Waar zijn toch al onze daklozen gebleven? Zijn ze er minder of zien we ze minder? Barbara van Straaten doet een groot onderzoek naar daklozen in onder andere Rotterdam. Zij vertelt ons wie de Rotterdamse daklozen zijn en hoe het daklozenbeleid van de stad is geregeld. Victor Wollaert maakte er een fijne beeldreportage bij.
Onlangs verschenen twee artikelen over daklozen op Vers Beton. Gino van Weenen ging op zoek naar daklozen in Rotterdam, maar had grote moeite hen te vinden. Hij bleek, zo besefte hij in Gino Undercover: Daklozen II, geen reëel beeld van daklozen te hebben. Daarin is hij zeker niet de enige. Sommigen denken dat daklozen er zelf voor kiezen om dakloos te zijn. Anderen vermoeden dat er amper nog daklozen zijn in Rotterdam, omdat er maar weinig onverzorgde types met vieze baarden en versleten schoenen op straat te vinden zijn. Maar hoe zit het nou echt?
Binnenslapers buiten beeld
Wellicht denk je bij daklozen in eerste instantie aan mensen die letterlijk geen dak boven hun hoofd hebben en onder een brug slapen: de zogeheten ‘buitenslapers’. Zij zijn er nog wel, geschat wordt dat er zo’n 45 buitenslapers te vinden zijn in Rotterdam, maar dit is maar een heel klein deel van de totale groep die onder ‘dakloos’ wordt verstaan. De meeste dak- en thuislozen slapen en leven namelijk niet op straat, maar in opvangvoorzieningen. Daar worden zij begeleid om hun leven weer op de rails te krijgen. Sinds 2006 zijn ruim 4000 dakloze Rotterdammers aan onderdak en zorg geholpen, zo meldde het Trimbos-instituut vorig jaar. Vandaar dus ook dat daklozen weinig zichtbaar meer zijn op straat. Als je al langere tijd in Rotterdam woont kan je vast beamen dat het straatbeeld duidelijk is veranderd ten opzichte van jaren geleden. Hoe is dit zo gekomen?
Beleid
In 2006 vond een ingrijpende beleidsverandering plaats in de vier grote steden (Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag). In dat jaar startte een ambitieus programma voor de opvang van daklozen: het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Het doel van dit programma was om de situatie van daklozen te verbeteren en tegelijkertijd de overlast die deze groep veroorzaakte terug te dringen.
Al in de jaren daarvoor was Rotterdam voortvarend bezig om de drugsoverlast in te dammen en de veiligheid te vergroten door bijvoorbeeld de tippelzone op de Keileweg te sluiten en deze vrouwen op te vangen in zorgcentra, zo blijkt uit het rapport “Toen was het stil op straat” van het onderzoeksbureau IVO. Het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang initieerde vanaf 2006 meer veranderingen. Er werden extra voorzieningen voor daklozen verspreid over de stad geopend, zoals nieuwe woonvoorzieningen van organisaties als het Leger des Heils en het Centrum Voor Dienstverlening (CVD).
Ook werd een centraal loket ingericht aan de Binnenrotte: het Centraal Onthaal. Iedere dakloze Rotterdammer die gebruik wil maken van een opvangvoorziening zoals de nachtopvang, moet zich melden bij dit loket. Hij of zij moet daarbij aannemelijk kunnen maken dat er echt nood aan opvang is, en dat hij of zij niet (meer) terecht kan bij familie of vrienden. Ook moet hij of zij voldoen aan meer criteria, zoals aantoonbaar woonachtig zijn geweest in de regio Rotterdam, oftewel ‘regiobinding’ hebben, en legaal in Nederland verblijven. Vervolgens wordt een traject ingezet dat is gericht op stabiele huisvesting, een zinvolle dagbesteding, een geregeld inkomen en contacten met de zorg.
In 2010 kreeg deze aanpak een vervolg, dat loopt tot 2014. Het beleid wordt in brede kringen een succes genoemd: de overlast in de stad is sterk afgenomen en een aanzienlijke groep daklozen heeft een beter leven gekregen. Rotterdam geeft jaarlijks zo’n 60 miljoen euro uit aan zorg en opvang voor daklozen. Goed bestede euro’s zo blijkt: onderzoeksbureau Cebeon heeft berekend dat elke euro die wordt besteed aan het begeleiden van (potentieel) dak- en thuislozen bij het op de rails krijgen van hun leven, minstens het dubbele voor de samenleving oplevert. Het voorkomt hogere kosten op andere domeinen, in het bijzonder zorg en veiligheid.
Ondanks de successen van dit beleid komen er jaarlijks nieuwe daklozen bij. In 2011 hebben meer dan 1000 Rotterdammers zich gemeld bij de opvang, zo blijkt uit cijfers van het Trimbos-instituut. Een kanttekening bij deze cijfers is dat dit niet het complete beeld van daklozen in Rotterdam weergeeft: er zijn groepen daklozen, zoals dakloze Oost-Europeanen en dakloze vluchtelingen, die geen recht hebben op de eerder genoemde vormen van hulp. Deze groepen kunnen voor opvang in Rotterdam in principe alleen terecht in de Pauluskerk. De meeste ‘buitenslapers’ bevinden zich dan ook onder deze groepen. Van deze daklozen zijn weinig cijfers en gegevens bekend.
Redenen van dakloosheid
Samen met collega’s van het onderzoeksbureau IVO en het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg (OMZ) werk ik aan een grootschalig onderzoek naar (legale) daklozen in de vier grote steden (de Cohortstudie daklozen in de G4; Coda-G4). Wij vroegen hen hoe het is gekomen dat ze dakloos zijn. Uit interviews met ruim 500 daklozen blijkt er een diversiteit aan redenen voor hun dakloosheid te bestaan, maar bepaalde redenen hoorden we regelmatig terug. Vaak blijkt de oorzaak van hun dakloosheid een samenloop van verschillende factoren: conflicten of breuken in persoonlijke relaties zoals een echtscheiding; financiële problemen; ontslag van werk; huisuitzetting en psychische problemen.
Ton
Ton is 49 jaar oud. Hij ziet er normaal en goed verzorgd uit, als een doorsnee Nederlandse man. Hij verblijft tijdens het tweede interview in een doorstroomvoorziening, waar hij zo snel mogelijk weg wil. Hij voelt zich niet thuis tussen de in zijn woorden “psychiatrische gevallen”. Hij heeft in zijn leven een slechte periode gekend waarin zijn relatie op de klippen liep en hij uit zijn huis is gezet, maar op dit moment zijn het vooral nog zijn schulden die een groot probleem voor hem zijn. Samen met zijn begeleider werkt hij aan regelingen voor zijn schulden om daarna weer zo snel mogelijk zelfstandig te gaan wonen en weer aan het werk te gaan. Hij geeft aan dit hoofdstuk te willen afsluiten.
Moeten mannen met baarden zijn?
Om maar te beginnen met de ‘baarden-mythe’: in de gemiddelde hipster bar heb je beduidend meer kans om baarden tegen te komen dan in de nachtopvang. Maar wat is dan wel typerend voor hedendaagse daklozen?
Zij zijn in zeer ruime meerderheid man: slechts een klein deel van de volwassen daklozen is vrouw. Dit verschil is mogelijk te verklaren doordat vrouwen in een eerder stadium hulp zoeken of dat vrouwen vaker nog een sociaal netwerk hebben waar zij op terug kunnen vallen. De meeste daklozen zijn allochtoon en laagopgeleid. Schulden en werkloosheid zijn een groot probleem. Ook psychische problemen en lichamelijke klachten komen veel vaker voor dan in de algemene bevolking.
Delano
Delano is een stoere verschijning met hiphopkleding aan en een grote koptelefoon op zijn hoofd. Hij is 36 jaar, maar ziet er jonger uit. Hij blowt al sinds zijn jeugd dagelijks, en als hij wat geld heeft drinkt hij daar graag wat biertjes bij. Hij heeft een tijdje in een GGZ kliniek gezeten omdat hij regelmatig behoorlijk somber en angstig is. Nu verblijft hij tijdelijk bij zijn tante, één van zijn weinige familieleden die niet op Curaçao woont. Het is al snel duidelijk dat hij de vragen uit het onderzoek best ingewikkeld vindt, maar op de vraag wat hij graag wil heeft hij direct een antwoord klaar: “Een eigen huis, voor een beetje rust aan mijn kop en af en toe mooie feestjes”.
Op het gebied van drugsgebruik wijkt de groep die in de afgelopen jaren dakloos is geworden duidelijk af van de dakloze verslaafden die zo’n kwart eeuw geleden het straatbeeld rond het Centraal Station bepaalden: harddrugs, zoals heroïne en cocaïne, worden amper nog gebruikt door deze ‘nieuwe daklozen’. Een behoorlijke groep gebruikt helemaal niet. En als zij wel gebruiken, gaat het in de meeste gevallen om cannabis en alcohol.
Licht verstandelijke beperkingen lijken een rol te spelen bij een deel van deze daklozen: bijna een derde heeft vermoedelijk een laag IQ, zo blijkt uit het Coda-G4 onderzoek. In een complexer wordende maatschappij waar steeds meer van burgers wordt gevraagd, kan het voor deze mensen lastiger zijn geworden om mee te blijven draaien. Mensen moeten behoorlijk wat vaardigheden bezitten om rekeningen op tijd te betalen (laat staan achterstanden in te halen), verstandige prioriteiten te stellen en ingewikkelde brieven te ontcijferen. Zaken die belangrijk zijn om je huis te behouden. Niet iedereen bezit die vaardigheden in voldoende mate.
Ellen Wat aan de 43-jarige Ellen direct opvalt, is haar in en in vermoeide blik. Het leven is volgens haar zeggen dan ook al lange tijd erg zwaar voor haar, en dit is niet de eerste keer dat ze dakloos is. Alles wat er komt kijken bij het behouden van een woning, zoals op tijd de rekeningen betalen en afspraken nakomen, vindt ze moeilijk. Ook heeft ze een groot conflict met haar ex-man, voornamelijk over hun zoon, die haar dierbaar is. Ze verblijft in de nachtopvang, maar slaapt daar slecht. Daarnaast kampt ze met migraine, hevige rugpijn en een problematisch gebit. Ze blowt een paar keer per week om nog een beetje te kalmeren en de pijn te verzachten. Hoe ze alle problemen ooit moet oplossen is haar een raadsel.
Van de straat
Veel daklozen die ik de afgelopen jaren in het kader van het Coda-G4 onderzoek sprak, hebben een duidelijk toekomstperspectief voor ogen: zo snel mogelijk weer een huis, een baan en hun schulden aflossen. Het zijn zaken die, zeker in de huidige economische situatie, niet makkelijk te bereiken zijn. Veel daklozen die een traject zijn gestart zullen samen met hun hulpverleners nog jaren bezig zijn met schuldsaneringstrajecten, het zoeken naar passend werk en het opbouwen van een nieuw bestaan. Nu onder invloed van de crisis meer Rotterdammers schulden hebben, werkloos zijn en problemen met hypotheek of huur hebben, lijkt het niet waarschijnlijk dat dakloosheid op korte termijn zal afnemen. Daklozen zijn nu en de komende jaren nog altijd in flinke aantallen te vinden in Rotterdam. Maar gelukkig voor hen én voor de stad liggen ze niet meer letterlijk voor het oprapen.
Al 10 reacties — discussieer mee!
Fijn artikel, mooie balans tussen feiten en ervaringen, en prettig om wat onderbouwd inzicht te krijgen in dit circuit.
Waar ik alleen altijd bang voor ben, is dat de gemeente er – vanwege de crisis, vanwege het politieke klimaat, vanwege willekeur – op een gegeven moment voor kiest om te stoppen met preventieve opvang. Ik lees hier ook dat de huidige aanpak tot 2014 loopt, dus nog hooguit 2 maanden. Is al bekend wat hierna gebeurt?
Dank voor je reactie, en: goede vraag!
De kans is groot dat de budgetten voor opvang teruglopen en er bezuinigd gaat worden (net als op zoveel gebieden). Maar op welke manier: ik weet het niet. Mogelijk is Rotterdam er zelf ook nog niet over uit hoe verder in 2014; ze hebben er voor zover ik weet nog niets over naar buiten gebracht. Amsterdam heeft hier wel over gecommuniceerd: een paar maanden terug hadden ze het plan opgevat om de komende tijd voorzieningen voor daklozen af te bouwen om zo te bezuinigen. Maar heel recent zijn ze daar op teruggekomen omdat er nog altijd meer daklozen in blijken te stromen dan uitstromen, met als gevolg wachtlijsten voor zorg en overvolle voorzieningen. Onlangs bracht Amsterdam naar buiten dat voorzieningen voorlopig niet verder worden afgebouwd, totdat vaststaat dat dit verantwoord is.
Maar goed, genoeg over Amsterdam. Laten we hopen dat Rotterdam een verantwoord besluit neemt.
Weet niet hoe het er in Rotterdam aan toe gaat maar in Amsterdam wordt alles maar bij elkaar geplaatst. Rokers tussen niet-rokers, drugsgebruikers, alcoholisten en geesteszieken tussen daklozen die deze achtergrond niet hebben en dan verwacht men dat dit goed moet gaan. Een dakloze die om welke reden dan ook geen tabakslucht kan verdragen heeft een probleem want roken op de kamers is gewoon toegestaan. Wat een a-sociaal, schandalig en hypocriet beleid van de overheid! A-sociaal omdat er geen rekening wordt gehouden met dakloze niet-rokers, schandalig omdat bepaalde groepen daklozen echt niet om de situatie waarin ze verkeren gevraagd hebben en het hun, mijns inziens, niet nog moeilijker gemaakt moet worden dan ze het al hebben. En tot slot, hypocriet vanwege het feit dat roken in openbare ruimten, op werkplekken en in de meeste horecagelegenheden verboden is terwijl het roken op de kamers in semi openbare ruimten als de opvangcentra wel wordt toegestaan. Als dakloze niet-roker, niet drugsgebruiker, niet alcoholist, niet geesteszieke heeft men gewoonweg het nakijken. Weet de overheid wel wat dit psychisch met iemand doet?!
Hierbij nogmaals mijn reactie omdat ik niet weet of deze is doorgekomen.
Weet niet hoe het er in Rotterdam aan toe gaat maar in Amsterdam wordt alles maar bij elkaar geplaatst. Rokers tussen niet-rokers, drugsgebruikers, alcoholisten en geesteszieken tussen daklozen die deze achtergrond niet hebben en dan verwacht men dat dit goed moet gaan. Een dakloze die om welke reden dan ook geen tabakslucht kan verdragen heeft een probleem want roken op de kamers is gewoon toegestaan. Wat een a-sociaal, schandalig en hypocriet beleid van de overheid! A-sociaal omdat er geen rekening wordt gehouden met dakloze niet-rokers, schandalig omdat bepaalde groepen daklozen echt niet om de situatie waarin ze verkeren gevraagd hebben en het hun, mijns inziens, niet nog moeilijker gemaakt moet worden dan ze het al hebben. En tot slot, hypocriet vanwege het feit dat roken in openbare ruimten, op werkplekken en in de meeste horecagelegenheden verboden is terwijl het roken op de kamers in semi openbare ruimten als de opvangcentra wel wordt toegestaan. Als dakloze niet-roker, niet drugsgebruiker, niet alcoholist, niet geesteszieke heeft men gewoonweg het nakijken. Weet de overheid wel wat dit psychisch met iemand doet?!
Beste Barbara,
Weet jij hoeveel daklozen Rotterdam heeft dit jaar?
Bvd
Bedankt, zeer interessant om te lezen. Wat doet de overheid voor/met de Pauluskerkgangers? Overigens lijkt het daar ook steeds rustiger te zijn, als ik er langsloop zie ik nooit iemand ongeacht het tijdstip.
Bedankt Hugo.
De opvang en hulp voor de ‘oude’ Pauluskerkgangers (voornamelijk drugsverslaafden) met een Nederlands paspoort is sinds 2006 overgenomen door de reguliere instellingen voor opvang en (verslavings)zorg. Ze zitten dus meer verspreid in de stad en tegelijk is dit een in aantal afnemende en ‘vergrijzende’ groep (heroïnegebruik is bijv. al jaren dalende).
De nieuwe Pauluskerk in de Calypso richt zich voornamelijk op vluchtelingen en mensen zonder papieren, groepen waar de gemeente weinig hulp aan kan/mag geven, en is kleinschaliger dan vroeger. Deze groep valt in het straatbeeld ook minder op dan drugsverslaafden. De nieuwe Pauluskerk schijnt ook een soort ‘open huis’ te willen zijn voor alle Rotterdammers om ontmoetingen te stimuleren, dus je zou er gewoon eens binnen kunnen lopen om het te zien. (moet ik zelf ook nog eens doen!)
Hi Barbara,
Inderdaad, gewoon naar binnen lopen 🙂
Een keertje samen gaan?
http://bogue.nl/chillen-de-pauluskerk/
Groetjes van Iris.
Hoi Iris,
Mooi stuk over de Pauluskerk.
Samen gaan? Goed idee, ik ga mee!
Groeten,
Barbara
Mooi stuk!
Door dit soort stukken besef je gelijk dat er helemaal niet veel voor nodig hoeft te zijn om dakloos te worden.