Vorige week vroeg Bart van der Zande zich af of het zo’n goed idee was, al die nieuwe hotels in Rotterdam. Want zijn daar wel klanten voor? Een interessante discussie ontspon zich, waarin volgens Tom van Odijk en Elsbeth Grievink een belangrijk aspect onbesproken bleef: programmering.
Nog even in een notendop waar het om gaat. In heel korte tijd heeft Rotterdam er een heleboel nieuwe hotels bij gekregen, van budget tot vijfsterren. Sindsdien zijn er twee kampen met elkaar in een hardnekkige kip-ei-discussie verwikkeld. Het eerste kamp denkt dat er te weinig klandizie is voor zoveel hotels en schudt het hoofd bij de gedachte aan onbeslapen bedden, nooit gebruikte badjassen en rimpelloze zwembaden. Kamp twee, en daarin voelen ondergetekenden zich thuis, vindt al die nieuwe hotels juist goed. Want die maken het mogelijk om meer bezoekers naar onze stad te halen.
En dan hebben we het niet alleen over toeristen. (Aan toeristen hebben we in Rotterdam een hekel, want ‘die lopen in de weg’. Van die houding moeten we maar eens af. We mogen in Rotterdam dan wel 170 nationaliteiten huisvesten, kosmopolitisch ben je pas als de ‘wereld’ graag te gast is in je stad.) We hebben het ook over de congres- en evenementenmarkt. Want om grote meerdaagse manifestaties te kunnen faciliteren, moet je als stad wél genoeg hotels hebben om de bezoekers onder te brengen. Welk kamp gelijk krijgt, zullen we binnen afzienbare tijd weten. Simpelweg omdat de markt de discussie heeft doorbroken en die hotels er nu zíjn.
De discussies erover draaien op dit moment echter veel te veel om cijfers: aantal bedden versus aantal bezoekers. Zo zijn we in Rotterdam gewend om onze stad te ontwikkelen, op een rekenmachientje. Waarom heeft niemand het over de affectieve meerwaarde van hotels en de betekenis die ze voor Rotterdam kúnnen hebben?
Citylounge
De gemeente streeft naar een binnenstad als Citylounge, een metafoor voor gastvrijheid, warmte en gezelligheid. Een stad die uitnodigt om langer te verblijven en anderen te ontmoeten. Er is geen plek die zich beter leent voor die rol van Citylounge dan het hotel.
Hotels brengen mensen uit alle hoeken van de wereld samen onder één dak. Mensen met de meest uiteenlopende achtergronden en de meest diverse redenen om in Rotterdam te zijn. Stuk voor stuk brengen ze iets waardevols mee naar onze stad.
En dan hebben we het eens níet over het geld dat ze uitgeven, maar over kennis, ideeën en inspiratie. (Voor wie het toch weten wil: volgens het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen besteedt de internationale congresbezoeker 442 euro per dag). In potentie zijn hotels dan ook allemaal mystieke, romantische plekken, waar altijd reuring en leven in de brouwerij is.
Helaas zijn veel hotels ingericht als gesloten, steriele burchten, waar elke spontane ontmoeting wordt ontmoedigd. Laat staan dat locals er naar binnen durven voor een wijntje aan de bar. Terwijl het juist die interactie tussen locals en bezoekers is, die de stad zo verrijkt. Gelukkig zijn daarvan ook een paar goede voorbeelden: Hotel New York, de SS Rotterdam en Hotel Central zijn zich bewust van hun aantrekkingskracht en hebben die op zo’n manier ingezet dat Rotterdammers en hotelgasten er moeiteloos mixen.
Dat heeft alles te maken met programma, uitnodigende activiteiten. Om preciezer te zijn: de boekwinkel en het restaurant van Hotel New York, de cocktailbar op het sundeck van de SS en de glorieuze feestjes in Central. Deze hotels bieden hun gasten een bijzondere ervaring om over naar huis te Twitteren, en brengen ze bovendien in contact met locals. En wat vind je zelf leuk als je in een andere stad bent? Juist. Kortom, wij geloven dat de enorme hotelaanwas een zegen kan zijn voor Rotterdam. Als katalysators voor onze economie, maar vooral ook als onmisbare actoren voor de levendigheid van de stad. Dan moeten de grote hotelbazen wel meer doen dan bedden bieden.
Verleid ons!
Als ál die nieuwe hotels – want inderdaad, het zijn er veel en het is nog steeds crisis – overeind willen blijven, bieden ze een gevarieerd programma en presenteren ze zich meer als vrij toegankelijke plek in de stad. En liever nog: als hotspot.
Dus, beste mensen van Easy, Mainport, NHow, Holiday Inn Express en kornuiten: bied ons die skybar, dat jazzconcert, die rooftop cocktailparties, die opgerolde plakjes kaas op je ontbijtbuffet, dat adembenemende uitzicht, dat stijlvolle casino, die mooie binnentuin met high tea of die knusse lounge die voelt als een tweede huiskamer. En haal ons, karakteristieke locals, naar binnen! We doen jullie gasten geen kwaad, we willen hen alleen maar vriendelijk toeknikken, zich thuis laten voelen, wellicht een drankje aanbieden en ze enthousiast vertellen over de stad waar we zelf zo van houden. Wat dat betreft komen de hotels hier in een gespreid bedje. Aan ons zal het niet liggen!
Voorlopig heeft CitizenM het begrepen, door een hip openingsfeestje te vieren waar tout Rotterdam voor uitgenodigd was. We hopen dat ze doorzetten, dat er in hun lobby’s altijd iets te beleven is en dat de concurrentie zich laat inspireren. Dat zou goed en leuk zijn voor de stad en uiteindelijk óók voor het getal onder de streep.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Kan me hier zeker in vinden. Er is wel al meer openbaar dan we denken, maar hoe openbaar is het als niemand het weet? Juist, niet echt openbaar inderdaad.
CitizenM blijft open voor publiek, maar het is op de eerste etage dus mensen zullen niet makkelijk binnenlopen vrees ik. NHOW krijgt een ‘sky bar’ op de bovenkant van de onderbouw. Met de prachtige view op de Erasmusbrug zal dat zeker mensen trekken. Manhattan Hotel heeft al een openbare bar (met cheesecake die met die van Koekela kan wedijveren!) maar die vind je niet als je het niet weet. Inntel heeft natuurlijk Water, Maritime Hotel heeft een openbare bar, Bazar is Bazar en het restaurant van Hilton aan de Kruiskade is ook gewoon openbaar tegenwoordig. Op zich is het dus allemaal zo slecht nog niet. Bij Easy gaat het in ieder geval niet gebeuren, dat is puur kamers de gasten moeten hun ontbijt ook buiten de deur halen (wat weer goed is voor de ondernemers in de omgeving natuurlijk).
Toch stiekem nog een paar cijfers om het in perspectief te zetten met die hotels. Rotterdam gaat nu richting de 4000 hotelbedden. Amsterdam zit rond de 50.000! (70.000 in metropoolregio) In Las Vegas zijn er al 8 hotels die meer bedden hebben dan heel Rotterdam bij elkaar. Er kan dus nog best wat bij.
Mooi stuk! Er zullen de komende jaren wellicht wel wat hotels het niet gaan redden, maar deze grotere diversiteit aan hotels en dus keuzemogelijkheden is alleen maar toe te juichen.