Verhalen uit De Koperen Toog: Hennie

Echte verhalen van echte mensen vind je in echte cafés. Daarom schrijven Ties Joosten en Iren van Oosterom eens in de twee weken op donderdag een verhaal op een bierviltje in buurtkroeg De Koperen Toog. De waarheid van het heelal is immers te vatten in één goede cafégrap.
Haar strak achterovergekamde zwarte haar draagt ze als een Rotterdamse Pocahontas in een lange vlecht tot over haar heupen. Bier kan je bij haar bestellen door het geluid van een geopend flesje pils naar haar te sissen – ‘pssst’ – maar als je amok maakt kan je een hartgrondig ‘hauwt je kanis’ krijgen. Haar in tijgerprint gehulde strijdbare decolleté zegt maar één ding: ‘ík ben hier de baas.’ Hennie.
De eerste keer dat ik het café binnenkwam, namen haar zwartgekoolde ogen me van top teen op. Nieuw vlees, jong ventje. “Wat wil je drinken, schat? Koffie, bier of een borrel?” Haar handen vouwen bierviltjes tot kleine, ondiepe kommetjes. De kroeg heeft van de buurtagent namelijk een boete gekregen omdat er asbakken op de bar stonden en dus heeft Hennie ze allemaal vervangen door krom gevouwen viltjes. In één daarvan drukt ze mopperend haar eigen peuk uit. “Die agent is trouwens ook nog een vieze vuile hoerenloper.”
Hennie kan het weten. Jarenlang werkte ze als gastvrouw in de gebruikersruimte op de Keileweg. Later zag ze ‘haar meisjes’ nog wel eens in de seksclub op de ’s-Gravendijkwal waar ze achter de bar stond. Dampende homoseksavonden, heroïnehoertjes met een overdosis: Hennie heeft alles gezien. Ze is zelfs op televisie geweest. Als presentatrice kondigde ze pornofilms aan op De Meiden van Holland.
En nu werkt ze dus in De Koperen Toog. De rust van de buurtkroeg bevalt haar, ze staat graag met een sigaretje en een kippenbouillonnetje achter de bar. Boos wordt ze niet zo snel meer, maar het rookverbod zit haar nog altijd dwars. “Kunnen ze die arme meiden niet eens gaan helpen in plaats van ons het leven zuur te maken?” Voor ik kan antwoorden, ‘pssst’ één van de stamgasten echter alweer om een nieuw biertje. Kribbig draait Hennie zich om en loopt naar hem toe. Een sigaret prijkt op haar lip.