Daan Zandbelt zocht en vond Chicago terug in Rotterdam. De Nieuwe Binnenweg is een spannende buurt vol tegenstellingen, maar wel eentje die een flinke metamorfose heeft ondergaan. Is de Binnenweg een nette dorpsstraat geworden, of zien we hier stadsontwikkeling anno nu? Evolutie in plaats van revolutie, en met respect voor wat er al is.
Eigenlijk is Rotterdam voor mij een surrogaat. Een substituut voor een nostalgische herinnering. Eind jaren negentig woonde ik in Goldcoast, een buurtje in Chicago waar ik toen studeerde. Die buurt, die stad hadden echt alles. Zo divers en vol contrasten. De Windy City bood een schaakbord(patroon) van compleet verschillende buurten en ervaringen. Vanuit mijn studio was het maar een blok of vier naar Lake Michigan, een zoetwaterversie van de Méditerranée. Precies daar, onderaan de indrukwekkende Hancock Tower, lag een strandje. Een paar blokken de andere kant op bevond zich Cabrini Green, een beruchte buurt met sociale woningbouwflats in een desolate omgeving. Socioloog Richard Sennett groeide er op. Volgens geruchten sliepen mensen er in hun badkuip om kogels van bendeoorlogen te ontwijken. Richting downtown kwam je eerst door een yuppenbuurt vol unieke boetiekjes, galeries en bagelbars. De boekhandel om de hoek was tot laat geopend en fungeerde als mijn bibliotheek. Om te eten had ik, per fiets of metro, de volledige wereldkeuken tot mijn beschikking.
Terug uit Chicago zocht ik al gauw een vergelijkbare omgeving in Nederland. Onmogelijk natuurlijk, maar de Nieuwe Binnenweg kwam in de buurt. Al lopend richting een feestje liep ik de hele straat af. Van boekhandel Donner tot het einde bij historisch Delfshaven. Op mijn wandeling zag ik een enorme stedelijke diversiteit en grote contrasten die me deden denken aan Goldcoast. Een paar maanden later vond ik er een woning. Nu, ruim tien jaar later, woon ik nog steeds op een steenworp van de as van West, al ben ik enkele keren verhuisd. De lokale AH is de meest stedelijke plek die ik ken. Je komt er iedereen tegen, van alle soorten en maten. De eerste preventieve fouilleeractie vond live in het achtuurjournaal plaats voor mijn deur op de Binnenweg. De straat leek uiteindelijk alleen nog te bestaan uit kappers en belwinkels. Auto’s maakten er een racebaan van. Allemaal spannend en onvoorspelbaar, maar iets te veel van het goede.
Zoals iedereen heeft kunnen zien heeft de notoire straat inmiddels een metamorfose ondergaan. Publieke en private partijen hebben samen met een stevige EU-subsidie de neergaande spiraal gekeerd. Ferrie Weeda schreef er op deze website al eerder lovend over. In samenwerking met de grootste vastgoedeigenaren werd de twee kilometer lange straat ingedeeld naar een aantal thematische zones. Er is een ‘culinaire zone’, een ‘leefzone’ en een deel dat de ‘avontuurlijke wereld’ heet, dat getuigt van het roemruchte verleden. Dit heeft geleid tot een reorganistie van winkels. Op veel etalages hangen briefjes zoals ‘we zijn verhuisd naar de overkant’. Er zijn tientallen nieuwe zaken. Gouwe ouwe vernieuwen zich.
Echt onrotterdams: de metamorfose is precies en met respect voor wat er al is. Geen enkele functie is elders uit de stad weggekaapt om zich op de Binnenweg te vestigen. Zoals de Kop van Zuid en Central District steeds worden gevuld. Heel West heeft door deze ontwikkeling een positieve impuls gekregen. Gezinnen blijven langer in de stad wonen en op zaterdag zie je dat de provincie de nieuwe winkelstraat ook ontdekt heeft. Toen ze met het vernieuwen van de bestrating begonnen, dacht ik: dit gaat te ver. Zo wordt het een dorpsstraat! Het is een beetje over de top zo netjes en geënsceneerd als het geworden is, maar het werkt wel.
Wat zo goed is aan het plan, is dat het succes van de straat voor het grootste deel bepaald wordt door de ondernemers die zich er vestigen. De overheid voert slechts regie op de achtergrond. Geen eenvoudige klus.
Inmiddels worden ook de Meent en de Witte de With ‘verbinnenwegt’ met een nieuwe vloer en een plintstrategie. Maar natuurlijk kan niet iedere straat gevuld worden met unieke winkels en gezellige espressobarretjes.
Toch kan de Nieuwe Binnenweg een inspiratie zijn voor de rest van Roffa. Stadsontwikkeling is niet langer een revolutie, maar een kwestie van evolutie. Misschien is het wel een generatiedingetje. Wat revolutie is voor de generatie ’68 is evolutie voor de generatie ’89. In plaats van alles eerst kaal te slaan en dan stevig de mouwen op te stropen, kun je ook de bestaande stad stap voor stap verbeteren. Laat het ene initiatief reageren op het vorige, zodat er een rijke gelaagdheid ontstaat. Een stad kan alleen maar zo fantastisch en rijk geschakeerd zijn omdat haar toekomst niet door een enkele partij wordt bedacht. Geef burgers en bedrijven (méér, nog veel méér) het gevoel dat Rotterdam ze de ruimte biedt om hun ideeën te ontwikkelen en te realiseren. De rol van de overheid is om deze initiatieven te entameren, in te kaderen en te faciliteren. Door verbindingen te leggen en kwaliteit te bewaken. Zoals de Rijnhavenbrug subliem Katendrecht aan de Wilhelminapier koppelt. Maar liever geen Nieuw Crooswijk of Wilhelminapier meer.
Vorig jaar was ik weer even terug in Chicago. Nog nooit ging het zo goed met die stad. Er zijn tientallen wolkenkrabbers bijgebouwd. Tegenover ‘mijn’ appartementenblok is een rijtje brownstones met cafés vervangen door een lompe natuurstenen kolos van vijftien hoog. De gemêleerde buurt is een hangout voor de nouveau riche geworden. Boring. Dankzij Yelp vond ik een aantal metrohaltes verderop wel een leuke buurt.
Zo zou het moeten zijn. Een oneindige evolutie laat buurten geleidelijk verkleuren. De stad staat open -voor verse ideeën, voor nieuwkomers, bedrijven en culturen- en is vol contrasten. De overheid faciliteert en stimuleert. Haar ontembaarheid is een kwaliteit om te koesteren. Niets is dodelijker dan een tamme stad.
Rotterdam, niet te stoppen!
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 6 reacties — discussieer mee!
Remember Clarkstreet Chicago!
Leuk en goed stuk! Binnenweg lijkt inderdaad een goede ontwikkeling. Particulieren moeten echter nog wel meer kansen krijgen om in de omgeving te investeren als bewoner. Nu is het toch nog veel of heel dure woningen aan de Heemraadsingel en Mathenesserlaan of gelijk sociale woningbouw. Voor de middenklasse en gezinnen is er nog steeds weinig aanbod. Als je door de Vernieuwde Binnenweg op het idee komt in die buurt te willen wonen is het nog knap lastig een passende woning te vinden. Die slag moet nog wel plaatsvinden.
Met de conclusie dat kaalslag als Nieuwe Crooswijk niet moet zou moeten ben ik het niet helemaal eens. Het zou hooguit beter gefaseerd kunnen worden want die kale vlakte nu is natuurlijk een doodzonde. Maar het gesloopte Nieuw Crooswijk lijkt in niets op de Nieuwe Binnenweg en omgeving. Het oude Nieuw Crooswijk ontbeerde de kwaliteiten die de Nieuwe Binnenweg wel heeft van nature. Een dergelijke aanpak is dan ook niet zomaar overal toe te passen. Soms is sloop en nieuwbouw gewoon een betere oplossing. Het stuk van Nieuw Crooswijk dat nu wel is gebouwd vind ik een prachtig stuk stadsvernieuwing. Helaas is het door de crisis helemaal stil gevallen. In die zin is een ontwikkeling als de Binnenweg natuurlijk crisisbestendiger, maar dat kan dus niet zomaar overal.
Herkenbaar, als mede oud-bewoner van Chicago (slechts 5 maanden, veel te kort) en Rotterdammer kan ik over de gelijkenissen tussen beide steden meepraten. Chicago heeft in de laatste decennia haar ‘2e stad-syndroom’ van zich afgeschud, in vergelijking met New York heeft de stad zich in de luwte tot een aantrekkelijke stad ontwikkeld. In die zin spreekt de vergelijking tussen de twee steden wel tot de verbeelding – maar ‘scoort’ Rotterdam ook wel echt met herontdekte winkelplinten, langzaam verkeerroutes en pleinen met cafeetjes in de wijken? Mijns inziens is er met de paar succesjes als de Nieuwe Binnenweg en het Deliplein (+Rijnhavenbrug) nog maar een heel klein beginnetje gemaakt. De Meent is gekaapt door teveel ‘grote merken’-kledingwinkels en pizza/pasta-‘formules’ en de Wilhelminapier door de Herman-den-Blijker-kijk-mij-nou-mentaliteit. Maar ja, dat is dan ook weer typisch Rotterdams…
Ben slechts een week in Chicago geweest maar naast de leuke buurtjes worden grote stukken stad ook daar door ketens, steak houses en food formules gedomineerd. Ook daarin gaat de vergelijking tot op zeker hoogte dus op en ik vind dat zeker niet iets typisch Rotterdam maar iets wat je overal op de wereld ziet.
Ook de trots op de moderne architectuur (en hoogbouw) vind je in sterke mate in beide steden. Rotterdam is eigenlijk veel meer The Windy City aan de Maas (of beter Rijn) dan Manhattan. 😉
Vergeet trouwens niet het Oude Noorden met een Minimall en Zwaanshals, de opkomende Hoogstraat of Kralingen met haar Oude Dijk.
Windy City aan de Maas: wat een goeie nieuwe bijnaam! die houden we erin. En tussen haakjes: de minimall, zwaanshals en hoogstraat zijn leuke (kleinschalige) initiatieven maar halen het niet bij de Nieuwe Binnenweg. Maar je moet ergens beginnen. En ja, de VS zit vol met chain stores – maar zij hebben ze ook uitgevonden hè.
Ik wil ook naar Chicago! Nog nooit geweest!
🙂