‘Rooie Marck’ en het Jodenjacht-lied
Iets meer dan een maand geleden begon Feyenoord aan de voorbereiding op het seizoen dat aankomende zondag gaat beginnen. In de hoek van de Kuip ligt op een ziekenhuisbed ‘Rooie Marck’, een 54-jarige Feyenoord-fan in de laatste fase van een terminale rotkanker. Als het Bengaalse vuur is uitgefakkeld ontrollen de supporters uit ‘zijn’ vakkie Q een gigantisch spandoek van de supporter met kenmerkende rode haardos. Marck slaat de handen voor zijn ogen, Lex Immers geeft hem een Feyenoord-shirt, de supporters zingen You’ll never walk alone. Drie dagen later overlijdt Marck, hij krijgt niet meer mee dat het schokkerige filmpje van zijn hommage meer dan een miljoen keer(!) op YouTube wordt bekeken.
Twee weken later. Burgemeester Aboutaleb stuurt een brief (pdf) naar de Rotterdamse gemeenteraad om uit te leggen waarom de wedstrijden tussen Ajax en Feyenoord ook komend seizoen zonder uitpubliek zullen worden gespeeld. “[O]mdat de wedstrijden tussen Feyenoord en Ajax in aanwezigheid van supporters van beide elftallen zeer onrustig verliepen. (…) Zo was er aanhoudend sprake van misdragingen, geweldsincidenten en kwetsende spreekkoren.” Over die spreekkoren wil ik het hier graag hebben.
Ook de directeur van de Anne Frank Stichting Ronald Leopold zich deze week namelijk over spreekkoren in de Kuip uit: “Regelmatig klinken (…) anti-Joodse spreekkoren die kennelijk bedoeld zijn voor de concurrent uit Amsterdam. Maar wie de leegte in deze stad kent, weet dat die spreekkoren in feite over het lot van echte Rotterdammers gaan”, zei hij dinsdag bij de herdenking van de deportaties van Joden bij het monument Loods 24.
Terug naar het filmpje. Terwijl Marck zich op 3:40 uit zijn ziekbed opricht om te applaudisseren voor de warmlopende selectie, klinkt het uit vak Q: ‘Lèèèèxie gaat op Jodenjacht!’ Dit liedje is al sinds de komst van de blonde aanvallende middenvelder in de Kuip in zwang, omdat hij het als speler van ADO Den Haag na een overwinning op Ajax ooit zelf door het spelershome schalde. “Als ik zing We gaan op Jodenjacht doel ik erop dat we Ajax willen verslaan. Niets meer en niets minder. Ik heb het dus helemaal niet over een bevolkingsgroep”, zei hij hier later over. De liefde voor ‘de onzen’ gaat gepaard met het afzetten tegen ‘de ander’. Het eerbetoon aan ‘Rooie Marck’ en het Jodenjacht-lied zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Na de training loopt Marck naar zijn vak toe. Nog eenmaal heft hij een lied aan dat hij al duizenden malen zong: ‘I know I am, I’m sure I am, I’m Feyenoord till I die!’ Geëmotioneerd slaat de terminale kankerpatiënt ter hoogte van zijn hart op de borst, zijn vrienden barsten in snikken uit, en terwijl de Feyenoord-fan nog eenmaal de handen richting de hemel boven de Kuip heft klinkt het vanaf de tribune: ‘We love you Rooie, we do!’
Wie de beelden van de geëmotioneerde ‘Rooie Marck’ bekijkt, ziet dat voetbalsupporters heel goed weten wie ze toezingen, en waarom. Dat het Jodenjacht-lied bij de Anne Frank Stichting desondanks als kwetsend en antisemitisch overkomt, betekent niet dat het lied dat ook daadwerkelijk is. Immoreel kwetsen zit namelijk niet besloten in de ervaring van de ontvanger, maar in de bedoeling van de zender. Het Jodenjacht-lied alleen biedt dan ook onvoldoende basis voor het stilleggen van voetbalwedstrijden of het weren van uitsupporters.
Door Ties Joosten
Kleine geschiedenis van een opgewonden standje
De beste stuurlui staan aan wal. Dat is nu zo, en dat was vroeger ook zo. Zo herinner ik me dat ik als achtjarige Rotterdammer ervan overtuigd was dat hondenpoep het grootste politieke probleem was. Waarom deed de Gemeente daar niet wat aan?
Als twaalfjarige had ik een nieuw politiek speerpunt. Een veerboot, een tunnel, een traplift of skilift: ik wist heel wat alternatieven te verzinnen voor de Brienenoordbrug die ik dag in, dag op weg naar school moest trotseren. Zwoegend over de brug schreef ik projectplannen, berekende ik de haalbaarheid van mijn plannen en hield ik , in gedachten, vlammende betogen voor burgemeester Opstelten.
Ook nu heb ik zo mijn politieke stokpaardjes. Zo zouden ze in Rotterdam een voorbeeld moeten nemen aan Spaanse steden als Valencia waar de ‘ring’ ook midden door de stad loopt, maar dan zònder dat je af mag slaan. Route Maastunnel, ’s Gravendijkwal, Statenweg, alleen dan zonder afslagen en stoplichten. Wie kip wil eten bij Koolmees moet de secundaire weg maar nemen, want afslaande automobilisten zijn ‘killing’voor de doorstroom.
Daarnaast snap ik niet waarom de betonnen bak die de ’s Gravendijkwal heet nog steeds niet overkapt is. Ik zou denken, kleine moeite, grote vreugd voor de fijnstofhappende mensen die er naast wonen. Had gerealiseerd kunnen worden van het geld waar de Nieuwe Binnenweg (gevoelsmatig ) 2cm van verbreed is. Of van het geld dat de onderzoeken naar de mogelijkheden voor een nieuw Feyenoordstadion hebben gekost, om maar iets te noemen.
Het moge duidelijk zijn. De beste stuurlui staan nog altijd aan de wal. Alleen het opgewonden standje van toen schrijft nu voor Vers Beton.
Door Myrta Otten
Al 18 reacties — discussieer mee!
Op dit punt ben ik het eens met Ties. Wat beledigend is, is ondefinieerbaar en altijd afhankelijk van de ontvanger. Bovendien pleit ik voor dikkere huiden. Er zijn gewoon veel te veel aanstellers.
Maar wat ik betwist, of althans betwijfel, is of ‘Lexie gaat op jodenjacht’ inderdaad onschuldig bedoeld is. Ik denk dat het wel degelijk kwetsend en provocatief wordt gemeend.
Jup. Provocatief. Uitdagend. Pesten. Misschien niet altijd even intelligent. Maar niet immoreel of reden tot het stilleggen van wedstrijden
Ook dat ben ik niet met je eens. De KNVB, de voetbalclubs en stadions kunnen als gastheer wel zelf bepalen welke normen en gedragsregels zij hanteren. Als jij bij mij thuis komt, en ik zeg: er wordt hier niet gerookt, dan heb je je daar naar te schikken. Als Feyenoord beslist dat er in het eigen stadion geen spreekkoren mogen plaatsvinden die kunnen verwijzen naar de holocaust, geldt daarvoor hetzelfde. Waar de grens dan gelegd wordt, bepaalt niet de bezoeker. Doe je dit in het park, dan is dit mijns inziens een andere zaak.
In hoeverre verschilt het maken van oerwoudgeluiden naar donkere spelers van anderen voor ‘joden’ uitmaken? En is dat wel reden tot het stilleggen van wedstrijden? En hoe moet een arbiter in ’s hemelsnaam daar chocolade van maken?
Het gebruik van Joden, Neuzen, KNJB etc. is bijna altijd in een negatieve context jegens Ajax. Daarom vind ik het een kwalijke zaak. Maar mijn standpunt is ook dat vrijwel alles ‘kan’ en ‘mag’. Lex Immers zal denk ik niet over de intelligentie beschikken om de context van ‘jodenjacht’ correct te plaatsen, en hij mag het van mij zelfs zingen en public. Maar onnozelheid of het feit dat ‘joden’ in het voetbal een connotatie heeft die niet direct te maken heeft met daadwerkelijke joden ontslaat spelers, supporters en clubs niet van de verplichting daar eens over na te denken. En misschien te stoppen met die quatsch.
Ik ken overigens vrij veel Ajacieden en die storen zich bijvoorbeeld ontzettend aan dat deel van de Ajaxkern die met Israelische vlaggen zwaait.
Dus Vincent, jij bent vóór het officieel verbieden van Jodenjacht-spreekkoren?
Het is natuurlijk ook zo de dat Joden-metafoor helemaal wordt uitgekleed, of het nu gaat om gaskamers, hamas, sterren, neuzen: eigenlijk komen alle cliché’s voorbij in de spreekkoren. Dus die loskoppeling tussen Ajacieten en echte Joden komt ook maar gedeeltelijk tot stand. Dit staat ook in een stuk dat
Hard//Hoofd enige tijd hierover publiceerde, sluit goed aan bij deze discussie: http://hardhoofd.com/2011/04/11/blond-antisemitisme/
Ik ben nergens tegen, en ik haat ‘verbieden’. Ook vind ik heel veel toelaatbaar. Alleen: de voetballerij heeft ook een verantwoording om hier over na te denken. That’s all.
Oh, en deze kan natuurlijk ook niet ontbreken:
Deelder: “Wie kaatst mag de bal verwachten”
‘Immoreel kwetsen’. Kun je ook moreel kwetsen dan?
Negerzoen, Jodenkoek, beide herdoopt. Allochtoon mag (alleen in Amsterdam?) ook niet meer, maar het alternatief kon geen bestuurder zelf bedenken, dus jatten ze het van de Amerikanen. Zij hebben Afro Americans, wij nu opeens een Turkse of Marokkaanse Amsterdammer/Rotterdammer (hoe dat dan moet als je niet precies weet wie wat is, geen probleem met de allesvanger ‘allochtoon’, daar worden vast nog beleidsnota’s over geschreven ) Zwarte Piet staat op de hitlist.
Kaaskop mag daarentegen wel, want blijkbaar beschouwen de witte bedenkers van eufemismen zich als dusdanig superieur, dat geen scheldwoord of bijnaam daaraan afdoet.
Nee, dan Joden. Het meest beladen woord ter wereld. Wiens gruwelijke geschiedenis (mijn bezoek aan Auschwitz heeft een verpletterende indruk op mij gemaakt, maar dit terzijde) bijna 70 jaar na dato, nog een getolereerde vrijbrief is voor dubieuze politiek in hun beloofde land. En dus reden om in Nederland wedstrijden stil te leggen.
De gemiddelde voetbalsupporter voelt bij het woord Jood hetzelfde als zelfbenoemde nette mensen bij de Eerste Wereldoorlog. Niets dus. Vandaar ook dat nota bene voor Ajacieden zelf, Jood een geuzenaam is.
Echt geen hond die dan denkt aan ongezellige gaskamers. Behalve ambtenaren die, zoals iedereen weet, door een overvloed aan tijd en geld, nooit zijn genoodzaakt om te relativeren of om prioriteiten te stellen.
En reageerder Jos, die zojuist als reactie op Ties, mensen met een andere mening dan hij, bestempelt als potentieel antisemiet (toe maar) en hen gebrek aan empathie voor de voeten gooit.
Tot slot vraag ik mij als resultaatgericht mens af: wat heeft deze discussie, die immers al jaren! aan de gang is, voor zin? De doelgroep is immers niet OSM (als je niet weet waar deze afkorting voor staat, bén je geen OSM 🙂 ), maar de gemiddelde Jood scanderende supporter. Het zal hem aan zijn reet roesten en straf gooit slechts olie op het vuur.
Als je niet bedoelt dat je op jodenjacht gaat en het is ook niet bedoeld om te kwetsen, waarom zou je het dan wel scanderen? Scandeer dan gewoon wat je wel bedoelt.
Ties schrijft: ‘Wie de beelden van de geëmotioneerde ‘Rooie Marck’ bekijkt, ziet dat voetbalsupporters heel goed weten wie ze toezingen, en waarom. Dat het Jodenjacht-lied bij de Anne Frank Stichting desondanks als kwetsend en antisemitisch overkomt, betekent niet dat het lied dat ook daadwerkelijk is. Immoreel kwetsen zit namelijk niet besloten in de ervaring van de ontvanger, maar in de bedoeling van de zender.’
Als supporter met inmiddels achttien jaar een seizoenkaart, durf ik stellig te beweren dat dit, althans voor een substantiële groep, niet geldt. De pure, ongecontroleerde haat die zo nu en dan tot uiting komt jegens alles wat tegen Feyenoord lijkt te zijn, en dan met name jegens onze vrienden uit Amsterdam, kan niemand die regelmatig het stadion bezoekt ontgaan zijn.
De uitsupporters worden primair dan ook niet geweerd omdat er weleens een lieflijk liedje over een jodenjacht aangeheven wordt, maar omdat het regelmatig faliekant mis is gegaan.
Meestal kun je ze trouwens missen als kiespijn, die supporters van Ajax.
Oow ik zie ook wel eens pure, ongecontroleerde haat. ‘Lèèèxie gaat op Jodenjacht’ valt daar alleen wat mij betreft niet onder. Zoals bijna alle spreekkoren. Meestal is het voetbalhumor, zo nu en dan klierend (alhoewel ik ma afvraag of Raf zich nog altijd zal storen aan de Sylvie is de hoer van Amsterdam-hit), maar vrijwel altijd met een knipoog.
Iets anders is écht geweld. Foei, mag van mij ook niet, maar daar heb ik het in dit artikel niet over. Het Jodenjacht-lied is punt van discussie.
Dit raakt precies de kern van deze heel ingewikkelde kwestie. Want is dat zo? Ik ben ook heel lang van mening geweest dat ‘Joden’ gewoon synoniem is voor Ajaxieten (die zichzelf natuurlijk ook zo noemen), dus niets aan de hand. Maar ik denk, en dat is eigenlijk op filosofisch niveau, dat wij ook verantwoordelijk zijn, of ons zouden moeten voelen, voor de niet-bedoelde effecten van onze uitspraken. Als er veel mensen oprecht beledigd zijn door jouw uitspraken, en dat ook blijven nadat jij hen hebt vertelt dat je andere intenties hebt, dan moet je daar toch wat mee. Je kunt dat ongemak niet negeren. Dus de ontvanger, of juist de bijstanders (voor wie het dus niet is bedoelt), spelen toch een rol.
Het heeft er ook mee te maken dat de voetbalwereld niet meer die kleine kantine met vrienden is, maar nationale publiek arena. Het is een botsing van een taal die vroeger alleen door insiders werd gehoord en begrepen (en dus niemand onbedoeld kwetste) versus een publieke arena waar politieke correctheid de boventoon voert en rekening gehouden dient te worden met veel meer toehoorders. Of dat laatste überhaupt haalbaar is, is de vraag. Zoals ik zei: ingewikkelde kwestie. Ik breek er af en toe wel eens mijn hoofd over.
Van mij mag ieder zich een positie ten opzichte van de beledigde ander bepalen, en daar consequenties aan verbinden. Punt is dat je dat niet moet verplichten. Als immorele (of zelfs: illegale) gekwetstheid besloten ligt bij de ontvanger, sterft het publieke debat. Ieder kan dan op basis van het ‘ik ben gekwetst’-argument een tegenstander monddood maken.
Wat er nu gebeurt is (gechargeerd) het volgende: Lex Immers zegt: ik bedoel het niet kwetsend. De Anne Frank Stichting zegt: het is wel kwetsend. En de KNVB & Aboutaleb zeggen: de Anne Frank Stichting heeft gelijk.
Hey, interessant en goed punt dat je maakt. Zo had ik het nog niet gezien. De KNVB zijn inderdaad nog een derde partij die dat ingewikkelde taalverkeer willen reguleren. Weer iets om mijn hoofd over te breken.
De zin “Immoreel kwetsen zit namelijk niet besloten in de ervaring van de ontvanger, maar in de bedoeling van de zender” is in mijn ogen zo absurd dat ik mij afvraag of ik het wel goed begrepen heb.
Geldt deze uitspraak ook als we het in een andere context plaatsen? Als een Surinamer het concept Zwarte Piet bijvoorbeeld kwetsend (want: racistisch) vindt, maar vervolgens tegen hem/haar gezegd wordt dat het ‘helemaal niet zo bedoeld is’? Of als meisjes op sites als 9gag te horen krijgen dat ze ‘hun mond moeten houden en weer achter het fornuis moeten gaan staan’ en de verzender vervolgens beweert dat zij zich vooral niet beledigd moeten voelen omdat het ‘maar een grap’ was?
Als jij meent dat het ‘ik ben gekwetst’-argument een tegenstander monddood maakt, geldt dat andersom ook. En als ik mag kiezen, dan lijkt het mij een verstandiger idee om rekening te houden met groepen of individuen die zich gekwetst voelen (zo moeilijk is dat namelijk helemaal niet) dan om impliciete racistische (of seksistische) uitspraken een get out of jail free-card te geven.
Ik voel me dus behoorlijk gekwetst door wat je daar schrijft, Alyssa. Wil je dit volgende keer aub. voor je houden?
– – –
Misschien een beetje flauw en kort door de bocht, dit. Maar snap je m’n punt?
Beste Ties,
Als ik het goed begrijp is iets alleen kwetsend als jij het kwetsend vind. Dit gaat natuurlijk voorbij aan alle andere mensen. Wat mij vooral stoort is het onbegrip en arrogantie waarmee de uitlatingen gedaan worden. Een ieder die nu nog roept dat hij niet begrijpt waarom “we gaan op jodenjacht” kwetsend gevonden wordt laat merken dat hij met zijn medemens weinig op heeft. Ik begrijp ook wel dat de spreker in kwestie niet daadwerkelijk bedoelt dat hij op jodenjacht gaat maar ik vind het ongelooflijk dat hij niet aanvoelt gezien de recente geschiedenis dat deze uitspraak wel kwetsend is voor veel mensen. Oftewel het interesseert je geen bal wat andere mensen denken ofwel je bent inderdaad een antisemiet. Ik vraag me af welke van de twee jij bent. Schelden en beledigen is niet leuk en is ook geen teken van intelligentie. Mensen schelden meestal ook alleen als de kans dat ze worden aangesproken op hun scheldpartijen gering is. Of ze doen het wetende dat degene die erover klaagt onmiddellijk een pak slaag kan krijgen. Homo is ook zo’n vaak gehanteerd woord rondom het veld. Nee ik wordt hier niet blij van maar helaas jij wel omdat jij niet begrijpt waarom mensen zich gekwetst voelen en dat zegt iets over jou. Dat heet gemis aan empathie. Je mag je gerust afvragen waarom dat is.