Vers Beton schrijft elke maand een column in de vernieuwde Uitagenda Rotterdam, het gratis culturele uitgaansmagazine. In het oktobernummer schrijft Fay over uitgaan in de haven. Van Club Berghain kijken wij Rotterdammers niet meer op…
Deze zomer bezocht ik de legendarische Berlijnse club Berghain. Als ik de verhalen en recensies op internet moest geloven zou het een onvergetelijke ervaring worden, waarbij vaak de locatie in een oude elektriciteitscentrale geroemd werd. Nu heb ik het er goed naar mijn zin gehad, maar om nou te zeggen dat het een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten… niet echt. Pas later realiseerde ik me waar dat aan zou kunnen liggen: in Rotterdam struikel je over het industriële erfgoed, daardoor maakt het niet zo veel indruk meer.
Ik ben absoluut geen reguliere clubganger, maar ik ben toch een aantal keer in de Maassilo geweest. Ik kijk ook ieder jaar kunst in een oude onderzeebootloods en ik heb al menig rondleiding in de Van Nellefabriek meegemaakt. Boodschappen doe je in het Entrepotgebouw en een hapje eten doe je in het Vierhavengebied bij Uit Eigen Stad. Ik verwacht dat het Rotterdamse publiek alleen nog maar meer industrieel erfgoed voorgeschoteld zal krijgen de komende jaren. Recreëren in de haven is namelijk hot.
Vrachtschepen worden almaar groter en dat zorgt ervoor dat het echte werk van de haven steeds verder bij de stad vandaan schuift, richting Maasvlakte I en II. Daarmee raken oude havens in onbruik, maar wordt de haven ook steeds minder zichtbaar voor de Rotterdammer. Er valt over te discussiëren of dat jammer is, of juist een teken van vooruitgang. De ontwikkeling biedt in ieder geval ruimte en mogelijkheid voor een nieuwe beleving van de haven.
In 2012 kon je al naar Containerfest in de Schiehaven. Sinds een paar jaar kun je tijdens de Wereldhavendagen naar de Nacht van de Kaap, alwaar je kunt beleven (ongetwijfeld sterk geromantiseerd) hoe het eraan toeging toen Katendrecht nog een wijk vol zeelui en hoeren was. Dit jaar beleefde Fabrique Mozaique de eerste editie: een spin-off van Motel Mozaïque met als locatie het terrein van scheepsbouwer Verolme. Misschien de vreemdste eend in de bijt is de uitvoering van de musical Jesus Christ Superstar in een marineloods op het RDM-terrein bij Heijplaat. De oude loods staat gepland voor sloop, en de bevlogen organisatie van de musical koos er bewust voor om zeer minimaal in te grijpen in de ruimte. Dat zorgde voor een rauw decor waarin, naast Jezus’ laatste dagen, de locatie zelf in de schijnwerpers stond.
Precies dat vind ik misschien wel het mooiste aan de manier waarop er nu door verschillende partijen op inventieve manieren van deze loodsen en werven gebruik wordt gemaakt: het laat je geen moment vergeten dat de plek waar je je bevindt ooit onderdeel van de grote Rotterdamse haven was.
Deze column verscheen eerder in de Uitagenda Rotterdam.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Al één reactie — discussieer mee!
vroegah (ja zo oud) had je nog techno feestjes in de Van Nelle, dat was echt een toplokatie om er tussenuit te sneaken en te verdwalen. Maar om nou te zeggen dat er veel industrieel erfgoed in Rotterdam staat en dit goed wordt gebruikt is ook wel een beetje overdreven/ zelf glorificatie. Ik denk dan eerder aan een Glasgow, Manchester, Berlijn misschien Lodz.
En een belangrijker punt. Het idee van industrieel erfgoed in die steden is niet “erfgoed” maar een goedkope ruimte om een hoop takke herrie te maken zonder klagers. De laatste keer dat dat gelukt is in Rotterdam kan ik me niet meer herinneren….