Rotterdam is niet alleen een stad van denkers, maar ook van doeners. In veel Rotterdamse buurten en wijken starten ondernemers en zelfstandigen, dwars tegen de crisis in. Wie zijn ze, en wat maken ze? De makers van Rotterdam #3: Jeanne van Heeswijk, beeldend kunstenaar en voorzitter van stichting Freehouse, die afgelopen vrijdag het ‘Wijkwaardenhuis’ opende in deelgemeente Feijenoord op de Pretorialaan. Over het snijvlak van creativiteit en ondernemen.
Wie is Jeanne van Heeswijk?
‘Ik ben een beeldend kunstenaar en werk voornamelijk in de openbare ruimte. Ik wil nieuwe verbeelding toevoegen aan de plek. Ervoor zorgen dat mensen hun woonomgeving zelf gaan vormgeven. Dat doe ik niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.’
Wereldwijd? In Rotterdam ben je relatief onbekend.
‘Onder veel Rotterdammers is de werknaam van mijn kunstprojecten vaak bekender dan mijn eigen naam. Dat geldt ook voor Stichting Freehouse, die kennen meer mensen dan dat ze mij kennen. Dat vind ik goed. Ik hoef geen star-artist te zijn.’
Wat doet Freehouse?
‘Freehouse heeft op Zuid verschillende wat wij noemen ‘coöperatieven’ opgestart. Denk aan het Wijkatelier, de Wijkkeuken en de Markt van Morgen. Dit zijn initiatieven in de Afrikaanderwijk die de buurt een stukje beter willen maken door mensen te betrekken. Er zijn bijna zestig mensen bij ons aangesloten, als ZZP-er, of als vrijwilliger in opleiding. Dit zijn mensen uit de buurt en van buiten Feijenoord.’
Waarom van buiten Feijenoord?
‘Ik geloof in collectief leren. Naar elkaar luisteren. Wij koppelen kracht uit de wijk aan experts buiten de wijk. Experts in de wijk kennen de plek en bezitten vaak een ambacht. Die koppelen wij aan iemand met een goed ondernemingsplan, of een ontwerper bijvoorbeeld. Het is goed om je best practices uit te wisselen.’
‘Je ziet mooie dingen gebeuren. Zo is ons wijkatelier ingeschakeld door Kunsthal om een jurk naar ontwerp van Jean Paul Gaultier in elkaar te zetten. In Kunsthal zelf, om te laten zien hoeveel werk hierin zit. Drie vrouwen doen dit, een Turkse, een Marokkaanse en een Russische. Die vrouwen stellen hun talenten tentoon, ze zijn een tentoonstelling op zich. Vier jaar geleden zaten ze het liefst achterin in het atelier, nu zijn ze trots en treden ze op de voorgrond. Er zit zo veel kwaliteit in de wijk. Freehouse geeft mensen een duwtje in de goede richting.’
Als je nieuwe initiatieven start, concurreer je dan niet huidige ondernemers weg?
‘Nee. Wat wij doen, zijn nieuwe diensten die nog niet in de wijk aanwezig zijn initieren. Het voegt kwaliteit toe. Het zorgt ervoor dat andere ondernemers ook meer gaan nadenken over hun product. Het maakt de wijk levendiger. Andere ondernemers kunnen zich aansluiten. We zijn een coöperatief bedrijf.’
Het nieuwste initiatief van stichting Freehouse is ‘Het Wijkwaardenhuis’. Het is gevestigd in het gemaal op Pretorialaan 141, waar o.a. Kosmopolis en Tent wisselend tentoonstellingen hielden, maar nu zijn wegbezuinigd. Het is heringericht en opgeknapt, waarvoor een samenwerking is aangegaan met een collectief uit Parijs, ‘Exyzt‘ en het Rotterdamse collectief De Bende. De grijs met gele inrichting wordt gedomineerd door een enorme stellage met vakjes, waarin producten uit de wijk worden geëtaleerd. Om de stellage staan tafels met stoelen, waar je koffie kan drinken.
Waarom is Freehouse het Wijkwaardenhuis gestart?
‘Toen deze plek leeg kwam te staan, bedachten wij ons dat de plek zo snel mogelijk weer opgevuld moest worden. Discussie is hier heel belangrijk. Het Wijkwaardenhuis is eigenlijk de etalage van de wijk. Via presentaties en demonstraties laten ondernemers uit de Afrikaanderwijk hun beste product zien. Dat product kun je ook hier kopen. En deze plek biedt een platform voor discussie over wat de wijk nodig heeft. De inrichting van de buurt, ondernemen, opvoeden.’
‘Je komt erachter dat er allemaal bijzondere dingen gebeuren hier op Zuid. De eigenaar van dierenwinkel ‘Discus’ bijvoorbeeld, hij geeft hier op Zuid gratis knaagdieren weg, aan kinderen die het niet kunnen betalen. Dit in ruil voor de jonkies van die beesten. Dat vertelt hij dan aan andere ondernemers, die gaan ook nadenken over hun ondernemingsplan. Mooi vind ik dat.’
Hoe zorg je ervoor dat de aanloop goed blijft?
‘Deze locatie heeft altijd weinig publiek getrokken, we zijn ons ervan bewust dat dit een lastige plek is. Het pand heeft een beetje een privé-uitstraling, niet in de laatste plaats vanwege de hekken die er omheen zijn geplaatst. We hopen door iedere dag een programma te organiseren met groepen uit het gebied, er veel mensen blijven komen.’
Wat voor groepen?
‘Groepen uit de buurt. Stichting Afri bijvoorbeeld, organiseert een waardencafé, waarin jongeren iets zullen pitchen wat zij van waarde vinden. Een expert geeft daar advies over. Ook zijn er bijvoorbeeld theemomenten waarin verschillende groepen praten over opvoeding. Allerlei verschillende groepen gaan de ruimte gebruiken. Op voorwaarde dat hun programma openbaar is. Iedereen moet kunnen aanschuiven.’
We worden opgeschrikt door een hogedrukspuit die op het raam wordt gericht. ‘Ja hoor, kom maar!’, roept Van Heeswijk. De hoogblonde vrouw die de spuit bedient gaat breed lachend te werk en spuit het niet heel vieze raam nog schoner. Het blijkt iemand uit de buurt te zijn die heeft aangeboden ons te helpen vandaag. Jeanne: ‘Zij had vroeger hier een café op Zuid. Misschien dat zij ons daarin gaat helpen, daar hebben we morgen een gesprek over.’
Wanneer is een model succesvol volgens jou?
‘Als dingen zelfstandig worden, een eigen leven gaan leiden.’
Zonder subsidie?
‘Soms heb je het nodig voor een plan om een nieuw idee aan te jagen, maar daarna moeten dingen wel zelfstandig kunnen draaien.’
‘Die subsidiediscussie vind ik vaak zo onzinnig. Een kunstenaar die zijn werk verkoopt aan een gesubsidieerd museum, krijgt indirect subsidiegeld. En een hoogleraar die staat te verkondigen dat minder subsidies verstrekt moeten worden, wordt uiteindelijk ook betaald van gemeenschapsgeld. Het is maar hoe je het ziet. Ook wat betreft deze ruimte. Vestia zoekt een nieuwe huurder, wij zitten er dus voorlopig maar zes maanden in. Misschien ook langer. Dan komen er opeens mensen langs die gaan zeuren dat het er te mooi uitziet. Alsof het dan opeens armoedig moet. We praten al met investeerders voor de langere termijn. We bouwen een coöperatief verband, dat is niet alleen aan een plek gebonden. Misschien kunnen we op een gegeven moment naar een vaste plek verhuizen. Dit is een test-site.’
Ben je dan niet eigenlijk een welzijnswerker in plaats van kunstenaar?
‘Ik zie mezelf in de eerste plaats als beeldend kunstenaar.’
Leg je ondernemers geen kunst op?
‘Ik geloof niet in kunst met bewoners ofzo. Maar ik geloof wel dat er in iedereen iets creatiefs zit, ook op het gebied van ondernemerschap. Dat willen we aanjagen, zodat de wijk levendiger en dus mooier wordt. Ik denk dat het extreem belangrijk is om vorm te kunnen geven aan de plek waar je woont. Dat is een voorwaarde om burger te kunnen zijn. Je moet mede-eigenaar zijn van je omgeving.’
Wil iedereen in de wijk dat?
‘Veel mensen blijken het in ieder geval te willen, want veel mensen doen mee. Mensen moeten wel de mogelijkheid krijgen om iets op te bouwen, op welke manier dan ook. Iedereen heeft recht op de stad.’
Op de huidige manier hebben mensen minder recht op de stad?
‘Ja, omdat mensen te weinig worden uitgedaagd om zelf vorm te geven aan hun wijk. We moeten in debat en aan het werk. Zeker nu, nu bijna alle culturele initiatieven wegbezuinigd zijn op Zuid, is het noodzakelijk om cultuur te blijven presenteren. Alsof cultuur niet belangrijk is hier, alsof het iets elitairs is.’
Hoe betalen jullie het eigenlijk?
‘Verschillende organisaties, zoals Stichting Doen, steunen ons. Er zit niet veel geld in. Zo is het pand aan ons ter beschikking gesteld en hebben we een verdienmodel door de catering en verkoop van producten. En we verdienen hier allemaal hetzelfde. Van schoonmaker tot kunstenaar, iedereen krijgt een stukje van de koek.’
Dat klinkt een beetje communistisch.
‘Nee, dat is niet per se communistisch. Laatst was ik in Belgie en toen zei iemand “Maar allez, wanneer het een beetje beter wordt verdeeld hoeft het toch niet meteen communistisch te zijn.” Dat vond ik treffend omschreven. Zeker in economische zware tijden moeten we gewoon op zoek naar alternatieven. Andere, eerlijkere en kleinschaligere manieren om geld te verdienen.’
Krijg je daarmee wel een goede art-director op bijvoorbeeld het Wijkwaardenhuis? Hoe bewaak je kwaliteit?
‘Ja. Op dit project zitten de jongens van Exyzt. Zij werken ook voor de Olympische Spelen, dat is wereldtop. Ik zoek een passie en betrokkenheid. En verder, ik ben een believer, ik geloof dat creativiteit in ons allemaal zit. Dan moet je er gewoon voor zorgen dat je goede krachten slim combineert.’
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Nog geen reactie — begin de discussie!