Iedere maandag verschijnt in gratis krant de Metro een opiniestuk van Vers Beton. Deze week is het de beurt aan Sereh Mandias, die stelt dat het de gemeente ontbreekt aan een heldere visie op historische panden in de stad. Volgens Sereh zou de wederopbouwarchitectuur als startpunt van zo’n visie moeten dienen.
Rotterdam zet al decennia in op nieuwe, iconische architectuur. Dat werpt zo nu en dan vruchten af: mede door De Rotterdam en de Markthal (oplevering dit jaar) werd Rotterdam recent door zowel de Rough Guide als de New York Times in hun top-10 van niet te missen steden opgenomen. Een stad zou echter meer moeten zijn dan een verzameling markante gebouwen: met alleen iconen heb je nog geen leefbare, coherente stad. Deze gebouwen moeten zich namelijk ook nog verhouden tot de bestaande stedelijke structuur. Aan een heldere gemeentelijke visie op historische gebouwen ontbreekt het echter.
Een voorbeeld bieden de Westewagenpanden, twee wederopbouwpanden aan het Grote Kerkplein. Onderzoek van de gemeente wees uit dat renovatie van deze panden vanwege de grote cultuurhistorische waarde de voorkeur heeft boven sloop en nieuwbouw. De ranke bakstenen gebouwtjes maken namelijk onderdeel uit van een ‘samenhangend stadsbeeld dat representatief is voor de modernistische architectuur van de wederopbouw’, aldus de gemeente in de ‘Scan Westewagenstraat’. Maar toch stemde de gemeenteraad vorig jaar in in met de sloop van deze panden: ze moeten wijken voor studentenflats. Met de sloop van de panden verdwijnt dan opnieuw een brokje geschiedenis uit het centrum. Gefragmenteerd beleid als recept voor een gefragmenteerde stad.
Het stadsbestuur werkt momenteel aan een visie op historische panden in de stad. De architectuur uit de wederopbouwperiode zou daarbij als startpunt moeten dienen. Logischerwijs staat het centrum er vol mee en bovendien zijn het vaak goede gebouwen. Van materialen als baksteen en geornamenteerd beton die mooi oud worden, met grote ramen en gevels die zorgvuldig ontworpen zijn en vaak goed aansluiten op de straat. Op het eerste gezicht geen spectaculaire architectuur, maar wel met veel kwaliteit.
Gooi wederopbouwpanden niet tegen de vlakte maar knap ze op, en laat ook nieuwe gebouwen de verwantschap met deze architectuur opzoeken. Wellicht worden het geen iconen waar je de voorpagina’s mee haalt, maar ze zijn wel een kans om Rotterdam op de kaart te zetten als vintage architectuurstad.
Deze opinie verscheen eerder vandaag in Metro Rotterdam. De reacties op dit artikel worden volgende week maandag in Metro besproken.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Al 30 reacties — discussieer mee!
Smaken verschillen, daarom vind ik dat niet zo’n goede basis om sloopplannen op te rechtvaardigen.
De oude Bijenkorf is verdwenen omdat er ook wat mensen waren die riepen dat het wel gesloopt mocht worden om de stad verder te brengen met het zicht op de rivier. Niet te geloven toch: het was toch behoorlijk duidelijk dat dit een mooi gebouw was.
Wellicht had wat meer cultuurhistorisch besef geholpen bij het behoud. Daarom worden er nu cultuurhistorische verkenningen gemaakt, om niet voor de zoveelste keer de fout in te gaan. Ook voor gebouwen waarbij de schoonheid op het eerste gezicht misschien wat minder duidelijk is.
Ook die cultuurhistorische verkenningen zijn zeker niet objectief. Je kan de kant op redeneren die je maar wil. Een exacte wetenschap is het zeker niet. Zie eveneens de in sommige gevallen erg discutabele beoordelingen van de welstandscommissie waarbij men net zo goed de andere kant op had kunnen redeneren (en je dan ook ziet dat een factor als “proporties” in het ene geval wel positief en in het andere geval negatief beoordeeld wordt, daar waar dit net zo goed omgekeerd gekund had met een ander argumentatie).
En wat betreft het ensemble en de ritmiek van de 3 gebouwtjes waarvan er waarschijnlijk 2 gaan verdwijnen: die blijven behouden want ook in de ontwerpschetsen van de nieuwbouw is die ritmiek overgenomen door een gebouwdeel eveneens uit te laten steken.
Zo’n cultuurhistorische waarden verkenning is op zich redelijk objectief hoor. Niemand zal kunnen ontkennen dat deze blokken danwel de Lijnbaan die waarden heeft op bepaalde vlakken. Dat is echter maar 1 van de elementen die meespeelt in de overweging wat je er in de toekomst mee wilt doen. Daarbij spelen ook elementen een rol als financiële haalbaarheid van een plan. En de gemeente wil de binnenstad verdichten met extra inwoners, er ligt een visie om de kades van de Rotte te verlevendigen, een wens om studenten aan de stad te binden en daarom ook veel meer studentenwoningen in het centrum te bouwen. Dat speelt allemaal mee in de overwegingen.
En ja er zijn cultuurhistorische waarden, maar in redelijk beperkte mate, die bijvoorbeeld onvergelijkbaar is met het naastgelegen Dudok of het HUF pand. Bijna elk gebouw heeft ergens wel een bepaalde historische waarde.
En dan kom ik, net als de Gemeenteraad, tot de optelsom dat in dit geval sloop en nieuwbouw meer oplevert voor de stad dan behoud. En gelukkig zijn er genoeg wederopbouwpanden die blijven staan om die laag uit de geschiedenis levend te houden in de stad.
Voor de discussie is het nog wel handig om te weten over welk nieuwbouwplan we het hebben. Dat is hier te zien. Lijkt me een gigantische verbetering voor het nu troosteloze Grotekerkplein.
Hoe zo verbetering ? De voorgestelde nieuwbouw is zo groot dat er maar een paar meter rondom onbebouwd en publiek blijft. Zo weinig dat deze ruimte onbruikbaar wordt voor verblijven, het worden stegen. Geen verbetering dus. Terwijl de bestaande panden ruimte laten voor serres richting waterzijde en dan tweezijdige oriëntatie á la Pannekoekstraat. Nieuwbouw zal ook flinke sombere schaduw werpen op water en plein. Ook geen verbetering. En de plaatjes laten de Westewagestraatzijde niet zien maar eenzijdig een wand van 36 meter met studenten en de andere zijde een bestaande parkeergarage en een warenhuis beloven geen verbetering voor de straat. Kortom: sloop nieuwbouw levert meer kwantiteit maar minder kwaliteit. Voor meer kwantiteit is elders in de stad voldoende (lege kantoor-)ruimte lijkt me. En daar zorgt het wél voor verbetering.
Als je een verdichte stad geen kwaliteit vindt en leegte wel dan is de oudbouw inderdaad beter dan de nieuwbouw. Ik vind de grootste kwaliteit van de nieuwbouw juist de hoogte en de massa die een meer stedelijke maat geven aan oa. het Grotekerkplein.
Ik heb nog nooit iemand horen klagen over ‘sombere schaduwen’ die over de Dam in Amsterdam worden geworpen omdat de gebouwen er omheen forse maten hebben. Ik heb in een oude stad ook nog nooit iemand horen klagen over stegen en smalle straatjes. Maar hier is het blijkbaar ineens een probleem als je zoiets bouwt? Dan blijft het dus een lege tochtstad hier. Rotterdam heeft 30% meer openbare ruimte in het centrum als Amsterdam. En dat kost bakken met geld. Elke vierkante meter minder is winst wat mij betreft.
En over die lege kantoorplekken. Die er zijn kan je niet zomaar ombouwen naar woningbouw. En al helemaal niet altijd met de kwaliteit die de nieuwbouw hier kan bieden.
Ik hou ook van Amsterdam, maar bij een wederopbouw stad hoort wederopbouw stedenbouw, dat is nu juist mijn punt. En die is niet per definitie waardeloos. Ook heb ik niks tegen schaduw en smalle straten tenzij je stelt dat deze een achterkant aan het water weer levendig maken. Want ‘levende zielen’ hebben daar niks te doen.
Ik begrijp het hoera-geroep over de Westewagenstraat niet zo goed. Knusheid mis ik daar ook. Komt vooral door de V&D-achterkant. Eigenlijk zijn alleen de eerste 50 meter vanaf de Meent aardig. Van V&D tot de Blaak is het niks.
Misschien dan maar de V&D slopen en de parkeergarage, als daar het probleem ligt (maar ja, deze gebouwen staan niet leeg). V&D was overigens ook een prachtig wederopbouwpand, met een hele prettige maat in de Westewagenstraat, maar is door de uitbreiding van het volume behoorlijk vern**kt. Zowel het pand zelf als de Westewagenstraat zijn er niet beter van geworden…..maar we hebben nu wel een grote doos gelukkig :-$.
In de onderstaande link zie je de Westewagenstraat met de nieuwe en oude V&D:
Probleem van de V&D is volgens mij niet de massa maar wel het gevoelloze, inspiratieloze en dichte gevelbeeld. Er is totaal geen wisselwerking tussen het gebouw en de straat, wat je wel hebt als er woningen in zitten. Het is een bunker met aan de Westewagenstraat slechts 1 ingangetje. Wezenloos gebouw, maar dat lijkt me geen reden om de eigenaar aan de overkant geen nieuw plan te laten uitvoeren.
http://superrembo.com/toennu/noscript.php?page=17
Wat vooral mooi op dat beeld te zien is, is hoeveel stedelijker de straat aandoet als er gewoon auto’s doorheen mogen. Dat vind ik al jaren dat ze dat weer moeten doen. De huidige voetgangersvlakte voelt erg onnatuurlijk aan vind ik. Denk dat het voor de hele omgeving een impuls zou zijn als er met auto’s weer wat beweging in zou komen daar, als ware het De Meent.
En de oude V&D was inderdaad veel beter, zoals vrijwel alle wederopbouwarchitectuur veel meer gevoel voor menselijke maat had dan wat we de afgelopen 30 jaar hebben gebouwd.
Ik ben voor het behoud van mooie wederopbouwpanden. Ik ben echter ook voor sloop van de panden aan de Westewagenstraat. Wederopbouw is niet per definitie een kwaliteit.
Rotterdam is volgens mij niet gefragmenteerd door het beleid, maar juist door dit soort ‘wederopbouw ensembles’. De Lijnbaan is er ook een voorbeeld van. Historisch hartstikke waardevol en daarom interessant voor een kleine groep vakidioten. Maar eigenlijk is er niemand die het echt mooi vindt. Zowel de architectuur als de vele achterkanten aan het openbaar gebied (alles staat los van elkaar, gefragmenteerd) maakt het weinig aantrekkelijk. Dat geldt zeker voor deze blokken aan de Westewagenstraat.
Ik zie best het wederopbouwensemble als het om de panden aan de Westewagenstraat gaat. Maar wat ik vooral zie, en ik loop er bijna dagelijks langs, zijn lelijke achterkanten met kliko’s waar ik werkelijk nog nooit een levende ziel heb zien lopen (ok dan tel ik de wildplassende zwervers even niet mee). Hoewel de architectuur niet heel slecht is, is het ook niet bijzonder. Stedenbouwkundig staan de panden onmogelijk slecht in de ruimte. Typisch voor de wederopbouwperiode, langs de hele Rotte staan de wederopbouwpanden met hun achterkanten naar het water. En daar plukken we nu nog de vruchten van want je schaamt je de ogen uit je kop als je er loopt met bezoekers van de stad.
In de nieuwbouwplannen, woonblokken met studentenwoningen en horeca (klinkt al beter dan studentenflats), wordt het oude ensemble meegenomen in het ontwerp. Dat lijkt me de enige juiste manier om met die waarde om te gaan.
De huidige panden zijn waardeloos, behalve dan voor die kleine groep vakidioten die er wat in zien. De gemeenteraad heeft daarin dan ook een juist besluit genomen wat mij betreft. Als we willen dat Rotterdam aantrekkelijker wordt dan zullen we ook moeten zorgen voor meer samenhang in het stedelijk weefsel. En soms zal je daarvoor ook moeten slopen en nieuwbouwen. Hier verdwijnen daarmee bovendien leegstaande kantoren waar studentenwoningen voor terug komen. Studentenwoningen die we nu nog maar erg weinig hebben in het centrum. Wat mij betreft een zeer welkome ontwikkeling.
In 1940 is de boel plat gegooid. Dus we zijn sindsdien nog maar 74 jaar onderweg. In 75 jaar bouw je geen stad. En al helemaal geen monumenten. Een stad hoort uit een soort van ‘oersoep’ of ‘humuslaag’ te ontstaan. En die laag moet eerst een paar eeuwen ‘garen’ voordat je uberhaupt over ‘stad’ kunt spreken.
Ik zou dat proces niet tegenhouden door nu al – koud 75 jaar na het bombardement en dus start-bouw van de stad – al allemaal bouwwerken tot monument te verklaren. Integendeel, ik zou het eerder helemaal vrijgeven om het ‘humusproces’ lekker zn gang te laten gaan. Goeie soep moet een paar dagen trekken, zei mijn moeder altijd. Een stadscentrum ook.
Door gebouwen tot monument te verklaren bevries je de boel. Het getuigt van een uiterst conservatieve benadering. Heeft niks met groei en ambitie te maken. Eerder met angst voor het nieuwe.
Laat de oude Hollandse steden als Amsterdam, Haarlem, Delft e.d. maar lekker monumentjes hebben. Geef 1 stad in NL vrij om onconservatief en ongereguleerd zn gang te gaan, en op een natuurlijk manier te groeien. Zoals ze zeggen: Rome is ook niet op een dag gebouwd…
Citaat: “en daarom interessant voor een kleine groep vakidioten”
Eens. En de meeste van die vakidioten komen er ook nooit. Ik vraag me af wat dan nog het belang van hen is bij handhaving. Het is puur een idee tussen hun oren. De gedachte dat daarginds, in die stad verderop waar ze nooit komen, niet wordt gesloopt wat zij kwaliteit vinden, bevredigt kennelijk op eoa manier. Waarom geen genoegen nemen met de foto’s, de herinnering of de tekeningen? Waarom moet het in de werkelijkheid gehandhaafd worden als je er toch nooit komt?
De Lijnbaan is stedenbouwkundig een groot probleem. Het is net zo’n litteken als de Binnenrotte. Het staat iedere verbinding tussen oost en weg in de weg.
Ik zou zeggen: film het, maak er duizenden foto’s van, bewaar de tekeningen, maak een mooi prentenboek en wals er dan overheen met een sloophamer. Af en toe moet je flinke lef hebben om een kwaliteitssprong te maken. Zie Haussmann…
…..een humus laag ontstaat naar mijn mening alleen als je gemaakte fouten proberen te herstellen ipv continu van het gebouwde weer af te breken. Want hoewel de nieuwbouw vast geweldig is moet deze zich ook nog bewijzen. En dan blijkt na 20 jaar dat de plint aan de zijde van het water geweldig is, maar die aan de zijde van de Westewagenstraat niet meer zo goed is. Afbreken maar weer dan maar?
Een stad komt verder wanneer je de goede aspecten behoud en de minder goede aspecten verbeterd. We kunnen daarbij de kennis van verschillende disciplines goed gebruiken. Cultuurhistorici vinden de Westenwagenpanden van waarde. Dat is hun kennis en hun advies. Ik denk dan doe er wat mee! Maak van een achterkant een voorkant en bouw die nieuwbouw op een plek waar er minder discussie is over het bestaande.
Het behoud van gebouwen zorgt ook voor nieuwe creatieve ideeen. We willen graag verdichten maar weten, op een paar uitzonderingen na, nog steeds niet hoe we op, over, onder, en tussen de bestaande stad kunnen bouwen.
Begin daar eerst eens mee!
Ach, afbreken, wijzigen, overbouwen e.d.; allemaal onderdeel van het humusproces. Als de onderlegger maar is: lekker laten ‘garen’. Oftewel: geen situaties bevriezen door monumentstatussen.
Dat mis ik altijd wel een beetje aan Rdam als ik in een andere stad ben geweest: de chaos. Aangeharkter dan Rdam bestaat bijna niet. Er komt geen stoom van deze stad. Het zoemt niet. Er moeten meer krantenkiosken komen zoals in New York, hotdog-stands, lui die op straat horloges verkopen, pijpenlaatjes, winkeltjes van 4m2… kortom, meer humus. En dat bereik je door als stad de boel niet constant te willen controleren. Laat het eens los, en vrij.
Chaos is in termen van stedenbouw naar mijn mening behoorlijk aanwezig in Rotterdam, zou het fijn vinden als dit juist wat gestructureerder wordt.
Chaos in termen van levendigheid zou inderdaad heel wat meer mogen in Rotterdam wat mij betreft.
Minder regels lijkt me goed…..maar een aantal basisregels blijven noodzakelijk. Misschien daar eens over discussieren.
Enkel het historische argument is niet voldoende om wederopbouwarchitectuur te behouden.
Deze moet op zijn kwaliteiten worden beoordeeld.
Voor de panden aan de Westewagenstraat, evenals overigens voor het lijnbaanensemble geldt, dat deze kwaliteiten zowel in architectonische als stedenbouwkundige, als historische zin helder zijn.
Dat wil zeggen, voor mensen ( niet uitsluitend vakidioten) die de moeite nemen iets langer te kijken naar wat deze gebouwen of ensembles bijzonder maakt, onderscheidt.
Met veel moeite is de sloop van de lijnbaan afgewend, maar gaan ‘we’ nu opnieuw echt de fout in met de Westewagenstraat.
De plaatsing van de gebouwen, haaks op het water in heldere, lichte volumes, waardoor de openheid naar het water bewaard wordt, maakt deze panden juist bijzonder.
Wat prevaleert bij het sloopargument zijn louter economische motieven.
Lees ook eens het recente ( ook vers beton toch?) artikel over russische architecten die zich verbaasden over het feit dat wij in nederland zo’n moeite hebben om het bestaande te waarderen en almaar vooruit willen met sloop en nieuwbouw, die naar ik vrees ook hier niet zal leiden tot kwalitatief hoogwaardige vervanging……
Studentenhuisvesting als programma in de binnenstad, prima zou ik zeggen, kijk dan of je de huidige bebouwing geschikt kunt maken, of kijk creatief naar andere panden in de omgeving in de binnenstad.
Ik wens Rotterdam Iets meer reflectie en minder sloop en nieuwbouw.
Hilde. Ik herken en erken de bijzondheden maar al te goed, dat is het probleem niet. Maar dat iets bijzonder of onderscheidend is wil nog niet zeggen dat het goed is. Er zijn tal van wederopbouwpanden die wel goed functioneren (groothandelsgebouw bijvoorbeeld) en dat zal dan ook niemand willen slopen.
Deze bebouwing is typerend voor die tijd, maar verder gewoon slecht functionerend en buitengewoon lelijk. Of je het kunt herontwikkelen, natuurlijk, dat is ook onderzocht. Maar met nieuwbouw kan meer kwaliteit gemaakt worden. En inderdaad vast ook meer geld verdiend worden.
Vastgeroeste oude binnenstden hebben we al genoeg. Rotterdam is juist interessant omdat de stad zichzelf steeds opnieuw kan uitvinden. Ik zou het toch erg jammer vinden als we, bij gebrek aan echt mooie oude panden, dit soort lelijkheid gaan zitten bewaren.
Ik vind deze plek een grote rijkdom en historische gelaagdheid hebben die uniek is voor Rotterdam. Dat gaat dus niet alleen om de kwaliteit van de gebouwen maar ook om de verhouding tot de omgeving en de geschiedenis van de stad die hier, bij het geboortehuis van Erasmus, nog zo aanwezig is. De Westewagenstraat is onderdeel van dit groter geheel en is om meerdere redenen waardevol. Tussen Meent en Hoogstraat staan Dudok, de drie Westewagenstraat gebouwen en de Huf. Ze maken samen de oostwand van de Westewagenstraat en contrasteren met de dichte grote doos van de v&d. Er zit ritme, herhaling en schaal in. Er zijn ook leegtes tussen de gebouwen, die het ritme ondersteunen. Vanaf het grote Kerkplein valt de westerzon door die openingen en zie je de gebouwen aan de Coolsingel. Dit is een gelaagd beeld. Tegenover de reeks staat de toren van de Laurenskerk (middeleeuwen, weder opgebouwd). Er tussen in liggen het grote kerkplein en de historische kade van de Delftse vaart. Dit geheel heeft potentie, het ligt erop te wachten dat we het herontdekken, gebruiken. Met de opgepompte volumes (2x bestaand!) die er nu gepland zijn worden de gelaagdheid, de ritmiek, de transparantie, de balans en de bezonning vernietigd. Dat soort vooruitgangsdenken heeft Rotterdam al genoeg ondergaan en is zo langzamerhand een teken van zwakte, onzekerheid en zelfhaat.
En daar moet Rotterdam maar eens mee ophouden.
Ik sluit me compleet aan bij Tim. Natuurlijk moeten we zuinig zijn op ons erfgoed, maar als er in sommige gevallen nu eenmaal een plan klaar ligt dat een forse verbetering inhoudt dan moeten we niet schromen om dat plan door te voeren. Is de slogan van de stad immers niet Rotterdam Durft!?
Met die nieuwbouwplannen is er een forse verdichting op deze plek te bereiken wat betreft het aantal bewoners van de binnenstad (iets dat hard nodig is), iets dat niet in die mate mogelijk is met een renovatie. En zoals al gezegd kennen we karakteristiekere wederopbouwgebouwen die wél het behouden waard zijn omdat ze goed functioneren. In dit geval gaat het om zeer doorsnee wederopgbouwgebouwtjes, waarvan er nog genoeg over blijven, die bovendien totaal verkeerd in de ruimte geplaatst zijn en doodse hoeken creëeren aan de waterkant. Sloop en nieuwbouw in het geval van een beter plan dan de huidige situatie ben ik dan ook niet huiverig om. Bovendien komt de karakteristieke ritmiek van het uitsteken van een deel van de gebouwen terug in het schetsontwerp van de nieuwbouw.
Hetzelfde geldt wat mij betreft voor de Lijnbaan. De meeste Lijnbaanflats hebben een prima functionerende plint en zorgen voor de nodige bewoners in het centrum. De Lijnbaan zelf is echter troosteloos door z’n monofunctionaliteit met de zwarte containereenheden waar de winkels inzitten. Dat kan wat mij betreft veel beter. Behoud hetzelfde grid, maar bouw i.p.v. die aftandse containers met tijdelijke uitstraling nieuwe blokken terug met onderin wederom winkelruimte, maar daarboven ook enkele lagen appartementen met dakterras/balkon en eventueel her en der een torentje. Zo wordt dit gebied ook na sluitingstijd veel meer benut en bewoond.
Mooi beschreven Catherine. Het is inderdaad een ensemble van drie, niet twee gebouwen. Door er twee te slopen, verliest ook de derde haar betekenis. Je omschrijving van het V&D gebouw vind ik trouwens nogal mild, en met vervolgens nog de bijbehorende parkeergarage aan de Leeuwenstraat in het achterhoofd verbaast het me dat juist de Westerwagenpanden als zo problematisch worden beschouwd.
Net als Tim vind ik al die achterkanten aan de Binnenrotte niet heel sterk. Alleen, de Westerwagenpanden zijn juist zo’n beetje de enigen die er wel leuke plekken weten te organiseren. Nu nog de winkel- en horecaruimtes dubbel oriënteren, natuurlijk naar voorbeeld van de Pannekoekstraat e.o. en voilà, vintage city aan de Binnenrotte.
De Gemeente Rotterdam heeft natuurlijk wel degelijk oog voor haar vintage heritage, de Westerwagenpanden zelf zijn dan ook oorspronkelijk als renovatieproject in de markt gezet. De ontwikkelaar die het project kreeg heeft vervolgens vooral ingezet op deze lucratievere sloop- nieuwbouw variant. Stadsontwikkeling heeft dacht ik nog wel haar best gedaan om dit tegen te gaan, maar helaas wie betaalt, bepaalt zo lijkt het.
De behoudzucht uit zich wel op een aparte manier in Rotterdam moet ik zeggen. Mooie geveltjes aan de Oranjeboomstraat of behoudenwaardige gevels in west daar hoor je niemand over wanneer die gesloopt worden. Niet functionerende monotone gebouwen als de Lijnbaan (de winkelstraat) en een simpel ontwerp als deze Westewagenstraat worden omarmt. Ik kan me veel drukker maken om mensen die het Ooms pand op het Noordereiland willen slopen of het Zuiderziekenhuis dan dit soort pandjes. Waarschijnlijk heeft iemand hier ooit zijn ware liefde ontmoet of een andere mooie herinnering die de geest vertroebeld, maar voor de stedenbouwkundige opzet verlies je niks aan deze panden. Architectonisch ook niet bijster veel, maak er foto’s van en laat het gaan. De sloop van mooie panden in de jaren ’70, daar kan ik mij nog steeds over opwinden. Dat die Bijenkorf van Dudok verdwenen is bijvoorbeeld, dat was nou echt een gebouw die het behouden waard was. Niet dit. Ik ben absoluut voor behoud, maar laten we ons druk maken om de panden die daadwerkelijk relevant zijn voor ons nageslacht (zoals het Zuiderziekenhuis of het Ooms pand). Zo hebben we nu weer het Justus van Effenblok in volle glorie terug, een pareltje. Hopelijk ook ooit weer het Hakagebouw bijvoorbeeld, Fenixloodsen, Pakhuismeesteren, Santos en dat soort bebouwing. Uniek in Nederland. Dat valt met die Westewagenstraat reuze mee.
Er zijn zat gebouwen in de stad waar betere (en dringender) plannen voor te verzinnen zijn, dat is het punt niet, volgens mij ;-).
Wat ik sterk vind aan het artikel van Sereh is dat ze laat zien dat je naast iconen ook gewoon goed stedelijk weefsel nodig hebt, en dat de wederopbouwarchitectuur (in samenhang) daar een hele geschikte basis voor is, juist in onze stad. Dus we moeten nadenken of het wel slim is om die basis te slopen.
Ik vind het persoonlijk wel heel jammer dat ze eraan gaan. Ik ben maar een eenvoudig mens, maar vind het een fijne plek daar, zo aan de kade.
Waarom is er eigenlijk nooit serieus nagedacht over renovatie of transformatie van deze panden? Dat was toch de bedoeling?
Tim’s redenering gaat altijd op: mensen die iets het bewaren waard vinden tegen de op dat moment heersende mening of tijdgeest, kun je desgewenst aanmerken als vakidioten, zonderlingen of aparte vogels. En zo redenerend verdween het ene na het andere – naar nu blijkt – waardevolle gebouw waarvan men – ook in Rotterdam – nog niet eens zoveel later weer heftig spijt heeft. Je hebt die (vak) idioten hard nodig, er is al zoveel moedwillig verdwenen dat het behouden waard was.
Ik ben het geheel met Sereh eens (ga je ook schrijven over de Fenixlofts? Het karakteristieke van die loodsen dreigt tenonder te gaan in de appartementenzee): deze gebouwen verdienen beter en verdienen zeker niet om omwille van de vermeende stedenbouwkundige vooruitgang te worden gesloopt.
Deze panden kunnen naar mijn mening prima teruggebracht worden in hun oorspronkelijke staat of stijl, de uitdaging van de achterkanten aan de Rotte is er om aangepakt te worden en wellicht kunnen de starterswoningen op een ander manier aan het ensemble worden toegevoegd zodat het geheel wordt versterkt. Lijkt me een prima opdracht voor een Rotterdams klein lokaal architectenbureau, en ik vermoed dat het een betere en spannendere uitkomst op zal leveren dan de overdreven levendige schetsen van de plannen – ontworpen door Klunder – zoals die nu circuleren.
Misschien ben ik onduidelijk maar ik ben geen voorstander om massaal dingen te slopen.
Jouw redenering, dat we maar niets meer moeten slopen omdat we er over 20 jaar misschien spijt van hebben, of dat we niet moeten slopen omdat we in het verleden veel mooie panden hebben gesloopt (ook veel lelijke panden trouwens) volg ik niet.
In de post boven je wordt dat volgens mij al uitgelegd. Je hebt overigens gelijk, zonder stedelijk weefsel komt geen enkel icoon tot zijn recht. Zo staan er aan de Binnenrotte misschien wel teveel iconen (of wannabe iconen) pal naast elkaar. Weefsel geeft echter wel aan dat het een sterke samenhang moet hebben. Rotterdam heeft nog teveel monotone straatjes, is het niet qua architectuur dan wel qua economische invulling. Stedelijk weefsel geeft ook een mate van knusheid aan. Die knusheid vind je aan de Westewagenstraat, waardoor je er prettig voelt. Over het algemeen heeft dat volgens mij het meeste te maken hoe de wanden van de openbare ruimte in verhouding staan tot de afmeting van die openbare ruimte. Op het Schouwburgplein zie je ook dat sinds de Calypso er staat het plein ruimtelijk kleiner aanvoelt en daarmee knusser (althans, dat is mijn beleving). Op de Binnenrotte en in het Lijnbaangebied kan daar nog een enorme slag in gemaakt worden bijvoorbeeld, terwijl de Westewagenstraat dat dan weer niet nodig heeft.
Jij noch ik schrijven dat je alles moet slopen respectievelijk alles moet laten staan. Mijn opmerking gaat alleen over je redenering (of argumentatie) voor sloop, en het schematische karakter daarvan: ik ben voorstander van goede X architectuur, iedereen (stroman figuur) vind gebouw Y lelijk/niet goed/etc, behalve de vakidioten Z, ik vind het ook niet goed, en dus kunnen we het prima slopen. Op basis van dit soort redeneringen zijn prachtige jugendstil-, grachtenpanden, kerken en wat niet meer verdwenen.
De column van Sereh gaat volgens mij over een wezenlijk andere, bredere vraag: markante gebouwen zijn niet voldoende, niet iconische gebouwen dragen net zo hard bij aan een leefbare stad, zeker wanneer een wezenlijk onderdeel uitmaken van het stedelijk weefsel. Daar bepleit ze helemaal geen verbod op het slopen van gebouwen in, maar een oproep om behoedzaam om te gaan met wat er staat en is. Alles wat er rondom de Witte de With straat gebeurt onderstreept dit.
Veel van je kritiek is geen urgent argument tot sloop maar zijn primair klachten over de openbare ruimte die nu inderdaad niet optimaal functioneert. Ze kunnen allemaal prima bij een herontwikkeling van deze gebouwen worden aangepakt dan wel opgelost, de bestemming kan ook naar studentenwoningen lijkt me. Ik zie dus geen enkele urgente reden tot sloop, zeker wanneer hetgeen er voor terugkomt niet heel erg goed of bijzonder is (en daar ziet het naar uit), maar wel de portemonnaie van de eigenaar of ontwikkelaar goed spekt
Wat mij nog het meeste stoort is de achteloosheid waarmee de Rotterdamse wederopbouwarchitectuur (uniek en eigen ten opzichte van andere Nederlandse steden en de stad een eigen indentiteit gevend) steeds weer wordt neergezet als een hobby van vakidioten. Ik vind het een formidabele asset waarop moet worden voortgebouwd en die zeker niet te snel moet worden verruild voor een nieuw gebouw conform de laatste architectuurtrend (lokaal of internationaal), hoogbouw koorts of een ideetje om meer inwoners of studenten te krijgen.
Zoals ik al heb aangegeven kan je op basis van hetzelfde waardeoordeel tot een verschillende conclusie komen.
De vegelijking tussen dit specifieke ensemble, want daar hebben we het over, en grachtenpanden of kerken die zijn gesloopt, gaat natuurlijk op elk vlak mank. Behoedzaam omgaan met bebouwing ben ik zeker voor maar ik ben er tegen om alles wat maar een beetje waarde heeft te gaan zitten behouden en daarmee de ontwikkeling van de stad te remmen. Dat is mijn cruciale bredere punt.
En dan het punt dat een ontwikkelaar er geld aan verdiend. Ik ben blijkbaar niet links genoeg om dat een probleem te vinden. Sinds wanneer mogen ontwikkelaars in deze stad geen geld meer verdienen?
Kerken en grachtenpanden etc. hebben inderdaad niets met dit blok te maken. Het ging en gaat me om de schematische redenering – waar je van alles in kan vullen, de Bijenkorf van Dudok, paleis van de Volksvlijt, een verdwenen kerk, SOHO en Washington Square – en het gebruik van de term vakidioten voor degenen die iets bestaands willen behouden en verbeteren.
Jij ziet als beste ontwikkeling voor de stad een continu voortgaande vernieuwing door vervanging van gebouwen en verandering aan en van het stedelijk weefsel. Een stad is kennelijk pas aantrekkelijk wanneer er continu (bouw)onrust heerst. Ik vraag me af wie in zo’n deel van een Nederlandse stad wil wonen, je weet nooit zeker wat blijft en verdwijnt en of je (huur)woning in zo’n omgeving waarde behoudt. Mijn voorkeur heeft een fijnmazig en coherent stedelijk weefsel dat zich over de tijd (hier vanaf 1945) vormt en waarin vernieuwing wordt geaccommodeerd. Dus niet een immer voortdurende queeste naar de heilige graal van het ideale stedelijk weefsel en snel slopen wat op een moment X niet meer lijkt te voldoen. Liever een stad met een eigen identiteit die anders is dan een van permanente verbouwing van het centrum.
Tot slot de opmerking over de ontwikkelaars: de gebouwen die er nu staan zijn niet heel erg goed of bijzonder en wat er voor terugkomt zo te zien ook niet (levendige renders vind ik een veeg voorteken): in het proces maakt de ontwikkelaar vermoed ik EUR 1-3m winst en de eigenaar nog meer bij een volledige bezetting bij verhuur. Mijn opmerking heeft niets met links zijn te maken en ontwikkelaars mogen zeker geld verdienen: (veel) winst is wat mij het resultaat van een goed geleverde prestatie of bijdrage en dus geen doel op zich. Maar hier bekruipt me het gevoel dat het architect, eigenaar en ontwikkelaar te gemakkelijk wordt gemaakt: niets simpeler en makkelijker dan enkele gebouwen slopen en overnieuw beginnen met een groter gebouw van een architect. Makkelijk geld, weinig gevarieerd. Waarom hetzelfde programma niet realiseren binnen de bestaande gebouwen en nieuwbouw die in het stedelijk weefsel wordt ingeweven: lastiger maar veel uitdagender. Wat draagt dit project nu positief en negatief bij aan de verbetering van het slechte imago van het centrum van de stad anders dan numerieke verdichting?