Het Beurs WTC luidt op 14 mei tussen 13.29 en 13.40 haar klokken, samen met alle kerken en overige Rotterdamse instellingen die de beschikking hebben over een klokkenspel. De tijdsduur valt samen met de duur van het bombardement op 14 mei 1940. Het feit dat het dagelijks luiden van de beursklokken op nagenoeg hetzelfde tijdstip plaats vind (van 13.25 tot 13.30), is volgens de woordvoerder van het Beurs WTC een puur geval van toeval.
“Heb je ooit wel eens rond half twee stil gestaan voor het Beursgebouw? Nee, natuurlijk niet! Heb je wel eens naar dat carillon geluisterd? Het is atonale teringherrie! Natuurlijk herdenken ze daarmee het bombardement!”
Woorden van die strekking waren mijn deel toen ik een kennis vroeg naar de reden van het Rotterdamse klokgelui. Dagelijks dendert er vanaf het beursgebouw een knalhard carillon neer op de argeloze bewoners en bezoekers van Rotterdam. Als goedgelovig mens nam ik de woorden voor waar aan, maar toch knaagde er iets. Ik besloot op onderzoek te gaan. Een aantal dagen achtereen zorgde ik dat ik iets voor half twee in de buurt was van de beurstrappen. Ik loerde de omgeving af, op zoek naar de klokkenluider die mij kon vertellen waar de klepel van dit verhaal hing.
In mijn hoofd had ik hem al helemaal uitgetekend. Hij heette Bertus. In zijn blauwe stofjas kwam hij elke dag op de brommer vanuit Overschie naar de stad getuft. Zijn vrouw zwaaide hem uit met de woorden “En kijk uit met je rug hè?”, want het urenlange klokkenluiden was Bertus niet in de koude kleren gaan zitten. Maar een echte vent zeikt daar niet over. Daarom zat hij al lang en breed op de brommert, want hij deed dit al jaren, zoals wijlen zijn vader dat ook jarenlang gedaan had. En zo tuurde ik in weer en wind de Coolsingel af, klaar om deze onbekende Rotterdamse held in zijn blauwe stofjas te ontvangen. Samen zouden we de beurstrappen beklimmen en bij het carillon zou Bertus twee keer in zijn handen te spugen om vervolgens het ruwe kabeltouw in zijn verweerde handen te nemen. Om dan, met een één-twee-drie-in-Godsnaam om stipt 13 uur 25 de Beursklokken te laten klingelen. Alles ter ere van zij die vielen.
Maar helaas, hoe ik ook keek: geen Bertus. Wel veel haastende mensen, onderweg naar Hema of loempiakraam. De kraag opgestoken, niet alleen tegen de wind, maar ook tegen die beierende atonaliteit van boven. Niemand stond stil om te luisteren.
Ik besloot een mailtje te tikken naar de communicatieafdeling van het Beurs World Trade Center. Of het klopte dat ze de slachtoffers van het bombardement herdachten. En of ik de klokkenluider mocht spreken. De communicatieman wist ook niet waarom ze de klokken luiden. “Ik ga het aan onze directeur vragen.” Dat deed hij: “Het luiden van de klokken is een overblijfsel van vroeger toen de beurshandelaren voor een bepaalde tijd binnen moesten zijn omdat de handel weer werd hervat. Wie te laat was, mocht er niet meer in”.
“En wie luidt de klokken nu dan? Hebben jullie een vaste klokkenluider?” antwoordde ik. Het plichtsgetrouwe gezicht van Bertus doemde op voor mijn geestesoog.
“Oh, daar komt geen mens bij kijken. Dat gaat allemaal automatisch!” lachte de communicatieman. Dat lachje voelde als verraad aan mijn oude Bertus met zijn brommert, blauwe stofjas en vooroorlogse plichtsgevoel. Toch klingelden de beursklokken elke dag weer, ook zonder klokkenluider. En vandaag doen ze dat voor één keer wél ter herinnering aan de slachtoffers van het bombardement.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Hmmm, ik vond het toch leuker toen ik het ware verhaal nog niet kende. Nou… ik blijf gewoon aan het bombardement denken als ik de klokken hoor
Dat is juist zo mooi aan dit verhaal – een échte stad bepaalt zelf wel even hoe iets geïnterpreteerd dient te worden!
Vandaag, op 27 mei 2016, hoorde ik óók de “klere herrie” van het carillon. Ik besloot op te zoeken waaróm dat elke dag gebeurde. En zo kwam ik uit bij dit verhaal.
Wat ook de waarheid is, ik vind het eigenlijk wel heel mooi klinken, zo levenslustig en energiek! Dus wat mij betreft gaat dit gewoon door, zo lang het kan!