Vincent Cardinaal vertelt elke twee weken op donderdag het ‘verhaal van een straat’, met beeld van fotograaf Menno Bouma. De straten van Rotterdam vormen niet alleen letterlijk de stad, ook figuurlijk zijn zij een raster waarin verleden, heden en misschien zelfs toekomst samenkomen. Vandaag deel vijf: Hantje de Jongstraat.
Robert Baelde. Chris Bennekers. Jan Antonie Bijlo. Etienne de Bouter. Kurt Callo. Folkert Elsinga. Anna Griese. Hantje de Jong. Reinier Kloeg. Anton Kortlandt. Johannes Kwak. Remmet van Mil. Adrianus Onderwater. Frits Ruys. Willem Ruys. Willem van der Schee. Henk Speksnijder. Marinus van der Stoep. Arie den Toom. Cees Wegerif.
Twintig namen. Alfabetisch gerangschikt, schijnbaar willekeurig gekozen. Op een bepaalde manier ís het ook willekeur die hun namen voor altijd met elkaar in verband zal brengen. Toen op 10 mei 1940 de Duitsers ons land binnentrokken werd de koers van de levens van deze mensen voorgoed ongevraagd gewijzigd. Bovenstaande personen waren actief in het Rotterdamse verzet in de Tweede Wereldoorlog. Ze bekochten het allemaal met de dood.
Het waren in de regel eenvoudige mensen, niet zelden jonge twintigers. Arbeiders- en middenklasse. Ondernemers, onderwijzers en studenten. Misschien wel het meest ontroerend in zijn eenvoud is Marinus van der Stoep – bedrijfsleider van een vestiging van Jamin.
In totaal kent Rotterdam bijna tachtig straten die vernoemd zijn naar verzetsstrijders. Het merendeel daarvan bevindt zich in Prinsenland en in Hoogvliet – wijken vol sociale nieuwbouw, waar in de naoorlogse decennia vele arbeiders zich vestigden om uit te groeien tot een solide middenklasse.
In het midden van Prinsenland vinden we de Hantje de Jongstraat. Vernoemd naar een dominee, die in de oorlog lid werd van de verzetsgroep ‘Albrecht’. Het is een wat vreemde straat die eigenlijk de tweede helft van de Jaap van der Hoekplaats vormt. De straat mondt uit in een laad- en losplek voor de plaatselijke C1000 en loopt parallel aan het rond een plein gedrapeerde winkelcentrum ‘Het Lage Land’.
De torenhoge verzorgingsflat ‘Prinsenwiek’ springt hier het meest in het oog. Daar woont de heer Rienks (1922), die samen met veel van zijn medebewoners één der laatste generaties vormt die ‘de oorlog’ nog bewust heeft meegemaakt. De suggestie dat het misschien mooier was geweest om straten in een meer ‘prominente’ buurt te vernoemen naar de gevallen verzetshelden, wordt resoluut weggewuifd. ‘Dat waren ook maar normale mensen hoor, jongen. Wat dacht je dan? Als die rotoorlog er niet was geweest, hadden ze ook allemaal in een buurt als deze gewoond, op een uitzondering na misschien. Spekkoper, van hier even verderop zat ook in het verzet, maar heeft het domme geluk gehad om het te overleven. Die is in de zestiger jaren naar hier gekomen, vanuit Kralingen. En wat hadden die stakkers er aan gehad, om een straat in Hillegersberg naar zich vernoemd te krijgen? Ze blijven evengoed dood’.
Veel mensen lijken niet stil te staan bij de naam waarnaar hun straat is vernoemd. Ook daar heeft meneer Rienks geen problemen mee. ‘Het staat er toch? Mensen schrijven het op een ansichtkaart, noemen de naam als ze de weg aanwijzen. Dat verdwijnt niet hoor. Nee, het wordt gezien, gelezen en niet vergeten.’ En zo besluit hij het gesprek met een onvervalst Rotterdamse variant op de beroemde één-na-laatste zin van “De Avonden”, van Gerard Reve. Gelijk heeft hij – ooit zal er een tijd aanbreken dat de Tweede Wereldoorlog nog maar een schim uit een ver verleden is, maar de kans is groot dat de namen van Hantje de Jong en zijn metgezellen dan nog mede de straten van Rotterdam sieren. Om het met de woorden van de heer Rienks en zijn generatie te zeggen: flinke vent die ze er nog afkrijgt.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Al 3 reacties — discussieer mee!
U kunt een link toevoegen naar http://www.hantjedejong.nl
beste,
Cees Wegerif is in de oorlog gefusilleerd. Er is een straat (een hof) naar hem vernoemd. Echter staat het aan de ene kant van de straat goed, aan de andere kant staat Cees Wegenrif. Welke instantie kan aangeschreven worden om dat te laten veranderen?
Dag Mirjam,
Ik zou rechtstreeks naar de ‘bron’ gaan, en een melding per telefoon via 14 010 maken. Zou moeten werken!