Ter ere van de opening van het nieuwe Centraal Station op 13 maart vroeg Vers Beton vijftien beeldmakers om vanuit hun expertise alle facetten van het nieuwe station te laten zien, waarna evenveel redacteuren de beelden aanvulden met hun interpretatie. Tijdens de openingsweek tonen we elke dag drie beelden en hun bijbehorende verhalen. Welkom bij ons Centraal.
Jeroen van de Ruit
Hij hoort bij de generatie die is opgegroeid in een stad zonder hart. Voor hem is geluk gewoon en de stad nooit af. Een fractie eerder heeft hij nog aan zijn nazaat uit proberen te leggen dat hier vroeger herten liepen. Als hij merkt dat zijn kleinzoon gestopt is met luisteren draait ook hij zich om en volgt de open blik van het ventje. Samen kijken ze naar het nieuwe Rotterdam Centraal. Waar hij lange zinnen nodig had om het verleden uit te leggen, is deze blik door de ogen van zijn kleinzoon genoeg om te begrijpen dat het klaar is voor de toekomst. Tevreden legt hij zijn hand op het hoofd van zijn kleinzoon. De stad heeft zijn hart terug, en dit hart pompt voor de nieuwe generatie.
Tekst: Bart van der Zande
Ossip van Duivenbode
Jarenlang slalomden we door het labyrint van een station in aanbouw. Iedere stap in het bouwproces kon worden gevolgd, vastgelegd, besproken. Meer nog dan simpelweg gebouwd, is het nieuwe Rotterdam Centraal om ons heen gegroeid.
Toch borrelt bij het zien van het voltooide station een zin van Gyz La Riviere omhoog: “And many years later, a UFO landed.” Het gebouw schittert en blinkt, alsof het zojuist het Rotterdamse luchtruim binnen gezweefd is. Binnen is het gebruik nog nergens ingesleten, en zijn de ruimtes groot en licht en kaal. Het is wat onwennig, ineens.
Erg is dat niet. Een station is immers óók een vooruitgeschoven post van verre bestemmingen. Laat het dus maar een beetje vreemd blijven, zodat we ons dat soms herinneren. Uit de dekking van de bouwhekken, de wereld in.
Tekst: Sereh Mandias
Seb Ikso
“Op 11 december 2012 legde ik de 98e glasplaat. Jammer dat ik de honderd niet had bereikt, dan had ik dat misschien nog ergens kunnen vermelden. 98 glasplaten ingelegd op Rotterdam Centraal. Nou. Knap hoor.
Ik wilde er nog even mee door, voor die 100 natuurlijk, maar ik moest van de opzichter naar spoor 7. Balken op de juiste plaats schuiven. Daarvan heb ik er 74 gedaan. Net geen 77 dus, dat had misschien nog wat geweest, op spoor 7. Maar dit zegt niets.
‘Hè hè,’ zegt mijn vrouw. ‘Je bent eindelijk klaar, er komt wel weer een andere klus.’ Vier jaar van mijn leven hé, wordt afgedaan met ‘er komt wel weer een andere klus’. Maar eerlijk zeggen. Het enige wat mij daar echt aan stoort, is dat het geen vijf jaren zijn. Wat zegt dat nou, vier jaar?
De koning komt het openen, en ik val onder de categorie ‘en natuurlijk al die mensen die er keihard dag en nacht voor hebben gewerkt’. Applaus. Omdat de koning staat te kijken.
Had ik nu maar die honderdste glasplaat erin mogen leggen. Dan had ik misschien een bordje gehad bij die plaat: ‘Yusuf Omar. Honderd glasplaten.”
Tekst: Anneke Kortleve
Nog geen reactie — begin de discussie!