Ga naar de inhoud

“Laat Rotterdam maar lekker moeilijk blijven”

Eeva Liukku droeg op 25 maart een column voor tijdens I Love 010, een avond in De Balie te Amsterdam waarop de grachtengordel de liefde aan Rotterdam verklaarde. Daar voelde ze zich alleen een beetje ongemakkelijk bij. Hieronder lees je hoe zij dit in Amsterdam uitlegde.

Ik heb me eens laten vertellen dat het verschil tussen New York en Chicago uitgelegd kan worden als het verschil tussen een ‘dog city’ en ‘cat city’. New York is een dog city. Een stad die kwispelend op je af komt rennen, aan je snuffelt en vervolgens puppy-ogen opzet om te vragen wanneer je nou eindelijk die stok werpt. Chicago, aan de andere kant, is een cat city. Er is tijd en moeite nodig voordat zij haar geheimen prijsgeeft. Je zult haar vreemde trekjes eerst moeten leren kennen. Afwachten. Niet te gretig haar proberen te aaien, dan springt ze weg. Of ze geeft je die blik die zegt “wie denk JIJ wel niet dat je bent?” Maar als ze dan, na het geduld dat je voor haar hebt opgebracht, eindelijk gelukzalig spinnend haar plekje heeft gevonden op je schoot, dan ben je je hart voorgoed verloren.

Ik heb deze metafoor altijd bruikbaar gevonden voor de Nederlandse situatie. Amsterdam is een dog city, Rotterdam is een cat city. Ik zal u uitleggen waarom.

Ook ik, ik beken, heb tijdens mijn studie even in Amsterdam gewoond. Ik woonde in een wijk waarvan Amsterdammers meelijwekkend tegen mij zeiden: “Oh, maar dat is niet écht Amsterdam hoor”. En dat terwijl ik het best wel naar mijn zin had in Amsterdam Noord. Toen ik een keer de NRC opensloeg, begreep ik ook waarom. NRC kopte, boven een artikel over het stadsdeel ten Noorden van het IJ: “Amsterdam Noord: het Rotterdam van Amsterdam”. Dat verklaarde een hoop.

Het Rotterdam van Amsterdam. Laatst zei iemand tegen mij: Ik woon in Schiedam, het Rotterdam van Rotterdam.

Rotterdam, dat stáát dus ergens voor. Het staat voor een combinatie van vooroordelen en cliché’s. Aan de ene kant staat het voor ontoegankelijk, ongezellig, voor velen ook lelijk en armoedig. Een stad vol met van die ongezellige arbeiders die altijd de mouwen hebben opgestroopt en waar alleen maar van die hoge ongezellige moderne gebouwen staan. Tja, onbekend maakt onbemind. Of, zoals ze bij de harde kern van Feyenoord ook wel eens zeggen: “No one likes us, we don’t care”.

Aan de andere kant heeft Rotterdam ook positieve connotaties: Rotterdam is ‘echt’, ‘authentiek’, ‘zonder opsmuk’, recht voor zijn raap. Daarom is Rotterdam een typische cat city: ontoegankelijk op het eerste gezicht, maar als je de omgangsvormen leert kennen en de geheimen ontrafelt, komt ze extra authentiek en ‘puur’ over.

Voor Amsterdam geldt het tegenovergestelde. Op het eerste gezicht is het een open en makkelijke stad die voor elk wat wils biedt. Het verklaart de aantrekkingskracht van Amsterdam. Bijna iedereen lijkt wel daar te willen wonen, van Brad Pitt tot al die provincialen. Ik heb dat nooit als een compliment kunnen zien voor de stad. Ik kon het beeld van Amsterdam als die slettebak waar iederéén wel een keer overheen is gegaan, maar niet uit mijn hoofd krijgen. Daarom ben ik weer teruggegaan. Maar goed, ik ben dan ook meer een kattenpersoon.

Toch, er lijkt iets te veranderen aan de kat die Rotterdam is.

De laatste tijd gaat het redelijk goed met Rotterdam: we zijn niet meer de aanvoerder van álle slechte lijstjes in Nederland, de gentrification is ook bij ons toegeslagen van Spangen tot Katendrecht, en zelfs toeristen weten hun weg naar Rotterdam te vinden. De tijd dat Rotterdamse jongeren uit pure verveling niet wisten hoe snel ze naar de hoofdstad moesten verhuizen na hun middelbare school, is voorbij. Dat de NRC het nodig vond om naar Amsterdam te verkassen om zichzelf te vernieuwen, bewijst maar eens dat ze van de oude media zijn.

Steeds meer Rotterdamse jongeren zijn trots zijn op hun stad en dragen dat graag uit. In de hiphop bezingen ze de stad en ze nemen ze hun clips op bij typisch Rotterdamse locaties. Er zijn kledinglijnen zoals I love Roffa en 010 isn’t just a code die gretig aftrek vinden. Vorige week werd er zelfs een winkel geopend waar enkel Rotterdamse producten worden verkocht. Die winkel heet ‘Groos’, een oud-Rotterdams woord voor trots. En het laatste nieuws is dat er zelfs een film in de maak is die Rotterdam, I love you gaat heten. Gyz la Rivière heeft helemaal gelijk: het hart van Rotterdam is levendiger dan ooit.

Toch begin ik me een beetje ongemakkelijk te voelen bij al die aandacht. Nu na Pakhuis de Zwijger óók nog De Balie, midden in het hart van de grachtengordel, een avond organiseert die de liefde aan Rotterdam verklaart, maak ik me zorgen. Want Rotterdam, dat was toch voor de kenners? Voor het ons kent ons? Wij waren toch cult? Ik wil helemaal niet populair worden. Laat ons maar lekker moeilijk blijven.

tenlohuis_sphinx_1
“Domestic Hunter” – gemaakt voor Cats vs Dogs expositie in Opperclaes beeld: SABINE TEN LOHUIS

Gerelateerde inhoud

Steun onafhankelijke journalistiek

Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.

Misschien vind je dit ook interessant

De Stadsagenda

De leukste vacatures in en om Rotterdam