Een gedeelde ergernis is een begonnen vriendschap. De Beste Stuurlui ergeren zich daarom vandaag weer kapot. Aan de EDBR die van het Rotterdams imago een stel buzzwoorden maakt. Aan politici die vastzitten in vastgeroeste partijlijnen. En aan een onbereikbare binnenstad. Ergert u mee?
Opgestroopte mouwen als hol verkooppraatje
Plaatsvervangende schaamte werd mijn deel toen ik afgelopen weekend de commerciële bijlage XTR bij de NRC doornam met de ondertitel “Nieuw optimisme in Rotterdam”. De bijlage is betaald door het Economic Development Board Rotterdam (EDBR) – een board met directeuren en CEO’s van Rotterdamse bedrijven die gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen aan het college van B&W over de economische ontwikkeling van de stad.
De bijlage opent met een gedicht van stadsdichter Daniël Dee, over het niet-lullen-maar-poetsen DNA van de Rotterdammers. Oh verrassing! Dit bleek een voorbode te zijn van de voorspelbare cliché’s die in het hele krantje voorbij komen: “van denken naar doen”, “aanpakken”, “schouders eronder”. De mentaliteit van de opgestroopte mouwen verzandt in holle leuzen en communicatie praatjes. Oh ironie!
Het krantje deed me denken aan het plan van Rotterdam World Wide dat zich uiteindelijk heeft teruggetrokken uit het stadsinitiatief na alle commotie die erop volgde. Volgens dit communicatiedenken zijn we al fantastisch, alleen heeft de rest van de wereld het nog niet door. Als we onszelf gewoon beter verkopen, dan komt het allemaal goed.
Gênant toppunt uit de bijlage was het interview met Unilever directeur Peter ter Kulve die in Singapore woont. Singapore wordt geprezen als het lichtend voorbeeld voor Rotterdam. Daar heeft het EDBR zelfs een executive power! De stadsstaat wordt gerund als bedrijf! Voor de duidelijkheid: Singapore is een autoritair bestuurde stadsstaat waar vrije pers niet bestaat. De stad als bedrijf ruikt naar het marktdenken in de publieke sector dat ons al genoeg kopzorgen heeft bezorgd. Als Singapore het droombeeld van de EDBR is, ga ik mee met de suggestie van Jan Rotmans om alle EDBR’s op te heffen en te investeren in projecten van onderop.
Stel voor om Economic Development Boards van alle steden op te heffen en het geld te besteden aan doorbraakprojecten van onderop
— Jan Rotmans (@janrotmans) June 16, 2013
Ondertussen, terwijl de XTR bijlage in de kattenbak was belandt, kwam op maandag 17 juni in de Leeszaal West het platform De Makers van Rotterdam samen: allerlei mensen die initiatieven zijn gestart in buurtzorg, educatie, stadslandbouw, gebiedsontwikkeling in de creatieve sector omdat zij zagen dat er iets nodig was. En die tot hun eigen verbazing een bedrijfje runnen en risico dragen. Als er ergens “Nieuw Optimisme in Rotterdam” van toepassing is, dan was het wel hier. Deze initiatieven werken aan de inhoud van de stad en zoals we allemaal weten, goede inhoud verkoopt zichzelf.
Door Eeva Liukku
Fok die partijlijn
“The main complaint about politicians from their nonpolitical colleagues is that they’ve become so addicted to the adrenaline that they get from reacting to events on an hour-by-hour basis that they almost completely lose the desire or the ability to ponder problems in the open mode.”
Was getekend: John Cleese in zijn klassieke hoorcollege over creativiteit. Ik moest eraan denken toen ik afgelopen woensdag Robert Simons hoorde spreken tijdens het Rotterdams Denkcafé over het gevangeniswezen in Nederland. Simons is als gemeenteraadslid van Leefbaar Rotterdam gespecialiseerd in veiligheid, en stond daar te pleiten voor langere celstraffen. Onderzoek wees volgens hem namelijk uit dat we in Nederland steeds milder straffen, dat steeds meer mensen vrijkomen, dat boeven in een paradijs leven, en meer. Hij had zelfs prachtige zwart-wit-prints gemaakt op smoezelige a4’tjes die op onleesbare wijze lieten zien dat een crimineel in Nederland elk weekend met zijn Audi A8 de gevangenis weer uit mag om geweren op te halen. Doorbetaald. Met lunch. Geloof ik.
Gelukkig werd Simons vergezeld door bepaald niet de minsten: René van Swaaningen (hoogleraar criminologie aan de Erasmus Universiteit) en Toon Molleman (gevangenisonderzoeker voor het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum). Die twee kwamen met tientallen jaren ervaring, onderzoek en wetenschap op de proppen en pareerden daarmee vrij simpel Simons’ claims.
Je zou als politicus zeggen: mooi, daar kan ik van leren! Nieuwe inzichten om de burger optimaal mee te dienen! Maar nee. Simons bleef volhouden dat zijn cijfers klopten en “dat het door de mensen toch echt anders wordt beleefd”. Pas na anderhalf uur zei hij, nadat hij door Molleman ongenadig hard in de hoek was gezet over de lineaire relatie tussen de zwaarte van het gevangenisregime en de kans op recivide, dat hij misschien dat onderzoekje dan wel wilde zien.
Maar een hoogleraar Criminologie te lijf gaan met een stenciltje bij elkaar gegooglede cijfers is niet handig. #knuffelbajes
— Geert Maarse (@geertreageert) June 19, 2013
Tsja. Dat zijn momenten dat ik erg sip word en aan de woorden van Cleese denkt. Want hoe mooi zou het niet zijn als politici écht openstaan voor nieuwe kennis, nieuwe informatie en nieuwe inzichten, en op basis daarvan hun standpunten aanpassen? Dat ze niet meer via een door partij-ideologie op slot gezette denktrant op de automatische piloot in gesloten modus doorgaan in de hoop snel te scoren? Vaker écht een stap terugzetten, uitschakelen wat ze al al denken te weten, vergeten wat hun partijlijn daarover zegt, en op een open manier nadenken over hoe de werkelijkheid óók in elkaar kan zitten?
Daarom. Speciaal voor alle Rotterdamse politici: John Cleese on creativity. Neem het ter harte. Fok die partijlijn.
Door Inge Janse
Rotterdam Onbereikbaar
Rotterdam Unlimited, als je dit vertaalt naar het Nederlands dan komt het neer op Rotterdam Onbereikbaar. In het voorgaande weekend waren er op twee strategische plekken podia neergezet voor het festival. Het Churchillplein en Hofplein waren de plekken voor de nieuwe opzet van het Zomercarnaval en Dunya.
Daarmee was de Coolsingel voor het eerst sinds de huldiging van Feyenoord jaren terug een niet te nemen vesting. Weena, Blaak en Westersingel stonden bumper aan bumper vol met een driftige meute.
Op de vrijdagmiddag was ik tijdens het Poetry Cafe, onder de geweldige leiding van Daniel Dee, aan het wachten op de Roteb.
Want zoals het een goede editie van Poetry International betaamt moeten er wel mooie regels onthuld worden op vuilniswagens. Maar dit dreigde zo maar in de soep te lopen. Het centrum stond van voor tot achter vol en er zat maar weinig beweging in. Er was een lichte spanning af te lezen aan het gezicht van directeur Bas Kwakman.
Al met al kwam de wagen op tijd aan maar leek de rest van de stad al een voorproefje te nemen op de optocht van het carnaval. Alternatieven waren er ook niet tot nauwelijks aangezien de trams ook grote delen van de route moesten verleggen. Woonde je dus niet vlakbij de metro dan was de benenwagen of het stalen ros de enige oplossing. Al weet de gemiddelde Rotterdammer dat een volle binnenstad ook niet al te prettig fietsen is.
Ik kijk uit naar een volgende Rotterdam Unlimited maar neem dan voldoende maatregelen om de automobilist te waarschuwen. Dit was namelijk voor niemand prettig. Wat achteraf wel fijn was, het weer. Want zoals groot Russisch dichter Joseph Brodsky schrijft op de nieuwe Rotebwagen; “Steden schuilen niet wanneer het regent”.
Door Gino van Weenen
Al 6 reacties — discussieer mee!
@ Inge Janse: Wilde Toon Molleman dat onderzoek dan ook opsturen? Wij vragen al jaren om onderzoek dat zou aantonen dat zwaarder straffen averechts werkt en nog niemand heeft ons dat kunnen geven. Is er onderzoek dat aantoont dat lichter straffen de recidive vermindert?
Hierbij gaan we overigens wel voorbij aan het idee dat een straf in verhouding zou moeten staan met het gepleegde delict. Als lichter straffen zou werken, zou je – als je dit dus niet laat meetellen – niemand meer gevangen zetten, want dan zou er minder criminaliteit zijn …?
Ha, bedankt voor je reactie. Ja, Molleman wilde dat graag. Ik zal hem per e-mail wijzen op je reactie.
Je tweede punt is erg interessant. De hoogleraar deze avond gaf ook aan dat straf niet alleen bestaat om het incident te voorkomen (dus puur pragmatisch de veroorzaker uit de maatschappij halen), maar ook als genoegdoening naar het slachtoffer toe. Stel dat er een straf bestaat waardoor de kans op recidive minimaal is, maar dat dit het slachtoffer het idee geeft dat er geen genoegdoening plaatsvindt, waar kiezen we dan als maatschappij voor? Ratio of emotie? Ik weet het niet (maar zal het ook aan Molleman vragen).
Via Toon Mollema: http://link.springer.com/article/10.1007/s11292-009-9070-z#page-1
Unintended consequences: experimental evidence for the criminogenic effect of prison security level placement on post-release recidivism
@Inge, jammer dat ik de avond gemist heb. Ik denk dat het van de aard van het delict afhangt of je gelooft in het de-criminaliseren van iemand die een misdaad begaan heeft.
Bij bepaalde delicten, zoals kindermisbruik en misbruik in het algemeen, is de kans daarop klein zo niet nihil, gezien de pathologie van de dader die daarmee doorgaans gepaard gaat. Ik zeg doorgaans maar beter is te zeggen ‘altijd’.
Daarbij is de schade die ze aanrichten in andermans leven zo ongelooflijk groot dat je je afvraagt of terugkeer in de samenleving wel kan. Het is hard om te zeggen maar in mijn ogen kan het niet.
Bij een notoire dief of overvaller ligt dat ongetwijfeld anders en kunnen het gevangenisregime en de duur van de straf mogelijk wel van invloed zijn. De vraag is dus wat dit onderzoek zegt als je het niet per type delict bekijkt.
Toon Mollema stuurde ook nog een reactie over de vraag over wat te doen als blijkt dat hoe minder je straft, hoe kleiner de kans op recidive wordt:
“Daar hebben filosofen zich over gebogen, veelvuldig zelfs. Een interessant en redelijk recent werk hierover is
R.L. Lippke, Rethinking Imprisonment, New York: Oxford University Press 2007; Boekbespreking door P.O.
Nelissen & A.A. van den Hurk, Boekbespreking, Sancties, 2008-6, p. 349-354.
Maar bovenal is kiezen tussen ratio en emotie niet iets dat voorbehouden is aan wetenschappers. Ik denk dat de kwestie politiek is. Alleen het lastige is dat de hedendaagse politiek zich zelden aan dit soort paradigmatica de vingers nog brandt. In de wet zijn wel een aantal zaken verankerd zoals verbod op eigenrichting en het beginsel van minimale beperkingen.”
Bedankt, Inge. En Lucette, voor je input.