Vincent Cardinaal vertelt elke twee weken het ‘verhaal van een straat’, met beeld van fotograaf Menno Bouma. De straten van Rotterdam vormen niet alleen letterlijk de stad, ook figuurlijk zijn zij een raster waarin verleden, heden en misschien zelfs toekomst samenkomen. Voor deel acht reizen we af naar het verleden: 2e Reserveboezemstraat.
In “De Renner” van Tim Krabbe besluit de hoofdpersoon, die op latere leeftijd fanatiek aan het racefietsen is geslagen, om eens in de buurt te gaan trainen waarin hij is opgegroeid. Na een aantal kilometers te hebben gereden besluit hij exact het traject af te leggen dat hij vroeger als jongen ook reed, naar school. Als hij een bocht wil omslaan waar vroeger weilanden begonnen blijkt er tot zijn aanvankelijke verbazing een nieuwbouwwijk vol flats te zijn verrezen. Even blijft de renner stomgeslagen staan, maar dan vind hij begrip en concludeert: ‘ik vond het niet echt onredelijk’.
Een zelfde verbazing trof de schrijver van dit stuk toen hij een jaar of vier geleden nog eens langs het kerkhof in Crooswijk wilde fietsen, richting de Gordelweg. Daar waar aan zijn rechterhand de buurt van zijn jeugd, van zijn familie lag, was inmiddels een zandvlakte gecreëerd. De gehele buurt in kwestie bleek gesloopt en in gereedheid te worden gebracht om ‘Nieuw Crooswijk’ te gaan herbergen. De eerste luchtkastelen namen zelfs al hun aanvang om aan de horizon te verschijnen. Een contrast zo groot met het DNA van de locatie dat steller dezes op geen moment een pragmatisch mens gelijk de Renner kon zijn. Dit was alles behalve redelijk. Dit grensde aan crimineel.
Orgelpunt van deze verhandeling vormt de 2e Reserveboezemstraat. Een maffe naam, die je vaak een paar keer moest uitleggen. Het reserve kwam van de zogeheten ‘reserveboezem’ die hier ooit werd aangelegd in de negentiende eeuw: een opvangplek om overtollig water van de Rotte op een gedegen manier te laten wegstromen. In de eerste jaren van zijn bestaan, 1914-1918, heette de straat overigens ‘Kampioenstraat’ – naar het toen pas landskampioen geworden Sparta, dat op het nabijgelegen Excercitieveld zijn wedstrijden speelde.
De straat zelf kenmerkte zich door nauw eenrichtingsverkeer, pleintjes en kleine arbeiderswoningen. En voetballende kinderen, zo ver het oog kon reiken. De clashes tussen 2e Reserveboezemstraat, 1e Reservebezoemstraat en Wandeloordstraat waren legendarisch. Plaats van afspraak was de kruising tussen de twee laatste genoemde straten – midden op de weg. In de snikhete, schitterende zomer van 1990 kwam het tot menig handgemeen tussen jongens die het niet eens konden worden over wie Salvatore ‘Toto’ Schillaci mocht ‘zijn’, destijds de topscorer van de Wereldbeker in Italie. Deze schermutselingen duurden meestal voort tot een buurtbewoner er genoeg van kreeg, zonder wat te zeggen de straat op liep en de bal lek stak. Of op een dak schoot, als de man in kwestie tenminste in een goede bui was. Het was Crooswijk en de ‘Boezembuurt’ in optima forma: ongepast, maar onweerstaanbaar.
Maar al dat is dus verleden tijd. Een buurt die ooit ook figuurlijk een boezem was voor Crooswijk is ontmanteld, het hart is er goeddeels uitgesneden. En dat is een schande. Ja, natuurlijk kende ‘Oud Crooswijk’ veel problemen. Het was er luidruchtig, de politie was er kind aan huis, het zat er tjokvol eigengereide mensen die onmogelijk in welke welvaartsindex dan ook te passen waren. Maar juist dat vormde de ziel. Een echte stad is gebaat bij weerbarstige volkswijken van deze snit.
Dat de sloop van verdere panden een halt toe is geroepen is een juiste beslissing. De cirkel kan rond gemaakt worden door ook de zandvlakte die er ligt nooit vol te bouwen. Laat het een leegte zijn. Oud Crooswijk zal nooit meer terugkeren, maar op die manier is er in ieder geval weer volop ruimte om te voetballen. Als het even kan tot aan het kookpunt toe.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Hai Vincent. Het was een leuk verhaal maar zegt weinig over de wijk waar de 1e res Boezemstraat lag. Trouwens deze straat lag niet in Oud Crooswijk maar in Nieuw Crooswijk.
Voor een geboren Crooswijker is dat een ZEER GROOT verschil’
Gr Ton Geenen.
Wijkjournalist van Crooswijk; http://www.eencrooswijkervertel.nl
Lees mijn verhaal op jullie site van Iris Spoel; Samenhorigheid door Armoede…..enz…
Ha Ton,
Dank voor je reactie. Over je aanmerkingen: het zijn slechts mijn jeugdherinneringen, die zullen ongetwijfeld altijd getuigen van interpretatieverschillen en zeer subjectief zijn. Deze serie probeert nergens een generaliserende verklaring voor welke straat/wijk dan ook te geven: dat mag iedereen voor zichzelf bepalen!
Niet mee eens Vincent maar zal best wel het leeftijd verschil 110% in meetellen.
Bedankt voor je reactie. Lang leve de Jeugd dat je nooit Crooswijk mag vergeten.
Eens een Crooswijker Altijd een Crooswijker .
Gr Ton Geenen 71 jaar