Vanaf deze week gooien De Beste Stuurlui het roer grondig om. Geen wekelijkse pecha kucha van verhalen op vrijdag meer, maar elke maandag en vrijdag één uitstekende visie op de stad. We starten voortaan de week met een vlammende column (die ook in de Metro verschijnt), en sluiten de wekelijkse hectiek af met een vrijplaats voor de ziel.
Inge Spaander, kersverse stuurvrouw, bijt het spits af met een netelige kwestie: willen Rotterdammers wel écht met elkaar in gesprek? En waarom moeten varkens daar de dupe van worden?
Rotterdamse dialoog
In het Varkenshuis Rotterdam worden de twee Bonte Bentheimer biggen een jaar lang verzorgd door buurtbewoners. Het Varkenshuis is een plek voor varkens en mensen. Een huis om samen te komen, te eten en drinken en te discussiëren. Het Varkenshuis wordt gebouwd door de lokale gemeenschap met lokale materialen.
Zoals bultrug Johannes vorig jaar het slachtoffer werd van een landelijke Salomonsstrijd, verworden nu de varkens Blonde Arie & Slome Japie tot kostbare inzet bij een Rotterdamse dialoog waarin niemand echt meer luistert.
Stadsvarkens zijn het, de twee scharrelende dikkerdjes op Katendrecht. Goed verzorgd en volgevreten dienen ze een hoger doel. Een van de belangrijkste doelen, volgens de site van Rotterdamse Oogst, is het versterken van de lokale gemeenschap. Dit is gelukt. Een groep hulpboeren heeft gebouwd, voedselresten gedeeld en activiteiten voor buurtbewoners verzorgd. De varkens zijn aangegaapt door journalisten, buurtkinderen en toeristen en vereeuwigd in gedichten en tekeningen. Het middelpunt van de aandacht zijn ze geweest. Niet alleen in de wijk, in heel Rotterdam.
Maar zoals het kindsterretjes nu eenmaal vergaat, de jaren gaan tellen. Bij varkens nog wat sneller dan bij mensen. De slacht rest. Roemloos einde of hoogtepunt van een prachtige carrière in de spotlights? De meningen verschillen.
Kiloknallereters
De stadsboeren willen de varkens slachten. Ze hebben zich met elkaar en de varkens verbonden en onderzocht hoe je varkens houdt in een stadse omgeving. De varkens zouden vanaf het begin af aan geslacht worden en zo zal het ook geschieden.
Maar toen kwam de opstand in Rotterdam! Mensen die de varkens willen behouden, zijn een petitie begonnen, en er is een Facebook-pagina geopend. Ik lees mee en krijg medelijden met de varkens. Boze woorden en hautaine gedachten worden aan het voortbestaan van de varkens gewijd. ‘Red Arie en Japie’ wil niet in gesprek omdat een redding al wordt uitgesloten.
De brief aan de initiatiefneemster van de petitie kraakt onder de aannames en paternalistische bijwoorden. Een van de varkenshoudsters neemt bovendien stellig stelling op haar blog: kiloknallereters die hun geweten sussen, dát zijn het.
Wie weet
Het draait ondertussen niet meer om de varkens, het draait zelfs niet meer om het oorspronkelijke doel. De communicatie draait alleen nog om stellingname: wel dood – niet dood / wel goed – niet goed. Een dialoog waarvan de uitkomst voor beide partijen van te voren al vast moet staan heeft geen enkele zin.
De varkens voelen het aan. Ze zijn minder benaderbaar dan voorheen. Ik denk dat ze zich afkeren van ons. Niet omdat dat nu eenmaal hun natuur is. Nee, volgens mij willen ze niet langer onderwerp zijn van een strijd tussen twee kampen die geen duimbreed willen wijken. Het is jammer dat hun modderpoelen niet diep genoeg zijn, anders zouden ze net als Johannes kunnen kiezen voor een laatste diepe inhalering en zo de strijd beslechten.
Vandaag start De Dag van de Dialoog met als thema ‘Delen’. De dag duurt elf dagen. Wie weet is het genoeg.
Al 8 reacties — discussieer mee!
Er zijn vele argumenten voor en tegen de slacht van Blonde Arie en Slome Japie. Zo valt er ook best wat tegen, of voor, het hele project in te brengen.
Waar ik helemaal voor ben is dat er nagedacht en gesproken wordt over alle, nogal verschillende, aspecten.
Persoonlijk ben meer voor dan tegen de slacht van deze dieren met naam die ik mede verzorgd heb. Het gaat mij om bewustwording dat als je vlees eet, je een dier eet en dus een levend wezen hebt laten opgroeien (in het gunstige geval) en laten doden of dood.
Ik neem het voorstel om Arie en Japie ergens te laten verder leven niet over omdat daarmee 2 van miljarden dieren in leven gehouden worden terwijl ik de realiteit van het dagelijks leven wil uitvergroten: we eten dieren. Heel veel dieren, dat is wat de meeste van ons doen. Overigens: net zoals er dieren zijn die andere dieren eten. Hoe onnatuurlijk is dat?
Ik heb bij dit project vooraf gesteld dat als ik niet van Arie en Japie eet, ik ook niet meer van andere dieren eet. Deze ’proeve’ wil ik graag voltooien.
Het is mijn (luttele) bijdrage aan het vergroten van respect voor ‘wat de natuur ons geeft’ en laat met stilstaan bij wat ik ‘neem’.
Bij het naderen van de slacht denk ik na over de natuurlijk kringloop van leven en dood. We lijken (in deze welvaart) narigheid nauwelijks aanvaardbaar te vinden, we projecteren ongemak en onmacht graag uit (arme dieren, slechte mensen). De natuur – het leven, is werkelijk niet, nooit, nergens vrij van geweld en vergankelijkheid. ‘Shit happens’; wat niet wil zeggen dat we alles maar moeten laten gaan maar het vraagt wat mij betreft wel de grenzen van ons gezamenlijke en differse vermogen te erkennen naast ‘zo goed we kunnen er iets moois van te maken’.
Als ik ruimer denk dan mijn eigen kleine wereld met haar persoonlijke emoties, kleuring en belangen en het belang van 2 varkens is mijn pleidooi:
Laten we verschillen aanvaarden, ‘er is geen gelijk’, vieren waar we elkaar kunnen vinden en actievoeren waar een zo’n breed mogelijk bereik is. Om te beginnen met het doel ongezonde en respectloze vleesproductie een halt toe te roepen. Dat dient zowel dier als mens.
Als het je gaat om het knuffelgehalte, je interesse in dieren, de samenhang in de buurt (waar ik enorm van heb geleerd en genoten), of iets anders: maak je hard voor een nieuw project in de buurt. Richt de energie van je ongenoegen op iets dat je wilt bijdragen.
Beter een varkenshuis dan de bio industrie natuurlijk… Ik vraag me alleen altijd af waarom dieren wel geslacht mogen worden en mensen niet… Voor god zijn alle zielen gelijk. De grootste genocide ooit, en je hoort nooit iemand….
@Rob Hele aparte invalshoek. Wie heb je in gedachten?
Maak je geen zorgen Inge, ook buiten internet om wordt er volop gepraat tussen voor- en tegenstanders van de slacht.
Mijn mening (ik ben de varkenshoudster die stellig stelling neemt op haar blog ) heb ik gebaseerd op de vele gesprekken die ik gedurende de afgelopen zes maanden bij de varkens voerde met voorbijgangers, buurtbewoners en varkensredders. Dat waren toch echt dialogen.
Ook heeft er inmiddels een gesprek plaatsgevonden tussen de initiatiefnemers van het Varkenshuis en een tegenstander van de slacht. Of beide partijen het ooit helemaal met elkaar eens kunnen worden weet ik niet, en dat hoeft ook niet. Ieder zijn ding.
En de varkens? Die wroeten onverstoorbaar door, knorren tevree als ze een appeltje krijgen en laten zich nog steeds lekker over hun buik aaien. Al dat gedoe zal ze worst wezen.
Voor zover ik heb begrepen is het project gestart om kinderen in de stad met name bewust te maken waar vlees vandaan komt. Om ze te laten weten dat het vlees niet aan de bomen groeit of niet uit een fabriek komt waar het met plastic verpakking en al van de lopende band af rolt.
Vlees leeft…… voor het eindigt op een bord voor je neus.
Waar, hoe en met name de manier waarop vlees leeft heeft alles te maken met de manier waarop mensen (en dat begint bij kinderen) daar mee omgaan. De bewustwording dat er op verschillende manieren met ‘vlees’ wordt om gegaan is een discussie die al even leeft in deze maatschappij en waar, naar mijn mening, dit ‘experiment’ een goede bijdrage heeft geleverd op de manier waarop we met dit vraagstuk (zouden moeten) omspringen. Inderdaad is er op Katendrecht een petitie rond gegaan om de varkens van de slacht te behoeden en zullen er ouders zijn geweest die het zielig vonden vanwege het besef dat de kinderen hun dierlijke vriendjes kwijt gingen raken.
Maar juist deze gebeurtenis zouden ouders en petitie-nemers moeten aangrijpen om hun (klein)kinderen duidelijk te maken dat aan het eten van vlees ook consequenties vast zitten, namelijk dat er dieren voor dood moeten om het vlees op je bord te krijgen. Deze huiselijke gesprekken zullen zinvoller zijn dan alle petities bij elkaar om onze gewetens te sussen en te doen als of deze problematiek niet bestaat. Maar het moge duidelijk zijn dat alle discussies die klaarblijkelijk zijn gevoerd (binnen en buiten Facebook om) en stellingnames die er zijn geweest in ieder geval een aanzet in de goede richting zijn geweest. Overigens heb ik ervaren dat dit altijd in dialoog is of op een grappige manier en in mijn ogen is Facebook niet te bestempelen als het gemiddelde van de maatschappij. Op naar het volgende educatieve moment.
Inge Spaander blijkt een begenadigd schrijver, de redactie van Vers Beton mag zich in zijn handen knijpen met het, nmm nu al, meest getalenteerde redactielid. Meer! Meer!
Inhoudelijke reactie, want dat ‘moet’ hier altijd: dit varkensoproer is een even vermakelijk als genant voorbeeld van egocentrische, verwende mensen die -zoals meestal- niet kunnen relativeren.
Net als Karin vind ik dat Inge goed en leuk kan schrijven.
Ik ben wel benieuwd wie Karin in deze de egocentrisch verwende mensen vindt, en wat ze niet kunnen relativeren.
Het betoog van Inge vind ik helaas inhoudelijk een geval van ‘de beste stuurlui staan aan wal’. Maar wellicht dat deze column daarom ook zo heet.
Ik ben ook zo’n stuurman, en voor mij gaat het hele varkenshuis niet over slachten van varkens maar juist over een gesprek, de dialoog. En dat gesprek komt helaas maar matig op gang omdat er gepraat wordt over slachten in plaats van waar het echt over gaat.
Op de varkenshuis website lees ik net als Inge dat een van de belangrijkste doelen is; het versterken van de lokale gemeenschap “door de collectieve zorg over de 2 varkens”, die laatste belangrijke zin laat Inge weg. De gemeenschap is in deze de 30 buurtbewoners die voor de varkens gezorgd hebben. Die hebben samengewerkt en gediscussieerd, reken maar dat die gemeenschap is versterkt
Een van de andere belangrijke doelen die ik lees, en die lijkt me meer alomvattend, is het gesprek aangaan over de herkomst van ons voedsel en hoe mensen daar mee omgaan.
Arie en japie zijn niet de dupe van een afwezige dialoog.
Varkens zijn de dupe van het feit dat mensen vlees willen eten.
30 buurtbewoners hebben voor zichzelf besloten vlees te eten, en hebben daar de consequentie aan verbonden dat zelf te verzorgen en niet naar de supermarkt te gaan.
Persoonlijk vind ik dat meer dan lovenswaardig. Ik denk als iedereen dat zou doen, er veel bewuster vlees zou worden gegeten en deze wereld voor ons, en heeeeel veel varkens een betere plek zou zijn.
Als mensen vlees willen eten moeten er dieren dood, dat lijkt me geen onderwerp van een dialoog.
Of we überhaupt vlees moeten eten, melk moeten drinken en leer moeten dragen en als we dat doen, hoe die productie daarvan moet verlopen is wel een interessante vraag.
Of je, als je je eigen voedsel wilt verzorgen, je dat in de publieke ruimte van een stad moet doen vind ik nog veel interessanter.
Die vragen worden volgens mij door het varkenshuis gesteld.
Het medium Facebook en een handtekeningenactie lijken mij niet de beste middelen voor een open dialoog die zover ik het kan zien door het Varkenshuis juist wordt opgezocht. Alle 30 bewoners die voor de varkens zorgen zijn volgens mij op elk moment van de dag bereidt te praten over waarom zij op deze manier voor een deel van hun voedsel zorgen. En ik kan me niet voorstellen dat die discussie zich wat hen betreft beperkt tot de vraag van slachten of niet slachten. Daar hebben ze met z’n allen lang over gepraat, en het is slachten geworden.
Dat er andere mensen zijn die dat betreuren, dat is goed en laten we daar vooral veel over praten. Maar laten we dat gesprek alsjeblieft niet verengen tot een binaire slacht discussie. Dat antwoord is namelijk ja of nee, we kunnen niet een beetje slachten, en daarmee niet zo interessant.
Het Varkenshuis heeft een heel interessant onderwerp aangekaart over de herkomst van ons voedsel en hoe mensen daar (in een stad) mee omgaan.
Laten we dat gesprek aangaan.
De vele broertjes en zusje van Arie en Japie zijn allemaal de dupe van een eenzijdig gesprek over slachten. Zonder de slacht is het een kinderboerderij en hebben we het niet over waar het echt over zou moeten gaan: Moet je eigenlijk wel dieren eten? En zo ja, is er in de stad ruimte voor voedselproductie. Is een dakakker nog leuk als daar ook produktie-varkens lopen?
Leon, tja, zo had ik het nog niet bekeken. 🙂 Ik kwam niet toe aan de diepere laag van de herkomst van ons voedsel en hoe we daar mee omgaan. De dialoog daarover juich ik van harte toe. Na het lezen van dit artikel en een snelle blik op Facebook zag ik bozige, maar vooral drammerige mensen voor me die, zoals ook Inge schrijft, Arie en Japie en het oorspronkelijke doel al snel uit het oog verloren. Die niet over hun eigen schaduw heen kunnen springen. Zonder te willen generaliseren, zie je dit soort verschijnselen alleen in een welvaartsmaatschappij. Dit is waar je je druk om maakt als je alles al hebt. Vandaar mijn kwalificaties. Over relativeren gesproken en als je zin hebt om tenminste te grinniken (mij kon je opvegen) op deze druilerige maandag:
http://www.huffingtonpost.com/kelly-maclean/surviving-whole-foods_b_3895583.html