Voor een afgeladen zaal in Arminius vond afgelopen woensdag het koningsduel van de verkiezingsdebatten plaats. Mano-a-mano namen Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam en Hamit Karakus van de PvdA het tegen elkaar op. Uiteindelijk leverde het debat een duidelijke winnaar op: Joost Eerdmans.
Karakus beheerst de stijl van een bekwame en charismatische debater. Daar ligt het niet aan. Voortdurend heeft hij tijdens het debat een glimlach op zijn gezicht. Bewust of onbewust laat hij daarmee zien dat hij op zijn gemak is en zijn tegenstander hem niet raakt. Wanneer Karakus merkt dat het publiek zijn punt goed ontvangt, legt hij extra nadruk op de laatste woorden en neemt daarna demonstratief een slok water, waarmee hij lijkt te zeggen: “zo, ik heb gesproken.”
Doorzichtige onderbuikgevoelens
Maar zodra hij in de aanval gaat, gaat het mis. Tijdens de eerste helft van het debat was het zijn strategie om het publiek eraan te herinneren dat Eerdmans wethouder is in Capelle. Vertaling: hij is niet een van ons. In de politiek kan dat een ongekend succesvolle aanvalsstrategie zijn. Maar dan moet hij wel goed gebracht worden. Karakus herhaalde gewoon héél vaak dat Eerdmans wethouder in Capelle aan den IJssel is. Toen hij Capelle voor de tiende keer noemde, werd het weggelachen door het publiek.
Wanneer een aanval die inspeelt op onderbuikgevoelens zo doorzichtig is, verliest hij zijn effect. Karakus had er beter aan gedaan om het publiek er steeds op een andere, subtiele manier aan te herinneren dat Eerdmans geen echte Rotterdammer zou zijn. Echter, uitgerekend op het moment dat Eerdmans daar onbedoeld aanleiding toe gaf toen hij zich moest laten souffleren door Maarten Struijvenberg, gaf Karakus niet thuis.
In plaats van een aanval zorgvuldig en gedegen op te bouwen, gaat Karakus aan de lopende band te kort door de bocht. Toen een vragensteller uit het publiek aan Karakus vroeg waarom Rotterdam slecht scoort op sociaaleconomische lijstjes terwijl de PvdA 46 jaar van de afgelopen vijftig jaar aan de macht is geweest, zag Karakus een kans om scherp uit de hoek te komen. “Het is maar goed dat Leefbaar Rotterdam maar vier jaar aan de macht was,” zei hij. Zelfs als je deze opmerking vriendelijk karakteriseert als een kwinkslag, gaat elk offensief effect verloren wegens het gebrek aan noodzakelijke onderbouwing.
You’re no Pim Fortuyn
Naar mate de avond vorderde, leek Karakus er meer en meer op gebrand om een geslaagde aanval te plegen op Eerdmans. Wie in de peilingen achter staat moet tijdens een verkiezingsdebat immers in de aanval. Dus toen Eerdmans Pim Fortuyn aanhaalde, interrumpeerde een gretige Karakus hem direct: “U bent geen Pim Fortuyn.” De lijsttrekker van de partij van Fortuyn reageerde verbaasd: “U al helemaal niet.”
De meeste aanwezigen zal het moment zijn ontgaan. Maar voor kenners van het politieke debat — en reken maar dat Karakus dat is — was het direct duidelijk dat hij de klassieke en legendarische aanval van de Democratische vicepresidentskandidaat Lloyd Bentsen op zijn Republikeinse concurrent Dan Quayle uit 1988 wilde imiteren. Quayle vergeleek zich tijdens dat debat met de zeer gewaardeerde president John (Jack) F. Kennedy. De ervaren Bentsen diende hem van repliek: “Senator, I served with Jack Kennedy. I knew Jack Kennedy. Jack Kennedy was a friend of mine. Senator, you’re no Jack Kennedy.” De aanval zette Quayle neer als een pretentieuze politicus. Zijn imago was voor altijd verwoest.
Dat kreeg Karakus niet voor elkaar bij Eerdmans. Eerdmans had immers alleen Fortuyn geciteerd, niet hemzelf ermee vergeleken. Karakus sloeg dus wederom de plank mis.
De listige Joost Eerdmans
Eerdmans pakte het debat veel handiger aan. Zijn ervaring als presentator van debatprogramma’s op Radio 1 en BNR Nieuwsradio vertaalde zich goed naar dit verkiezingsdebat. Bij elk van de twee stellingen had hij een list bedacht om de discussie naar zich toe te trekken. Dat is belangrijk, want wie de agenda bepaalt, wint het debat. Als het debat gaat over onderwerpen waarop jij goed scoort bij de kiezer, zal je stemmen trekken.
Bij de eerste stelling was het niet moeilijk voor Eerdmans om het gevecht naar zijn eigen strijdtoneel te verplaatsen. De stelling over een quotum van immigranten uit Oost- en Midden-Europa was namelijk ingebracht door hemzelf. Bij elke poging van Karakus om het strijdveld van het debat te verplaatsen, bracht Eerdmans het weer terug naar de stelling door Karakus te vragen of hij nou vóór of tegen was. Omdat Karakus daar weigerde antwoord op te geven — ondanks dat hem de vraag meer dan vijf keer werd gesteld — was het een stok waarmee hij Karakus kon blijven en blijven slaan.
Bij de tweede stelling was de uitgangspositie van Eerdmans lastiger. Die stelling was ingebracht door Karakus en luidde: de gemeente is verantwoordelijk voor het creëren van werkgelegenheid en het bestrijden van armoede. Na het openingsbetoog van Karakus waarin de principiële vraag of dit een overheidstaak is centraal stond, zag Eerdmans kans om het debat te concretiseren. Hij bood zijn oplossing aan voor het probleem van armoede en onvoldoende werkgelegenheid: lagere belastingen en lagere lasten voor ondernemers.
Door de stelling op het juiste moment strategisch te vernauwen, kaapte hij effectief de stelling van Karakus en dwong hij hem in het defensief. Vrijwillig bood Karakus vervolgens aan om de lasten op Shell te verhogen. Daarmee was het duidelijk dat debat inmiddels werd uitgevochten op Eerdmans’ terrein.
Debatjargon
Is op Eerdmans dan niks aan te merken? Zeker wel. Hij vervalt op sommige momenten in debatjargon. Toen Karakus hem meerdere malen aansprak als wethouder van Capelle, wilde Eerdmans een punt van orde maken (namelijk dat hij er stond als lijsttrekker en niet wethouder). Een punt van orde maak je echter in een formeel Tweede Kamerdebat waar dat reglementair is gedefinieerd, dat doe je niet tijdens een verkiezingsdebat.
Datzelfde gold voor het moment dat Eerdmans letterlijk George W. Bush citeerde, die tijdens een presidentieel debat waarbij Al Gore schermde met allerlei statistieken, de Democraat “fuzzy math” verweet. Debatliefhebbers moeten misschien even gniffelen vanwege de herkenbaarheid van deze aanval, maar zijn potentiële kiezers liet Eerdmans waarschijnlijk in verwarring achter. Een goed politicus spreekt niet de taal van debatfanaten maar die van het volk.
Al 15 reacties — discussieer mee!
Ik ben eigenlijk helemaal niet geneigd de Amerikaan als maatgevend voor debatcultuur te zien.
je had het tijdperk van der Vlerk Van Walsum. Nou ja dat was makkelijk lekker opbouwen, niks aan de hand. Die gast met die pijp André van der Louw die was bekend. Peper natuurlijk declareren kun je leren, borrelen doe je zo. En meneer van der Stoel wat heeft u toch een zware stem! Jahaaa, da’s om indruk te maken op de driehoek (ahum) gut hoe heet ie, die van de katertenstoonstelling http://thumbs.dreamstime.com/z/siberische-kat-14322766.jpg .. die liet me puur op timbre altijd helemaal Siberisch
(zoals de oud-nederlander dat zou uitdrukken)
De schrijver, Victor Vlam, van dit artikel wordt gepresenteerd als: communicatietrainer, presentator en Amerikakenner. Als trainer en coach met veel binnen- en buitenlandse trainingservaring en als specialist in debat- en communicatietrainingen. Nou, nou, dat is nogal wat zou je denken die man benaderd het bijna wetenschappelijk. Maar alles behalve dat, hij analyseert uitsluitend één van de debaters en dan ook nog eens uitsluitend negatief en voegt daar voor het broodnodige objectieve beeld één klein negatief puntje aan het eind over de tweede debater toe. Een duidelijke overwinning voor de Leefbaar Roeptoeter vindt hij. Laat ik nou op andere gremia ook andere zelfs tegengestelde meningen gelezen hebben van mensen die ook niet uit een ei gekropen zijn. Al met al, prima dat Victor Vlam zijn mening etaleert, maar doe nou niet alsof deze mening enige objectiviteit herbergt. Jammer voor Vers Beton.
Grappig Ton, toen Victor in zijn vorige debatanalyse tot de conclusie kwam dat juist Struivenberg van Leefbaar de slechtste debater was, werd hij óók aangevallen op zijn objectiviteit door een partijprominent, in dit geval Ronald Sörensen. Ik begin een patroon te zien…
🙂
Dank Eva, ik voelde me héél even vereerd om door jou als partijprominent betiteld te worden. Héél even maar en dan weer gewoon met beide benen op de grond als eenvoudig en kritisch PvdA lid en tot de verkiezingen in maart als fractievoorzitter in ons mooie Delfshaven. Ik wil me zeker ook niet vergelijken met de werkelijke partijprominent en zuurpruim Ronald Sörensen, die te lang deze zure toon gezet heeft op ons Rotterdamse en nu in de senaat centjes opstrijkt zonder daar veel voor te doen, maar dat terzijde. Ik heb slechts willen laten zien dat door een kikker van veel veren te voorzien het nog geen vogel wordt. De opvatting van Victor Vlam schat ik daarbij op waarde en neem deze als (gekleurde) kennisgeving aan. Verder draag ik Vers Beton een warm en een kritisch hart toe.
@Ton Don’t shoot the messenger Iedere neutrale aanwezige op die avond zal bovenstaand stuk kunnen beamen. Met bovenstaande analyse is verder niets mis in mijn ogen.
Kijk hier zelf naar het debat, het is de moeite waard!
http://arminius.nu/entry/561/draad-de-verkiezingen-eerdmans-vs-karakus&source=archief
Leuke analyse, maar hebben de heren inhoudelijk ook iets te brengen voor onze stad? Als ik het debat zo zie, valt dat nogal tegen. Eerdmans denkt nog steeds dat hij in de Tweede Kamer zit, want hij praat wel veel over dingen waar de gemeente weinig over te zeggen heeft. Karakus droomt lekker verder over dingen die hij misschien wel wil, maar waar je als overheid weinig invloed op hebt. Maar even verder kijken dus.
Leuk dat Victor Vlam zijn debatkennis kan botvieren op deze twee kandidaten, zodat hij zijn eigen expertstatus wat omhoog krikt (wat hij, toegegeven, niet onaardig doet). Maar waarom Joost zo eindeloos hamerde op dat MOE-lander quotum en Karakus-PvdA compleet outdated is, lees je hier…
http://www.stadslog.nl/ogen-oren/geen-tegenstander-geen-inspiratie
Als je dan al een mening ventileert is deze van Hans van Wilgenburg heel wat meer to the point. En wat mij betreft, als ik het als een wens mag opvatten, ook meer een wens voor de toekomstige politiek. Meer durf dus.
Ik hoop dat het belangrijkste debat voor deze verkiezingen donderdag a.s. in de raad wordt gevoerd.
Karakus mag uitleggen waarom hij (in het Turks) toezeggingen doet over een feestzaal in IJsselmonde! Op een vergadering die volgens Turkse bronnen (zie Geenstijl) belegd was door Turkse nationalisten.
Sorry. Zie 1 Vandaag Dossier van woensdag j.l.
Die cartoon bovenaan de teksten zegt veel…..
Over Eerdmans!
En maar de andere kant opkijken, dat heb je het niet geweten….
Een prima verslag van de avond. Joost heeft – in mijn ogen – duidelijk op punten gewonnen. Daarnaast bleef Karakus maar volhouden dat je de grenzen helemaal niet kunt sluiten voor kansarmen, wat dus wel degelijk mogelijk en toegestaan is zo blijkt nu met de a.s. nucleaire top in Den Haag. citaat uit de Telegraaf van vandaag: De Schengenlanden mogen de grenzen dichtgooien als bijvoorbeeld een verstoring van de openbaar orde dreigt. Ook bij een onverwacht grote toestroom van migranten mogen de landen hun grenzen tijdelijk sluiten en controles invoeren. Zelfs zijn partijgenoot Aboutaleb vreest een migrantengolf zo was in het AD van vandaag te lezen.
Goed stuk. Chapeau!
“Een goed politicus spreekt niet de taal van debatfanaten maar die van het volk.” Dat is nu juist de reden waarom mijnheer Karakus en mijnheer Eerdmans mijn stem op 19 maart niet krijgen.
Het gaat op 19 maart ook helemaal niet meer tussen PvdA en LR.
De SP zal een verrassende rol spelen die dag 😉