trotse aanvoerder van Feyenoord de zilveren schaal tonen aan een uitbundige stad. Daar moet u symboliseren dat de stad ook trots is op hén. Daar moet u, de ambtsketting fier om de hals, de trappen van het stadhuis bestijgen en de spelers, de club en de stad huldigen. Trots laat zich niet beleven op een weggemoffeld parkeerterrein. Trots vier je in het hart van je stad.
Hoogachtend,
Ties Joosten

Illustratie 'de beste stuurlui' door Koen Harmsma
Illustratie ‘De beste stuurlui’

Road to nowhere (een vraag in drie bedrijven)

I: U kent hem misschien wel – David Byrne. Opgeleid aan de legendarische Rhode Island School of Design in Providence als kunstenaar en wereldberoemd geworden als frontman van de grote Talking Heads in New York. Het predicaat baanbrekend wordt vaak misbruikt, maar in het geval van the heads is het niet misplaatst. Hun unieke mix van pop, (Afrikaanse) ritmes, stadsneurose en absurdisme heeft school gemaakt. Zonder hen geen Arcade Fire, geen Radiohead zelfs – zij-van-Oxford leenden hun naam van een songtitel van Byrne cum suis.
Één van mijn favoriete songs van de groep is “Road to Nowhere” – een prachtig amalgaam van gospel en frisse, tegendraadse ritmes. Met een juweel van een tekst – specialiteit van het huis – die de absurditeit en de onmogelijkheid van de ‘Westerse droom’ in het hemd zet. Over dit lied dadelijk meer (Voor wie het niet kent, ga er naar op zoek, en rap een beetje. U zult niet bedrogen uitkomen).
II: U kent haar misschien wel – een lieve vrouw van ergens achter-in-de-dertig die soms op RTV Rijnmond op een scooter voorbij komt zetten om ons, Rotterdammers, iets over opgebroken wegen te vertellen. Dat zijn er nogal wat in onze stad, en dus is het best een goede zaak dat de gemeente hiervoor zendtijd bij Rijnmond koopt. Dat het programma (‘Wegwerken’) gebracht wordt zonder dat feit expliciet te vermelden is weer een ander dingetje, maar daar dient deze kattenbel niet voor. Het is mij om het volgende te doen. De uitzendingen (van vijf minuten) sluiten steevast af met de presentatrice die de pleiterik maakt op haar scooter waarna we David Byrne horen zingen: ‘We’re on a road to no-wheeeeere’.
III: Que? Snapt de gemeente wel dat dit een heel vreemde combinatie is? Heeft iemand bij RTV Rijnmond of de gemeente wel eens naar de songtekst geluisterd? Snappen zij het begrip Road to nowhere? Of moet ik het letterlijk nemen – en impliceert de gemeente Rotterdam dat al die wegwerken eigenlijk helemaal geen doel hebben, en tot niets zullen leiden? Een soort perpetuum mobile van werkgelegenheid en ergernis. Of is de gemeente Rotterdam stiekem een grote bewonderaar van Talking Heads en hebben al die opgebroken wegen tot doel de stad in één groot Absurdistan te veranderen?
Ahmed, ik snap het niet meer. Start making sense!
Vincent Cardinaal

De Goede Week

Ieder jaar tijdens de Goede Week drijven mijn gedachten af naar het Grote Lijden. Ik denk dan aan de jaarlijks terugkerende bloederige rituelen van de zelfkastijding op de Filippijnen, de gruwelijke details van het passieverhaal en de overtreffende trap: de gang naar de IKEA op Tweede paasdag. Waar een klein volk groot in kan zijn.
Wetenschappers kunnen tot dusver slechts speculeren over het waarom van deze wonderlijke gedemocratiseerde vorm van verveling. Onderzoek wijst immers uit dat de helft van de bezoekers op de meubelboulevard niet is gekomen om iets te kopen. Een bezoek aan een meubelwarenhuis is een (gezins)uitje geworden. Een gegeven zo treurig dat het meest standvastige blije ei er jeuk van krijgt. Veel mensen kunnen dan niet anders dan vloeken op deze treurige meute. Tokkies, plebs, paupers. Hoe treurig ook, dat is zo onverdiend. Maar goed, dit soort constateringen passen in de categorie klein bier, so what? Moeten we ons niet concentreren op het echte kwaad in de wereld?
Op witte donderdag kopte Rijnmond-nieuws “Diergaarde bereidt zich voor op Olli-stormloop”. Voor de duidelijkheid: ‘Olli’ slaat hier niet op Eurocommissaris Olli Rehn (die weer een geschikte vakantiebestemming kan afstrepen van zijn lijstje). Op dezelfde dag dat er in Cyprus gevreesd werd voor een bank-run, bereidt de Diergaarde zich voor op een zoo-run. Terwijl de Cyprioot het bedrag van €300 per dag mag opnemen, mag de Rotterdammer slechts 4 (vier!) Olli’s kopen per persoon. De rij stond tot voorbij de spoortunnel maar de oefening in soberheid verliep (net zoals in Cyprus) rustig. President Nicos Anastasiades prees de Cypriotische bevolking voor de rust en kalmte die het bewaard had. Ik kan me voorstellen dat Aboutaleb morgen hetzelfde doet voor de Rotterdamse bevolking. Het zijn dit soort momenten waarin Rotterdam zich verbonden kan voelen met globale ontwikkelingen. Een moment dat de Rotterdammers zich met gepaste trots op de borst kan kloppen en zeggen: “Ja, ook ik ben een Cyprioot”. En op deze unieke momenten van lotsverbondenheid dan dringt de conclusie zich levensgroot aan je op: de tijd rijp is voor een hulpactie voor Sylvie en Rafael van der Vaart.
Chris van der Meulen

Gerelateerde inhoud

Steun onafhankelijke journalistiek

Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.

Misschien vind je dit ook interessant

De Stadsagenda

De leukste vacatures in en om Rotterdam