Universitair hoofddocent Europees Recht Flora Goudappel reageert op het voorstel voor een Oost-Europeanenquotum van Joost Eerdmans. Dit is onhaalbaar, discriminerend en kiezersbedrog, stelt zij. Maar ook Karakus’ voorstel om Oost-Europeanen niet direct in het GBA in te schrijven is discriminerend en mist doel.
Onlangs stelde Leefbaar Rotterdam-lijsttrekker Joost Eerdmans in een opiniestuk in het AD voor om de Rotterdamwet aan te passen om zo een Rotterdams quotum van maximaal duizend arbeidsmigranten uit Oost-Europa in te stellen. Dit voorstel is in strijd met de Europese regelgeving, leidt tot ongewenste discriminatie en is eigenlijk gewoon kiezersbedrog.
Enkele dagen later liet lijsttrekker van de PvdA Hamit Karakus zich uit over arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Hij wil ze niet zomaar een burgerservicenummer (BSN) geven, maar eerst toetsen of ze voldoende inkomen hebben om te blijven en of ze niet worden uitgebuit. Dit klinkt wat sympathieker, maar ook dit voorstel heeft flink wat nadelen. Een kleine analyse van beide voorstellen, oorzaken en mogelijke gevolgen.
In strijd met het Europees rechtssysteem
De Rotterdamwet geeft een gemeente de mogelijkheid om in specifieke wijken aan nieuwkomers een inkomenseis te stellen. Deze eis is voor iedereen gelijk. Dat is niet het geval bij het quotumvoorstel. Daarbij kunnen namelijk alle inwoners van de Europese Unie zich in principe in Rotterdam vestigen, maar slechts een beperkt aantal burgers uit Oost-Europese landen. Daarmee is een quotum in strijd met de basis van het hele Europese rechtssysteem: je mag burgers van andere lidstaten niet slechter behandelen dan je eigen onderdanen. Uitsluitend op die manier is het mogelijk een interne markt met vrij verkeer te hebben.
Daarnaast past een quotum niet binnen de structuur en het doel van de Rotterdamwet. Een quotum van bijvoorbeeld duizend burgers uit Roemenië betekent dat de volstrekt willekeurige Roemeen nummer 1001 niet zal worden toegestaan zich in Rotterdam te vestigen, zelfs als deze persoon hersenchirurg is. Het doel is dan kennelijk om zoveel mogelijk Oost-Europeanen uit Rotterdam te weren. Dat is discriminatie en kan en mag simpelweg niet. De kiezers voorhouden dat zoiets wel mogelijk zou zijn, is ze voor de gek houden.
Praktische bezwaren
Dan zijn er nog een paar praktische overwegingen tegen dit voorstel. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als door de stijgende werkloosheid in een land als Spanje er plots een grote toestroom van Spanjaarden op gang komt? Ook een quotum instellen? En wat als er in nog meer landen iets dergelijks gebeurt? De lijst met quota wordt dan langer en langer en onbeheersbaar.
Daarbij wordt er in het voorstel van uitgegaan dat alle Oost-Europeanen overlast geven en weinig inkomsten hebben. Dat is absoluut niet het geval. Ook veel hoogopgeleiden werken en wonen in Rotterdam. Zij zullen het slachtoffer zijn van deze wetgeving, wat economisch slecht is voor Rotterdam.
En tenslotte is er het probleem dat veel van de mensen tegen wie het voorstel zich richt, zich niet inschrijven in het GBA. Ze gaan immers regelmatig naar huis en zijn dan nooit langer dan vier maanden in Nederland (pas bij een verblijf van langer dan vier maanden is inschrijving verplicht). Zij worden dus door geen enkel quotum tegengehouden.
Ook Karakus mist doel
Het voorstel van Karakus en de zijnen lijkt op zich een stuk verstandiger: eerst kijken of betrokkenen niet uitgebuit worden, werk zullen hebben en goede gehuisvest worden, om vervolgens pas tot inschrijving in het GBA over te gaan. Dit voorstel kan ervoor zorgen dat er veel leed bij zowel huidige als toekomstige Rotterdammers wordt vermeden. Maar ook dit voorstel heeft nadelen. Minister Asscher (PvdA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gelijk als hij stelt dat ook bij dit voorstel gediscrimineerd wordt tussen Nederlanders enerzijds en Oost-Europeanen anderzijds. Voor deze laatste groep gaat namelijk een zwaardere test gelden. In de Europese regelgeving is immers neergelegd dat een BSN automatisch moet worden verstrekt.
Daarnaast gaat Karakus’ voorstel tot veel extra werk bij de ambtenaren leiden, die alles moeten controleren. De groep mensen die men wil tegenhouden zal zich ondertussen waarschijnlijk niet eens meer aanmelden, of wijkt uit naar één van de omringde gemeentes. Zij worden zo dus nog gemakkelijk slachtoffer van arbeidsuitbuiting en huisjesmelkers. Helaas, ook dit voorstel mist dus doel.
Pak arbeidsuitbuiters en huisjesmelkers aan
Wat dan wel? Volgens mij liggen arbeidsuitbuiters, die Oost-Europeanen hier ver onder het minimumloon aan het werk zetten, en huisjesmelkers, die veel te veel Oost-Europeanen in veel te kleine en slecht onderhouden woningen huisvesten, aan de basis van veel problemen. Er zal daarom fors moeten worden ingezet op het aanpakken van deze uitbuiters. Pas dan zal het veel minder aantrekkelijk worden om Oost-Europeanen naar Nederland te halen.
Al 6 reacties — discussieer mee!
Uiteraard vindt mevr. Goudappel de voorstellen van Eerdmans niks, ze zit nota bene op een volledig door de EU gesubsidieerde leerstoel, de Jean Monnet chair, en is vooraanstaand lid van de PvdA.
Het is aan de kalkoen vragen wat we met de kerst gaan eten.
Je bedoelt: omdat Flora Goudappel een mening heeft, mag zij er geen stukken meer over schrijven? 🙂
“De Rotterdamwet geeft een gemeente de mogelijkheid om in specifieke wijken aan nieuwkomers een inkomenseis te stellen. Deze eis is voor iedereen gelijk. Dat is niet het geval bij het quotumvoorstel.”
Met deze redenatie heb ik wel moeite. Als je stelt dat in een bepaalde wijk geen mensen met zwart haar mogen wonen, is die haarkleur-eis ook voor iedereen gelijk. Althans, net zo gelijk als een inkomens-eis. En met hetzelfde gemak kun je dit doortrekken naar een nationaliteits-eis.
De conclusie is dus kennelijk dat discrimineren enkel niet mag in de door Europa opgegeven gevallen (namelijk op basis van nationaliteit).
“Dat is discriminatie en kan en mag simpelweg niet. De kiezers voorhouden dat zoiets wel mogelijk zou zijn, is ze voor de gek houden.”
Even los van de vraag of discriminatie al dan niet moet mogen (m.i niet), is het natuurlijk een feit dat een politicus zo ongeveer ALLES in zijn partijprogram moet kunnen opnemen. Juist zaken die nu niet mogelijk zijn. Het vak van politicus is immers juist om zaken mogelijk te MAKEN. Als Eerdmans nou zegt dat ie er alles aan gaat doen om discriminatie mogelijk te maken (bijvoorbeeld door in de gemeente daarvoor te pleiten maar ook daarvoor te lobbyen op landelijk of zelfs Europees niveau) dan is dat op zich legitiem, en zeker geen kiezersbedrog. Als ie faalt, kan ie naderhand tegen zijn stemmers zeggen: “Ik heb nooit gezegd dat het gemakkelijk zou worden om mijn woorden waar te maken.”
Het lobbywerk had plaats moeten vinden voor de Tweede Kamer instemde met vervallen van de arbeidsvergunning voor werknemers uit Roemenie en Bulgarije. De stemming daarover vond twee weken geleden plaats.
Kennelijk is de lobby toen niet geslaagd.
Het is de vraag waarom een lobby vanuit een lokale partij, die feitelijk alleen een politieke relatie heeft met een lid van de Eerste Kamer van de PVV, achteraf wel zou slagen.
Een gezamenlijk optreden van de regeringsleiders van de Europese lidstaten maakt wel kans, waarbij het er toe doet dat zowel Duitsland als Frankrijk daarmee in stemmen.
Als daar de belangen kantelen, kan er iets van terechtkomen.
Nee hoor. Ze mag overal een mening over hebben en die hier verkondigen. Maar hij is nogal voorspelbaar en ik hecht er weinig waarde aan.
Het is zoals Harry Callahan al zei: “Opinions are like assholes. Everybody has one”.