Het is in deze tijd bijna niet meer voor te stellen, maar vóór het bombardement van 14 mei 1940 kende Rotterdam een bruisend, op Amerikaanse leest geschoeid centrum. Tim de Bruijn roept het stadsbestuur op, na een wederopbouwimpasse van bijna 70 jaar, om alle pijlen weer op een levende binnenstad te richten. Daar kan de stad alleen maar baat bij hebben, zo betoogt hij.
Gouden periode
Aantrekkelijke steden komen vaak tot stand in één of meerdere belangrijke bloeiperiodes. Zo ontleent Amsterdam een belangrijk deel van haar aantrekkingkracht aan de grachtenstad die is ontstaan in de Gouden Eeuw. New York werd groot in de gouden periode vanaf de jaren ‘20 van de 19e eeuw tot en met begin 20e eeuw.
Aan een ‘gouden periode’ kan van alles ten grondslag liggen. In Amsterdam was het de opkomst van de internationale handel (VOC) en het open karakter van de stad. New York profiteerde ook van een open karakter en daarnaast van de industriële revolutie en het feit dat de stad strategisch bijzonder goed gelegen was als handelsstad. In 1825 werd het Eriekanaal geopend: een enorme boost. New York werd de toegangspoort van Amerika, niet in de laatste plaats voor immigranten.
Rotterdam profiteerde in feite van dezelfde ontwikkelingen als New York, alleen dan een halve eeuw later. Rotterdam werd na de aanleg van de Nieuwe Waterweg in 1872 in rap tempo de poort van Europa en groeide eind 19e en begin 20e eeuw uit van een gemiddelde havenstad naar een grote havenstad mét internationale allure. De haven groeide als kool om uiteindelijk de grootste van de wereld te worden. De stad groeide mee: nieuwe wijken en chique buurten werden gebouwd. Denk aan het Scheepvaartkwartier en de stadswijken op noord én zuid. Tuindorp Vreewijk stamt uit dezelfde tijd. Aan de oude haven verrees in 1898 zelfs de eerste wolkenkrabber van Europa: Het Witte Huis.
De stad groeide door en de Coolsingel werd gedempt. De straat groeide uit tot een grootstedelijke boulevard. Oude, vervallen woningen werden er vervangen door panden met allure: het stadhuis, het postkantoor, het beursgebouw en de Bijenkorf. Deze nieuwe monumentale panden gaven de stad een hernieuwde uitstraling. Rotterdam stond op het punt een echte wereldstad te worden en de skylines van New York en Chicago werden als een voorbeeld gezien voor de toekomst. Ook het nieuwe stadion voor Feyenoord, De Kuip, paste in dat nieuwe beeld van het grote Rotterdam.
Niet alleen in gebouwen, wijken en inwonersaantallen werd Rotterdam volwassen. Er ontwikkelde zich ook een fameus cultureel leven in het centrum, dat tjokvol bars, restaurants en andere uitgaansgelegenheden stond. In de jaren ‘20 en ‘30 gebeurde ‘het’ in Rotterdam, met bijvoorbeeld het chique Pschorr aan de Coolsingel en Loos aan het Hofplein. De Schiedamsedijk kende een groot uitgaansgebied en de stad was rijk aan bioscopen. Nieuwe muziek (jazz voorop) en dans waaide over uit Amerika, en Rotterdam was als grote havenstad een belangrijke magneet voor deze trend. De theaters trokken met steeds grotere shows een steeds groter publiek. Er ontstond een op Amerikaanse leest geschoeide amusementsindustrie.
Verloren ziel
Tot 14 mei 1940. Het Duitse bombardement wierp de ontwikkeling van de stad ver terug in de tijd. Van de 90.000 binnenstadbewoners werden er 80.000 dakloos en 800 mensen vonden de dood. De ‘ziel’ werd uit de stad geslagen. Mensen verloren niet alleen hun woning maar ook hun uitgesproken stedelijke leefomgeving. En die leefomgeving is in de wederopbouw helaas niet hersteld.
Voor wie een grootstedelijke leefstijl ambieerde was decennia lang geen plek in Rotterdam. De woningen bestonden niet meer en de levendige binnenstad met al het vertier en vermaak evenmin. Er werd gekozen voor een moderne wederopbouw met functiescheiding en de binnenstad was voortaan bestemd voor winkels en kantoren. Wonen in binnensteden was niet populair in die tijd. Nieuwe woningen werden daarom vooral gebouwd buiten de stad, in rustige wijken en nog maar nauwelijks in het centrum. Dertig jaar geleden woonden er dan ook nog maar 20.000 mensen in de binnenstad. Bovendien duurde de wederopbouw lang: het Weena was tot diep in de jaren ‘80 een grote kale vlakte.
We kunnen stellen dat Rotterdam de ene helft van haar ‘gouden eeuw’ heeft gebruikt om de befaamde binnenstad van de jaren ‘30 te realiseren en de tweede helft voor de wederopbouw. Maar met die wederopbouw is Rotterdam nooit meer die bruisende binnenstad van de jaren ‘30 geworden.
Sprong voorwaarts
De grote vraag is of je de gewenste sprong voorwaarts nu nog kunt en wilt maken. De grote Rotterdamse bloeiperiode ligt vooralsnog achter ons maar bij de pakken neer gaan zitten is geen optie. Hoe krijg Rotterdam definitief de verloren ziel terug? Rotterdam verdient het om weer die toonaangevende stad vol vermaak en vertier te worden die recht doet aan de vooroorlogse stad. Vergelijk maar eens met in formaat vergelijkbare steden als Amsterdam, Antwerpen, Keulen of Kopenhagen. Dan schiet Rotterdam nog altijd te kort op cultureel aanbod, uitgaan en aantrekkelijke stedelijke verblijfsplekken. Daardoor is de aantrekkingskracht op grootstedelijk ingestelde mensen nog steeds te klein. Helaas noopt de crisis en de achterstand die Rotterdam al heeft, het gemeentebestuur er helaas toe om dit aanbod nu nog verder te verschralen, door musea en theaters te sluiten.
Maar het is nog niet te laat. Het op niveau brengen van de aantrekkingskracht van de binnenstad zou topprioriteit van het gemeentebestuur moeten zijn. Schouwburgen, theaters, podia en musea moeten niet gesloten maar geopend worden. Horecaondernemers moeten niet tegengewerkt maar gestimuleerd worden. Grote toonaangevende festivals zoal North Sea Jazz en IFFR moeten koste wat het kost behouden blijven voor de stad.
En natuurlijk moet het aantal inwoners van het centrum verder omhoog, zoals ik eerder op Vers Beton betoogde, zodat het draagvlak voor al die grootstedelijke voorzieningen weer groter wordt. Daarmee wordt de stad ook aantrekkelijker voor bezoekers en het biedt veel kansen voor ondernemers. Een kosmopolitische leefstijl kan ook weer gewoon in Rotterdam geleefd worden en dat moeten we verder versterken. Meer nieuwe woningen dus en meer hotels, meer horeca, meer voorzieningen, meer van alles zodat de stad weer een complete en levendige binnenstad krijgt. We zijn op de goede weg maar het tempo mag omhoog.
Rotterdam, de teruggeworpen stad. De pijnlijke geschiedenis kunnen we niet meer veranderen. De toekomst wel!
Met speciale dank aan Peter de Koning die mij veel informatie heeft verschaft over Rotterdam in het interbellum.
Gerelateerd: aanstaande donderdag gaat de film Rotterdam 2040 van Gyz la Rivière in première over de toekomst van Rotterdam met het motto “Je kan niet vooruit zonder achterom te kijken”.
Al 4 reacties — discussieer mee!
Mooi geschreven….volgens mij werkt de stad al keihard aan wat jij graag wilt….alleen is er een beperkt budget. Wel belangrijk dat de juiste keuzes gemaakt worden.
Wellicht moeten de leges voor kleine bouwprojecten (tot 500.000) in de binnenstad omlaag zodat dit soort projecten die er nu nauwelijks zijn aantrekkelijk te maken?
En de leges voor alle projecten buiten de binnenstad wat omhoog.
Ik denk niet dat leges een probleem zijn of een oplossing. Wel dat projecten momenteel moeilijk te financieren zijn en ook de gemeente kan niet meer helpen. Maar er is meer dan bouwprojecten, uiteindelijk maken de bewoners en de ondernemers de stad, de gebouwen maken het enkel mogelijk. Het gaat er dus ook om wat je in gebouwen mogelijk maakt.
Wel kan de gemeente natuurlijk keuzes maken voor wat belangrijk is voor de stad. Heel kort door de bocht: is dat het halveren in prijs van de toch al spotgoedkope parkeervergunningen of steek je dat geld liever in het behoud van een museum, zoals het wereldmuseum dat nu forst wordt uitgekleed of het Historisch Museum dat sinds 1 januari niet meer te bezoeken is. Ons huidige stadsbestuur kiest voor het eerste, wat ik persoonlijk bijzonder treurig vindt.
Het verlagen van leges voor kleine projecten kan er voor zorgen dat projecten makkelijker te financieren zijn. De kosten voor de ontwikkelaar gaan hier namelijk mee omlaag.
ALWEER een algemeen artikel over het drama van het bombardement, de wederopbouw en de gebreken van (post WOII) huidig Rotterdam. Je roept het stadsbestuur op, maar volgens mij gebeurt er al zoveel. Ik denk bijvoorbeeld aan de studie (IABR 2012, Rotterdammers maken Stad) naar de strategieën om de binnenstad te verdichten, de plinten-strategie (the city at eye-level) en het stadsinitiatief. Ik ben het dus met Kris eens dat er al veel gebeurt, maar dat er gewoonweg weinig budget is. In jouw reactie op Kris zie ik dat jij goed op de hoogte bent van waar de stad wel/niet op gaat bezuinigen.
Wellicht is het interessanter om meer inhoudelijk over de strategie van het huidige stadsbeleid te schrijven, in plaats van de – bij elke Rotterdammer bekende – geschiedenis te herkauwen. Dan kun je pas écht de discussie beginnen wat het meest belangrijk is voor de levendigheid van de stad!