Na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart worden de deelgemeentes vervangen door gebiedscommissies: een nieuwe bestuurslaag die dichter bij de buurt en minder politiek zou moeten zijn. Toch lopen de meeste traditionele politieke partijen zich alweer warm voor deze bestuursfuncties. Maar niet alleen de usual suspects doen mee, ook nieuwe (a)politieke groepen willen inspraak. WIJ Delfshaven is zo’n groep, en Myrta Otten sprak met hen.
In café De Ooievaar in Historisch Delfshaven zwaaien Jelle van der Molen en Robbert de Vrieze net een journaliste van De Havenloods uit. “We maken er een persdagje van”, zeggen ze jolig. Voor hen op tafel liggen verkiezingsposters, met slogans als ‘Wie het doet mag het zeggen!’ en ‘Opgelet voor het participatiepalet!’ De vrolijk-activistische oprichters van WIJ Delfshaven hebben er duidelijk zin in.
Gefeliciteerd met jullie eigen lijst. Waar komt het idee vandaan om mee te doen aan de verkiezingen?
Jelle: “Tijdens een etentje hadden we het erover dat de meeste traditionele politieke partijen alweer staan te trappelen om mee te doen met de gebiedscommissies. Terwijl de opzet van de gebiedscommissies is dat de inwoners van een wijk erin zouden gaan zitten. Dat staat volgens ons haaks op elkaar.”
Robbert: “Wij geloven dat er mooie dingen gebeuren als mensen zelf het initiatief kunnen nemen. Dat was onze eerste motivatie.”
Meer buurt dus, en minder politiek?
J: “Juist. Dat was zelfs de slogan van de gemeente toen ze besloten te stoppen met de deelraden om er gebiedscommissies van te maken. En vervolgens gaan alle gevestigde partijen daar weer gewoon in zitten! Politiek is te belangrijk om alleen aan politici over te laten.”
Marco Heijnen van PvdA zei daarover: ‘We hebben het over gemeenschapsmiddelen en dat is nu eenmaal een politiek keuze’.
R: “Het is inderdaad een paradox. Als je meedoet aan verkiezingen, doe je bijna per definitie aan politiek. Maar toch willen wij een apolitieke beweging zijn. Daarom hebben we eigenlijk twee organisaties opgezet: Club WIJ, een netwerk van bewonersinitiatieven en zelforganisaties van lokale ondernemers. En Lijst WIJ, die met mensen die boven die initiatieven staan aan de verkiezingen meedoet. Deze kandidaten zijn niet direct aan één initiatief gelieerd, maar begrijpen wel goed hoe dat soort initiatieven werken.”
J: “Er is nog weinig vastgelegd over hoe een gebiedscommissie moet gaan functioneren. Daarom ligt er nu een kans om politiek en bestuur op een andere en misschien betere manier te organiseren.”
Hoe dan?
J: “Na dat etentje hebben we nagedacht over de vraag waar nu de meest waardevolle netwerken in de wijken zitten. Volgens ons zijn dat die buurtinitiatieven. Als je die kan verbinden, heb je een heel nieuwe manier om de behoeftes van een wijk in kaart te brengen. Ik denk dat het heel waardevol kan zijn om dàt als gebiedscommissie goed te organiseren. Dan kun je er echt voor zorgen dat de wijk verbetert.”
R: “Wij willen met WIJ Delfshaven een organisatie opzetten die van de leefwereld in de wijk en de systeemwereld van de politiek communicerende vaten maakt. Nu schuurt het nog te veel tussen deze twee belevingswerelden.”
Waar schuurt het dan? Tussen bewoners en deelgemeentes? Of tussen bewoners en het stadhuis?
R: “Tussen de overheid en de mensen in het algemeen. De overheid wil controleren, is juridisch en hiërarchisch. Bewonersinitiatieven zijn meer gebaseerd op basis van vertrouwen, op dialoog en op samenwerking. Ze zijn daardoor flexibeler en er is meer betrokkenheid. Ook vind je er meer passie.”
Dat zit niet in de politiek, wou je zeggen?
R: “Nou, nee. De politiek is verdeeld in allerlei schotten, clubjes en groeperingen. Zo van ‘dit is mijn beleidsterrein en daar houdt mijn verantwoordelijkheid op’. Ze zitten in dat systeem gevangen en worden daar cynisch van. Politici missen daardoor passie en betrokkenheid.”
Jullie zeggen meer naar de bewoners te willen luisteren. Hoe zorg je dat je niet populistisch wordt?
J: “Populistische politieke partijen zijn gebaseerd op angst. Dat is niet ons kernbeginsel. WIJ Delfshaven is gebaseerd op vertrouwen, op openheid. We zijn daarom al eens ‘lief-populistisch’ genoemd.”
R: “We hebben vertrouwen in de mensen die hier in Delfshaven wonen. Ik geloof in het principe van the wisdom of te crowd. Als je een groep bij elkaar zet die groot genoeg is, dan is er aan het eind van de dag een antwoord op de vraag hoe je dingen beter kunt organiseren. Dat principe willen we gaan toepassen met WIJ Delfshaven.”
Komen jullie ook nog met een verkiezingsprogramma?
J: “Op één van onze posters staat ‘niet ideologisch maar dialogisch’. Bij WIJ Delfshaven draait het om meedoen. De gevestigde politieke partijen schrijven van tevoren hun verkiezingsprogramma: ‘Dit zijn de problemen, dit zijn onze oplossingen’, schrijven ze dan. Eigenlijk de enige vráág die ze de kiezer nog stellen is: ‘Wil je een roos, sponsje of erwtensoep?’ Wij willen dat omdraaien. Op ons platform, club WIJ, kan iedereen die in Delfshaven woont aangeven waar op dat moment behoefte aan is. Verder gaan we mensen in de wijk over bepaalde onderwerpen bij elkaar brengen en laten nadenken over wat er noodzakelijk is.”
Je stem je dus eigenlijk op een model?
R: “Op een werkwijze, maar er liggen wel een aantal onderliggende aannames die je misschien als verkiezingspunten zou kunnen bestempelen. Bijvoorbeeld dat burgerkracht voor sommige vragen hele krachtige oplossingen biedt, die een aanvulling kunnen zijn op de diensten van de overheid. En dat voor het ontwikkelen van levendige burgerkracht laagdrempelige publieke ruimtes een essentiële voorwaarde zijn. Leeszaal West, dat als reactie op het verdwijnen van de bibliotheek werd opgericht, is daarvan een perfect voorbeeld.”
En na de verkiezingen?
J: “Dan kom je op een gegeven moment met vijftien gekozen mensen bij elkaar en dan moet je met elkaar gaan afspreken hoe je als gebiedscommissie gaat functioneren. Gaan we weer gemeenteraadje spelen zoals we jarenlang gewend waren? Of gaan we eens kijken hoe we het hier in Delfshaven vrolijk op een andere manier kunnen organiseren? Dat laatste zou onze insteek zijn; geen oppositie en coalitie meer, maar ieders netwerk en capaciteiten inzetten om de collectieve waarde van Delfshaven te vergroten. Met iedereen die dan in die gebiedscommissie zit. Op wijkniveau zijn politieke waarden nu eenmaal minder productief. Er heeft weleens iemand gezegd ‘lantarenpalen zijn niet links of rechts, die moeten gewoon branden’.”
Vers Beton volgt komende maanden de verkiezingscampagne op de voet. Van SP-schuursponsjes uitdelen in Spangen tot Leefbaars ledenbijeenkomst in Lombardijen: wij zijn erbij.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Al 5 reacties — discussieer mee!
Ik vind het nogal suggestieve vragen, maar ja, ik ben ook een gewone populist.
In de Eerste kamer heb ik gepleit voor het afschaffen van het hele systeem, zoals Leefbaar Rotterdam al vanaf 2002 wil.
Op hun site zijn het uitgebreide rapport – De Gordiaanse knoop – en mijn motivatie te lezen.
De huidige situatie, die door de minister met argusogen zal worden bekeken, mag niet leiden tot een deelraadlight systeem.
Edoch, de opzet van de peveda en de andere partijen die voor dit bestuurlijke monstrum hebben gekozen is het binnenhalen van stemmen.
Om met de laatste te beginnen. Leefbaar haalt bij gemeentelijke verkiezingen meer stemmen dan bij deelgemeentelijke verkiezingen.
Het eerste lijkt complexer maar is het niet.
Uit een peveda rapport blijkt dat deelraadsleden (op Feijenoord) geen flauwe notie van hun partij en het nut van de deelraad hebben. Het gaat hen om de maandelijkse vergoeding van € 1100,- schoon.
Daarom roepen ze hun achterban op om hen te stemmen. Die achterban doet dat braaf en stemt tegelijkertijd gemeentelijk op dezelfde lijst: de peveda* Zie hier de reden van het bestaan en de koppeling aan politieke partijen.
Omdat niet alle belangstellenden precies weten hoe ze moeten stemmen, werden ze bij de vorige verkiezingen “geholpen” Resultaat 2100 incidenten in vrijwel identieke buurten (say no more) Peveda professor Andre Krouwel (kieskompas) sprak over fraude! (zie Leefbaar R. site)
Ik heb bij mijn afscheid gevraagd om bij de komende verkiezingen waarnemers van de VN te vragen.
Maar het is toch juist reuze handig als diezelfde politici en bestuurders terugkomen in de gebiedscommissies?
Dan hoeft dat corruptieonderzoek tenminste niet helemaal over te worden gedaan.
Interessant concept. Terwijl ik dit zit te lezen, zie ik honderden beren op de weg, maar blijkbaar moet ik dit heel anders zien. De gebiedscommissie als apolitiek instrument om het beste uit de wijk te halen, dus zonder die eeuwige strijd tussen voor- en tegenstanders.
Wat ik heel erg mis in jullie verhaal (en wat qua verkiezingen ook funest is), is een aansprekend voorbeeld. Waar kan ik dit type bestuur mee vergelijken? De vrijwilligers van een volleybalvereniging? De autarkie van de padvinderij. Ik heb een aansprekend voorbeeld nodig om dit goed te begrijpen, denk ik, en ik denk dat er meer kiezers zijn.
Echte toepasselijke voorbeelden zijn er nog niet in Nederland; in die zin zijn de gebiedscommissies een experiment en weten ze zelfs op de Coolsingel niet precies hoe het in de praktijk gaat werken. Er zijn wel een aantal interessante referenties van meer directe democratie en ontwikkeling van burgerkracht.
Zo is er in Porto Allegre in Brazilië al ruim 10 jaar ervaring met participatief begroten. Een jaarlijkse cyclus van vaststellen van problemen, prioriteiten, oplossingen, uitvoering en evaluatie krijgt duizenden mensen op de been en zorgt voor transparanter en effectiever overheidsbeleid.
Een ander voorbeeld is Better Reykjavik; waar de IJslandse financiële crash van 2008 aanleiding vormde voor de ontwikkeling van een online ‘Open Active Democracy’ tool. Op deze website kan iedereen ideeën aandragen die andere mensen weer kunnen steunen of afkeuren. De 5 meest bediscussieerde ideeën op facebook worden vervolgens in de gemeenteraad behandeld.
Dichter bij huis is er bijvoorbeeld nog de G1000 burgertop in België (2011), in Engeland bestaat onder het mom van ‘the Big Society‘ the right to challenge (burgers die denken dat ze een overheidsdienst beter kunnen uitvoeren mogen dat voorstellen en proberen) en in Amsterdam hebben burgerinitiatieven een manifest lokale democratie opgesteld.
Maar misschien dat de meest aansprekende voorbeelden van hoe zoiets zou kunnen werken te vinden zijn bij de vele burgerinitiatieven in Delfshaven; de eigenwijze oase van Singeldingen, de lange adem van de vrienden van het Dakpark, de zelfvoorzienende autonomie van Buurthuis de Pupillen, de verbindende metablik van Buurt Bruist, de slimme twitterstrategie van #ditiswest en de organisatiekracht van Atelier Spangensekade. Om er maar een paar te noemen.
Bedankt voor je uitleg. Ik zou het bij wijze van experiment voor vier jaar hartstikke leuk vinden, al was het maar omdat ik de reguliere politiek zo zo vind.
Maar ja. In Delfshaven is 60 à 70 procent van het electoraat niet-westers allochtoon, en zij stemmen in de regel pvda of cda. Hoe ga je je daar ooit tussen wringen?
Ik ben er benieuwd wat jullie tactiek is, want de reguliere politiek zat zijn en nieuwe vormen willen vinden, dat is vooral een hobby voor hoogopgeleiden, en daar loopt het hier in de wijk niet van over.