Afgelopen vrijdag werd de Rotterdam opgeleverd. Op diezelfde dag sprak Wouter Vanstiphout op Vers Beton zijn ongenoegen al uit over deze nieuwste schepping van Rem Koolhaas. Sereh Mandias deelt zijn scepsis: het is een gebouw dat er niet had moeten staan. Maar wat een fantastisch ding is het geworden.
De Rotterdam is met een vloeroppervlak van 160.000 m2 op dit moment het grootste gebouw van Nederland. De bouw van deze ontzagwekkende hoeveelheid vierkante meters is mogelijk gemaakt door een verhuizing van gemeentelijke diensten van de Marconi Torens naar de Wilhelminapier. Dat de gemeente het perifere no man’s land van het Marconiplein wil verruilen voor een levendiger plek in het centrum is alleszins begrijpelijk. Dat zij ervoor kiezen om hiermee de bouw van weer een nieuw icoon mogelijk te maken, in plaats van de koe bij de horens te vatten en één van de leegstaande kolossen in het centrum tot leven te wekken, is doodzonde.
De Rotterdam is ontworpen als verticale stad: een toren die zijn meerwaarde haalt uit de interactie tussen de verschillende functies die er gehuisvest zijn, waardoor je er in principe 24 uur per dag aangenaam kunt verblijven. Een zinvol concept voor dichtslibbende wereldsteden, waar compact bouwen de enige manier is om aan de toenemende vraag te voldoen. Voor Rotterdam, dat eerder een overschot dan een tekort aan publieke ruimte heeft, is het opzuigen van alle activiteit in één gebouw een absurd idee.
Goed, tot zover de scepsis. De afgelopen maanden heeft het gebouw steeds verder vorm gekregen, en iedere keer wordt het moeilijker je niet mee te laten slepen door de fysieke impact van de brute vierkante meters en het ongenaakbare staal en glas van de gevels. Een opwindend en mysterieus gebouw: van afstand een abstract vormenspel, van dichtbij te groot om in het blikveld te passen. Na jaren van grootstedelijke city branding is het een feest om eindelijk een gebouw te kunnen verwelkomen dat de vergelijking met Manhattan doorstaat. Is dit dan het Rotterdamse hoogbouwvirus? Het hoofd protesteert, maar de onderbuik weigert zich te schikken. Wat een subliem luchtkasteel.
Deze opinie verscheen eerder vandaag in Metro Rotterdam. De reacties op dit artikel worden volgende week maandag in de Metro besproken.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 4 reacties — discussieer mee!
Ik herken wat Sereh zegt, met m’n hoofd had en heb ik kritiek (jaren ’80 gebouw, outdated ideologie van alle functies in een groot gebouw proppen) maar ongemerkt ben ik tijdens de bouw, al fietsend van Zuid naar Noord en weer terug, van De Rotterdam gaan houden.
Serieus? Het is aardig. Maar het straalt nogal jaren ’90 uit…
Goh, en ik lees het stuk van Vanstiphout nu pas…
Vandaag ook een mooi stuk in The Guardian.
Dat de gemeente andere leegstand had moeten vullen is niet realistisch. In de eerste plaats is het idee om in De Rotterdam te gaan zitten al van ruim voor de crisis. Daarnaast is er niet 1 leegstaand pand in het centrum van Rotterdam waar alle diensten die nu in De Rotterdam komen in passen. Dan zou je dus in meerdere gebouwen in het centrum moeten gaan zitten wat waarschijnlijk duurder is en logistiek minder handig. Vergeet niet dat zo’n 82% van de kantoren in het centrum gewoon vol zit.