Tweemaal in de afgelopen tweeënhalf jaar ging jazzcafé Dizzy aan de ’s Gravendijkwal failliet. Enkele weken geleden werd de roemruchte kroeg opnieuw heropend. Ties Joosten sprak met de nieuwe programmeur en de bedrijfsleider over de vraag waarom Dizzy ditmaal wel open blijft.
Enkele weken geleden heropende Jazzcafé Dizzy de deuren. Na een crowdfundingsactie waarbij zo’n 130 Rotterdammers geld inlegden besloten twee ervaren horecaondernemers de failliete tent opnieuw leven in te blazen. Nieuwe bedrijfsleider werd Ruud Wiegmans, sinds jaar en dag betrokken bij het café en twaalf jaar geleden zelfs even mede-eigenaar. Programmeur werd Marguerite Melchers, die eerder werkte voor onder meer Rotown en het Metropolis festival. Met hen ging ik om de tafel zitten voor een gesprek. Over Rotterdam en over jazz, over nostalgie en over ondernemen, maar vooral over de vraag: blijft Dizzy ditmaal wel gewoon open?
Met een hese stem waarin de sigarettenrook van een jarenlange carrière in de muziekindustrie doorklinkt, begint Marguerite te lachen, als ik haar vraag naar haar verleden in Dizzy. Bedachtzaam frunnikt ze aan haar ketting waaraan kralen in de vorm van Engelse dropjes hangen. Hoewel grijze krullen haar gezicht inmiddels omlijsten, verraden haar lachende kraaienpootjes dat ze terugdenkt aan het jonge meisje dat zichzelf Tequila Guitara Ramona noemde en dat hier 25 jaar geleden de deur plat liep. “Je had hier drie tenten op een rij zitten: de Dizzy, Sjaan en Heavy. Iets verderop zat de Tudor, waar de legendarische Rotterdamse dj Hans Havenaar draaide. Nachtenlang heb ik hier lol staan maken, staan dansen en sjansen. Vaak tot ver voorbij de zon opkwam.”
Ook Ruud begint te lachen als hij terugdenkt aan die begindagen van de Dizzy. Zijn blauwe ogen, die in een vol leven als barman nauwelijks aan helderheid hebben ingeboet, kijken de kroeg rond, maar lijken vooral het café te zien zoals het er toen uitzag. “Daar had je eerst het podium”, zegt hij, wijzend richting de voorkant van de kroeg. “Dizzy was toen minder dan de helft zo groot als het nu is, het was echt een pijpenlaatje. De mensen kwamen toen ook echt niet alleen voor de muziek. Ik durf te wedden dat het merendeel buiten de Dizzy om zelfs niet zo veel met jazz had. Mensen kwamen hier graag omdat het zo gezellig was, de jazzconcertjes waren een bonus.”
Hoewel zowel Marguerite als Ruud zich het gezellige, kleine kroegje van toen nog goed kunnen herinneren, verwierf Dizzy zijn faam pas echt in de periode die hierop volgde. In 1982 werd de muur tussen de Dizzy en het aanpalende Heavy doorgebroken en kreeg het jazzcafé een voor die tijd revolutionair nieuw interieur, verzorgd door architectenbureau BOA: licht, ruim, een grote bar, stalenbuismeubels, een tuin en een groot podium. De Dizzy was, zo schrijft Patricia van Ulzen in haar proefschrift Dromen van een metropool, het eerste Rotterdamse café dat “werelds aandeed, en niets weg had van de traditionele Hollandse bruine kroeg.” Het is dit café dat al snel wordt bevolkt door de Rotterdamse creatieve klasse en zo zijn faam verwerft.
Van het faillissement van Dizzy werd schande gesproken in de stad. Het had nooit, nooit mogen gebeuren. Het oudste jazzpodium van Nederland, in een stad die sinds jaar en dag met de jazzmuziek verbonden is, waar Chet Baker zijn allerlaatste optreden gaf voordat hij vanuit een Amsterdams hotelraam de eeuwigheid tegemoet stortte, dat mocht toch niet verdwijnen? We moesten ons als Rotterdam collectief schamen. Delen jullie dat gevoel?
Marguerite: “Natuurlijk, het was een fantastische tijd. De lol die ik hier in het verleden heb gehad was voor mij één van de belangrijkste redenen om er nu in te stappen en te proberen van de Dizzy weer wat moois te maken. Toch vind ik dat je moet oppassen met het verheerlijken van die tijd. Rotterdam was in die dagen echt nog een heel andere stad. Het Wester Paviljoen, Le Vagabond en Rotown bestonden allemaal nog niet, we hadden veel minder concurrentie.”
Ruud: “De Nieuwe Binnenweg was toen ook een heel andere straat. Als je hier diep in de nacht de kroeg uitkwam, en je liep de straat op terwijl de zon al een beetje op begon te komen, dan leek het hier wel Perron Nul. Overal groepjes junks en hoeren. Iets verderop, bij de Claes de Vrieselaan, werd toen zelfs nog getippeld. De Dizzy was in dit gebied de enige plek waar je een beetje leuk kon stappen. Logisch dus dat het hier ook zo druk was.”
De Dizzy is de afgelopen tweeënhalf jaar tweemaal failliet gegaan. Telkens werd om het bestaansrecht van het café aan te tonen dat roemruchte verleden van stal gehaald. Maar een kroeg die zoveel moeite heeft om het hoofd boven water te houden doet toch ook zelf iets verkeerd? Welke fouten zijn er in het verleden gemaakt?
Ruud: “Intern werden af en toe gewoon vreemde keuzes gemaakt. Zo had één van de oud-eigenaren die met de Dizzy failliet is gegaan, eigenlijk helemaal niet zo veel met muziek. Hij wilde hier op een gegeven moment zelfs een muziekcomputer neerzetten. Dan begrijp je dus echt niet wat voor een tent dit is.”
Marguerite: “En andere eigenaar onder wiens leiding de Dizzy failliet ging, was hier een beetje restaurantje gaan zitten spelen, compleet met driegangenmenu’s en tafellakens. Hij had eigenlijk nog best een goede liveprogrammering, maar de sfeer was gewoon echt niet leuk meer. Hij ging helemaal voorbij aan de doelgroep, ik kwam zelf ook niet meer.’
Ruud: “Ik hoorde van artiesten dat als ze hier binnenkwamen ze eerst een half uur moesten wachten omdat er nog mensen op het podium zaten te eten. Dan heb je toch echt je prioriteiten verkeerd liggen. Je bent wel een jazzpodium! Op avonden dat je een programmering hebt, moet je daar ook wel op inzetten.”
Maar ook in de jazz-scène zijn jullie al lang de enige niet meer. Op zondag kan je naar Boudewijn, laatst stond Benjamin Herman in Le Vagabond, en Bird en LantarenVenster hebben jazz in het DNA zitten. Is er voor jullie nog wel ruimte?
Marguerite: “Dat denk ik wel. Je hebt in Rotterdam veel kleine kroegjes die opkomende triootjes en kwartetjes programmeren, zoals Boudewijn. Ik vind dat hartstikke leuk, die kroegen zijn daarmee echt een soort broeinestjes. Bird en LantarenVenster zijn veel groter en zitten dan ook aan de andere kant van het spectrum. Die krijgen subsidie om een programmering mogelijk te maken die er anders niet was geweest. Daar ga je dan ook echt heen om een concert te zien. Met Dizzy willen we precies tussen die twee uitersten in zitten: artiesten die op het punt van doorbreken staan moeten hier staan omdat Dizzy goed staat op je cv, en meer gearriveerde artiesten moeten hier willen staan omdat ze het hier altijd zo naar hun zin hebben gehad.”
“Laatst zat Hans Dulfer hier bijvoorbeeld aan de bar te klagen dat hij een kutjaar had gehad. Ik zeg: ‘Kom op, Hans. Je hebt in Japan getoerd, het gaat waanzinnig goed met je band, wat loop je nou te zeiken?’ Zegt-ie: ‘Ja, maar ik heb dit jaar nog niet in Dizzy gespeeld.’ Kijk, dat is het gevoel dat Dizzy bij artiesten weer moet oproepen.”
Maar je wilt je dus wel op ervaren muzikanten gaan richten?
Marguerite: “Jazeker, de mensen die hier optreden moeten hun sporen wel al verdiend hebben. Op 10 december is Stefan Lievestro bijvoorbeeld onze artist in residence. Hij won ooit de Deloitte Jazz Award. Hij neemt onder meer drummer Mark Schilder, winnaar van de Erasmus Jazz Price in 2011, en gitarist Reinier Baas, winnaar van de Edison Jazzprijs 2013, mee. Dat zijn gewoon goede muzikanten.”
En qua horeca. Hoe gaan jullie dat nu aanpakken?
Ruud: “We gaan gewoon weer lekker, betaalbaar eten serveren. Geen gedoe met gangen en tafellakens. We hebben nu bijvoorbeeld een eendenbout en dorade op het menu staan, maar ook een cheeseburger en een daghap-sateetje voor 9,50. Verder hebben we altijd een lekker soepie of een snackie. Dat is volgens mij wat je in Dizzy moet serveren.”
“Verder wordt in al het gejubel over Dizzy’s legendarische muziekgeschiedenis wel eens vergeten dat Dizzy vroeger vooral een gouden horecatent was. Hier kwamen goede barmannen en –vrouwen vandaan en we waren een spin in het Rotterdamse horecaweb. Nu moeten wij ons plekkie weer veroveren. Met leuke muziek en een leuke kaart, maar vooral door heel hard te werken met mensen die trots zijn op hun vak en er plezier in hebben.”
Uitleg playlist
Een playlist over de Dizzy kan natuurlijk niet anders beginnen dan met een nummer van de naamgever: Dizzy Gillespie. Chet Baker staat erin, omdat hij in Dizzy zijn laatste concert ooit gaf. Het album Minguss, Mingus Mingus van Charles Mingus was één van de eerste jazzalbums waar Marguerite Melchers naar luisterde. Stefan Lievestro treed op dinsdag 10 december in Dizzy op. De soulvolle stem van Billy Holiday was nog zo’n oude favoriet van Melchers. Hans Dulfer is zowel naast de bar als op het podium een graag geziene gast in het jazzcafé. Als 18-jarig meisje ging Melchers in haar eentje al naar concerten van Miles Davis. De Dizzy wil ook graag moderne jazz (of nu-jazz) gaan programmeren en Monsieur Dubois is daarvan één van Nederlands bekendste voorbeelden. Een toekomstdroom is om ooit Gregory Porter in Dizzy te programmeren. En Send in the Clouds van David Murray was jarenlang de klassieke Dizzy-avondafsluiter. Helaas is dat nummer zo obscuur dat in de playlist een andere versie staat.
Dizzy is dagelijks geopend vanaf 16:00 uur tot 01:00 (doordeweeks) of 02:00 (vrijdag en zaterdag). Op dinsdagavond en zondagmiddag is er altijd livemuziek. Het programma kan je hier bekijken.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Al 15 reacties — discussieer mee!
Belangrijk: wat gaat een biertje kosten?
“Na een crowdfundingsactie waarbij zo’n 130 Rotterdammers geld inlegden”
en 1 Weertenaar (oud-Rotterdammer)
Ties, wat een fijn stuk over Dizzy. Voortborduren op de succeselementen van vroeger, datgene dat Dizzy in de eerste plaats zo uniek en sterk maakte, met oog voor wat nu in de stad en de scene speelt. Klinkt goed.
Ik hoop van harte dat ze nu succes houden! Dit stuk stimuleert mij in ieder geval om asap weer eens bij Dizzy langs te gaan. 🙂
Heel goed, leuk! Vanavond dus een mooi concert 🙂
1979 tm 1992 programmeur Dizzy in zn glorietijd Barend Petersen, die vanuit het niets, er een landelijk bekend podium van maakte. Mede doordat de R-damse kunsstichting (Piet Warnaar) kroegen subsidie ging geven. Daar ik ook programmeur voor het Heineken Jazzfestival was (1983 tm 1986) kon ik veel beroemde Jazzmusici binnenhalen. Tevens zorgde pianist Rein de Graaff, bij wie ik veel goodwill had, voor de krenten in de pap.
Chet Baker, George Coleman , Frank Canino, Dave Pike, Hal Singer, Mel Lewis, Lee Konitz, Al Cohn, Woody Shaw, Bob Mintzer, Don Friedman, David Layton, Ronnie Cuber, Al Defino, Jimmy Halperin, Charlie Rousse, Tim Armacost, Herb Geller, Frank Wess, Frank Wright, Piet Noordijk, Ferdinand Povel, Bart v. Lier, Ben vd Dungen, Rob v. Bavel, Jarmo Hoogendijk, Eric Vloeimans.
Send in the clouds moet zijn Send in the CLOWNS. “Gespeeld”” door George Adams.
U weet het zeker? Mij is erg duidelijk Send in the Clouds van David Murray gezegd, maar dat is dan wel weer een totaal onvindbare track.
http://www.youtube.com/watch?v=EiLkGH-M-bg Hie eenstukje te horen.
George Adams / Don Pullen.
Maar als je liever wolken wilt insturen……. OK.
Spotify.
Normale horecaprijzen, en de meeste optredens zijn gratis.
haha! Wereldnummer. Van Frankie het aller, allermooist
http://www.youtube.com/watch?v=ogvKogtJw9c
Wat een wezenloos leuk geschreven en informatief artikel. Kan niet wachten om daar een portje te drinken…
Ik heb de playlist aangepast, we kunnen natuurlijk geen verkeerde afsluiter gebruiken 🙂
Thanks Rob!
yes I remember it well those were the days, ik hoop dat het dit keer goed gaat. en ja hoor het zijn echt clowns die naar binnen gestuurd worden weten zij veel. ga jij daar ook nog een vinger in de pap krijgen, zou een goed idee zijn. doei.