Wethouder Korrie Louwes (participatie, D66) bezocht onlangs Berlijn op werkbezoek. In tegenstelling tot Elsbeth Grievink en Tom van Odijk ziet zij wel degelijk veel overeenkomsten tussen beide steden. Sterker nog: volgens de wethouder kan de stad aan de Spree op het gebied van integratie heel veel leren van de stad aan de Nieuwe Maas.
In het artikel ‘Ich bin ein Rotterdammer’, dat op 20 november op Vers Beton verscheen, schrijven Elsbeth Grievink en Tom van Odijk over de vergelijking die Rotterdammers vaak maken van hun stad met Berlijn. Kern van deze vergelijking is dat beiden steden voorbestemd zijn altijd ‘te worden’ en nooit ‘te zijn’ en dat Rotterdammers hierdoor hoop en inspiratie uit Berlijn halen. Hieraan zou ik graag nog een andere overeenkomst willen toevoegen. Berlijn en Rotterdam lijken namelijk op meerdere vlakken op elkaar. Beiden zijn steden van mensen die er geboren zijn, maar ook van mensen die gekomen zijn uit alle delen van de wereld. In beide steden wonen meer dan 170 nationaliteiten. Beide zijn dus steden waar de wereld bij elkaar komt. En juist op dit vlak mogen we trots zijn op hoe we het hier in Rotterdam doen.
Afgelopen maandag 18 november bracht ik een werkbezoek aan Berlijn. Ik was daar om te praten over het integratievraagstuk op een bijeenkomst getiteld “Die integrierte Stad Rotterdam, ein Beispiel für Berlin?” georganiseerd door Degewo, de grootste wooncorporatie in Berlijn. Diverse politici, gebiedsontwikkelaars en integratie-experts uit Berlijn wilden weten hoe we in deze stad met elkaar omgaan: Wat is de staat van integratie in onze stad? Mijn boodschap: Rotterdam is de integratie voorbij. De problemen onder de lagere sociale klassen en onder jongeren en ouderen overstijgen inmiddels etniciteit. De oorzaak van de problemen ligt vaker aan lage sociale status en gebrek aan voldoende opleiding. Dit blijkt uit het rapport ‘De Staat van Integratie’ een onderzoek naar ontwikkelingen op het gebied van integratie in Amsterdam en Rotterdam. Geschreven door hoogleraren Han Entzinger (EUR) en Paul Scheffer (UvA), in opdracht van de twee participatiewethouders uit beide steden.
Het is daarom de hoogste tijd om het integratiedebat in Rotterdam af te sluiten. Het is tijd om vooruit te kijken. Tijd om over te gaan naar een breed burgerschapsbeleid, dat zich richt op alle Rotterdammers die het beste voor hebben met de stad. Deze collegeperiode zijn we daar al mee begonnen. Zo zijn we afgestapt van het doelgroepenbeleid. We werken aan een stabiele leefomgeving. Dit doen we door het bestrijden van discriminatie en homofobie, en door het bevorderen van harmonieuze relaties, sociaal vertrouwen en het benutten van de kracht van diversiteit in de breedste zin van het woord. Het sleutelwoord is participatie: we willen dat iedereen in de stad naar vermogen zijn steentje bijdraagt, zijn talenten ontwikkelt en betrokken is. het gaat hierbij niet om waar je vandaan komt, maar de vraag ‘wat doe jij en waar ga je naartoe?’ is belangrijker.
De toehoorders uit Berlijn waren zeer geïnteresseerd in onze aanpak. Zij sloegen bijvoorbeeld sterk aan op het ‘Rotterdam-gevoel’. Voor velen in Rotterdam is de stad hun voornaamste identiteit. Zij identificeren zichzelf meer met deze stad dan met bijvoorbeeld nationaliteit of herkomst. Hierin heeft Berlijn nog een lange weg te gaan, zo werd opgemerkt. Burgemeester Heinz Buschkowsky van Neukölln (een van de twaalf districten in Berlijn) heeft het Rotterdams sociaal beleid onderzocht en liet weten onze stad als schoolvoorbeeld te zien als het gaat om integratie. Veel van zijn voorstellen om de bereidheid tot integreren te verbeteren komen uit Rotterdam.
Het maakt mij trots dat wij hier in Rotterdam blijkbaar iets te pakken hebben in de manier waarop we met elkaar samenleven. Steeds meer wereldsteden zien de kracht van Rotterdamse aanpak in. Van Hamamatsu tot Sao Paolo, van Kopenhagen tot Londen, zij erkennen de grote stappen die deze stad heeft gezet. Jammer dat suburban wethouder Eerdmans (lijsttrekker Leefbaar Rotterdam, red.) met ambities ín Rotterdam dit blijkbaar ontgaat.
Berlijn en Rotterdam, die twee steden met ruim 170 nationaliteiten, hebben op meer vlakken iets gemeen dan hier eerder werd gesteld. Rotterdam volgt nauwlettend hoe de culturele elite in Berlijn stedelijke vernieuwing op een andere manier vorm geeft, zodat we dat hier (bijvoorbeeld met de Luchtsingel) in Rotterdamse praktijk kunnen toepassen. Ik prijs deze stedenband: we kunnen veel van elkaar leren, juist omdat we veel met elkaar gemeen hebben.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 16 reacties — discussieer mee!
Goed te zien dat mijn artikel vele reacties heeft opgeleverd. Vooral ook omdat velen willen weten waarom het zo is dat de intgratiediscussie voorbij is.
Ik kom tot deze conclusie na het rapport Staat van Integratie (waarin de statistische onderbouwing) en de vele bezoeken die ik als wethouder heb afgelegd in Rotterdam. Op verschillende terreinen kom ik tot deze conclusie. Op sociaal economisch gebied is in de stad goed zichtbaar dat we de integratie discussie voorbij zijn…
Er zijn steeds meer jonge ondernemers wiens wortels vaak buiten Nederland liggen. Neem Damage Clothing, een mode initiatief van Alexandre en Anibal Furtado, aan de Hillelaan. Deze jongens zitten er niet alleen voor hun eigen gewin, maar willen meteen de wijk Feyenoord meetrekken en op de kaart zetten. Neem Noëlle Bynoe en Sabine Bovy ‘De Rechtzaak’ aan de Goudsesingel in Rotterdam. Deze twee jonge arbeidsrechtadvocaten bieden rechtshulp voor mensen met een kleine portemonnee. Of het bijzondere verhaal van modehuis Belaqise van Ahmed Mahla, die wilde bewijzen dat met een ander maatsyteem betere passende kleding voor vrouwen is te maken. Inmiddels is de eerste zaak op de Binnenweg geopend.
Het aantal zelfstandig ondernemers stijgt onder de traditionele migrantengroepen spectaculair, zo blijkt uit De staat van integratie’. Dat zijn allang niet meer de geijkte halal slagers en exotische groentewinkels. Er zitten hele innovatieve concepten bij: vernieuwend, met oog voor maatschappelijke noden en goed voor de werkgelegenheid.
Ook als ik de betrokkenheid bij de stad en de Rotterdamse samenleving zie van bi-culturele groepen dan stemt me dat positief. De veelkleurige jonge Rotterdammers op Zuid van H.E.L.D.E.R.H.E.I.D. die zich druk maken over niet alleen hun toekomst, maar vooral over die van jongeren die niet vanzelf op het goede pad terecht komen. Of de betrokkenheid van vrouwen uit Charlois van verschillende achtergronden bij Tien voor Taal, een initiatief om vrouwen uit hun buurt te helpen bij het beter spreken van de Nederlandse taal.
Laatste voorbeeld dat ik nog wel noemen is dat ik erg blij word van het feit dat verschillende culturele gemeenschappen in onze stad steeds meer zichtbaar worden en daardoor steeds meer mengen in de Rotterdamse samenleving. De Holi feesten op Stadspodium en Afrikaanderplein, de Chanoekaviering deze week op het Schouwburgplein en het EID-festival afgelopen zomer van de Pakistaanse gemeenschap op het Afrikaanderplein. Deze culturele feesten raken steeds bekender en steeds meer Rotterdammers vieren dit mee.
Al deze ontwikkelingen vormen voor mij de slotsom dat we in onze stad niet alleen getalsmatig maar ook echt de integratie voorbij zijn. Dat wil zeker niet zeggen dat we er al zijn, integendeel. Maar trots op waar we nu staan mag ook wel eens tot uitdrukking komen. Als een geweldige dynamische stad als Berlijn zich graag zelf wil spiegelen aan Rotterdam om daarvan te leren, neem ik die uitnodiging niet alleen met beide handen aan, maar wil tevens van de goede werken daar leren.
En het verhaal met Berlijn gaat verder. Test site Rotterdam/Luchtsingel is genomineerd voor de prestigieuze Berlin Award. Op 9 december horen we of ze deze in de wacht slepen, hoe het ook zij, Rotterdam mag trots zijn op wat Rotterdammers in deze stad presteren. Als gemeente dragen wij hierin ook ons steentje bij. Ik wil dat graag ook aan Rotterdammers uitleggen, niet alleen op de vele plekken in de stad waar ik kom of op mijn eigen website http://www.korrielouwes.nl maar ook via deze weg op VersBeton. Leve het debat.
Mijn mening als een in Berlijn geboren en opgegroeide Rotterdammer: Cijfers zoals 170 naties zeggen weinig omdat de demografie van de twee steden fundamenteel verschilt.
Berlijn is, vanwege zijn gebrek aan post-koloniale migratie, nog steeds een blanke stad. Migranten komen er voornamelijk uit Turkije, Libanon, Oost- en nu ook West-Europa. Op de Berlijnse zomercarnaval dansen blanke Duitse vrouwen in exotistische verkleding. Autochtoon-Duitse Berlijners zullen in verzet gaan als er halal-levensmiddelen in ‘hun’ supermarkt zouden opduiken, en je vindt nauwelijks in Berlijn een winkelstraat waar zo vele culturen vertegenwoordigd zijn als op de Nieuwe Binnenweg of de Westkruiskade, en nauwelijks en openluchtmarkt zoals de Afrikaandermarkt.
Buschkowsky, sociaaldemocratische burgemeester van een deelgemeente die op Rotterdam-Zuid lijkt, staat bekend in Berlijn als law & order-politicus. Wat hij in Rotterdam als “schoolvoorbeeld” ziet, is de keiharde “schoon, heel en veilig”-aanpak, het post-Fortuynse beleid waarop Vers Beton terecht kritisch is. Wat Nederlanders leuk aan Berlijn vinden – en waarom we steeds meer Rotterdamse creatieven aan Berlijn kwijtraken -, is niet het Berlijn dat Buschkowsky wil.
Ik ben blij dat jij daar de energie wel nog voor kunt opbrengen, Inge.
Mooie nuancering van het zoveelste zelfpromotieverhaal van een politicus.
“Het sleutelwoord is participatie: we willen dat iedereen in de stad naar vermogen zijn steentje bijdraagt, zijn talenten ontwikkelt en betrokken is. het gaat hierbij niet om waar je vandaan komt, maar de vraag ‘wat doe jij en waar ga je naartoe?’ is belangrijker.”
Maar o wee als de participatie even niet meetbaar is. Dan is de logische conclusie bijna vanzelfsprekend => niet nuttig => verdient straf. Terwijl mensen erg goed in staat zijn uit zichzelf sociale en nuttige activiteiten te ontplooien. Ook als daar niet de eendimensionale economische – en gezien de toestand op de Nederlandse arbeidsmarkt sinds ca. 1974 achterhaalde, want er is sindsdien nooit sprake geweest van volledige werkgelegenheid – factor “betaald werk” tegenover staat. Dan gaan mensen wat vaker langs bij familie, vrienden en bekenden in zieken-, bejaarden- of verpleeghuis. Kunnen ze ook wat langer blijven. Ze schrijven pro deo voor websites over Rotterdam of helpen de medemens op een andere manier.
Heel leuk, de vergelijking met andere steden. Vooral ter promotie van de op het pluche verkerende elite. Misschien toch een beter idee aan meer solidariteit in eigen stad te werken. Dat betekent onder meer dat als er ontslagen vallen bij de gemeente, omdat de begroting anders niet rond komt, ook zij die wel hun baan behouden, bijdragen aan de grote rekensom door salaris in te leveren. Het kan in de praktijk namelijk nooit zo zwart-wit zijn dat de blijvers het allemaal helemaal goed hebben gedaan en dat slechts de ontslagenen hebben gefaald.
O is er een aanpak in Rotterdam? Daar had wel een grotere kop bij gemogen.
Integratie is niet iets dat je stuurt, integratie is iets dat gebeurt. En hoe vollediger je als Rotterdammer de lokale politieke signalen negeert, hoe beter je het naar je zin hebt.
Ik ziet hoogstpersoonlijk geen enkele aanleiding om te veronderstellen, dat als er geen enkel beleid was gevoerd, de uitkomst anders was geweest. Dit soort opdetietjesklopperij mag van mij eentweehuppetee met de Roteb mee.
En even geheel los daarvan: we zijn bovendien nog niet vergeten wat die teringmoffen in de oorlog hebben geflikt.
Er is op dit moment niemand die de dienst uitmaakt in deze stad, die deze oprechte emotie van huis uit hebt medebekomen.
Dus. Krijgt lekker de tering met je Berlijn. Wat nou Berlijn? Rot een end op zeg!
Beste Ome Ko,
gefeliciteerd! U bent de eerste sinds het bestaan van Vers Beton die het heeft over “de teringmoffen” en “wat ze hebben geflikt in de oorlog”. Het doet mij beseffen dat onze generatie daar toch écht niet meer mee bezig is.
Mee eens. Schaamteloze zelfpromotie met hier en daar een dolkomisch element: de Luchtsingel (NB het eigen speeltje van de wethouder dat peanuts is vergeleken bij andere Rotterdamse stadsvernieuwingsprojecten) als voorbeeld van stedelijke vernieuwing, roflol!
Wat ik niet begrijp van het zichzelf uiterst serieus nemende Vers Beton, immers niet afhankelijk van schenkingen van D66, waarom ze Korrie Louwes een podium bieden in deze vorm.
Iets zegt me dat ik daar antwoord op ga krijgen 🙂
Tuurlijk! Een en al transparantie hier hoor 🙂
We vonden het een interessant punt van Louwes, dat de integratie voorbij zou zijn. Of dat waar is, is een tweede. Het is een opiniestuk, geen doorwrocht bewijs.
Of de wethouder hiermee door het ijs zakt, is aan onze lezers, die gelukkig meer dan slim genoeg zijn om artikelen kritisch te beoordelen. We zijn daarom minimaal even geïnteresseerd in de discussie die haar punt oproept, en daarin is het stuk goed geslaagd.
Zeer terecht dat Vers Beton ruimte geeft aan politici hun visie wereldkundig te maken. Zeer ergerlijk dat politici vervolgens niet reageren op de te berde gebrachte tegenargumenten. Hopelijk wordt het ze ooit eens duidelijk dat het max. 140 tekens-medium Twitter nu juist het medium is waarop je niet met je eventuele achterban in “discussie” gaat. Wekt namelijk nogal de indruk van valselijk contact met het stemvee.
Mee eens. Het voelt nu als hit and run. Ik zal Louwes vragen om reactie!
Dankjewel Inge, ik had stiekem al op je gehoopt. Ik ben het met je eens, zeer interessante visie over dat integratie een gepasseerd station zou zijn (ik denk, en beslist niet voor de eerste keer, dat Louwes wat vaker naar buiten moet). Het was met name de vorm waar ik me over verbaasde, tenminste als het bij haar visie zou blijven. Met jullie hoop ik dat er meer commenters los gaan, van welke signatuur dan ook.
Verder sluit ik aan bij Stefan, maar ik betwijfel of de wethouder de indruk van valselijk contact met het stemvee weg gaat nemen. Als ik haar voorlichter was, zou ik dat haar ten sterkste ontraden om nog meer imago- en partijschade te voorkomen. Maar ik ben haar voorlichter niet, dus Korrie, kom er maar in!
Enne wie zegt dat ik niet van jouw generatie ben?
Ha! Helemaal gelijk; dat zou zomaar kunnen. Bij de naam ‘Ome Ko’ zag ik een ouder iemand voor me, zodoende. Maar vertel op, van welke generatie ben je?
Nee, Korrie Louwes. Dit is wederom een onvoldoende antwoord. Heel leuk dat er in de stad allerlei toe te juichen initiatieven zijn die stad of omgeving trachten beter te maken.
De kern schuilt in de huidige inrichting van de democratie: u verdient 108.000 euro per jaar omdat u zich ooit heeft aangesloten bij D66 en waarschijnlijk met erg veel energie bent blijven doordrammen, anderen – met even veel en waarschijnlijk meer geestelijke bagage – zitten aan de onderkant van de samenleving, worden zo’n beetje gecriminaliseerd en kunnen het min of meer uitzoeken.
Het zou u op intellectueel niveau sieren als u zich daar eens wat sterker voor ging maken, in plaats van zich druk te maken over projecten als “De Luchtsingel”, waarvan het succes nog maar geheel is af te wachten en absoluut niet op uw conto of dat van uw partij, D66, is toe te schrijven. En niet door overleg met wat eventueel het best naar zo veel mogelijk achterban zou werken.
Een volwaardig functionerende democratie begint bij solidariteit over een veel breder blak dan u nu tracht te schetsen. Heel jammer: het leven is wat minder maakbaar dan wordt gewenst. Dat heeft Pim Fortuyn aan den lijve mogen ondervinden.
“Leve het debat” en wederom is wethouder Korrie Louwes afgehaakt.