Afgelopen dinsdag vond in een vol DE Café onder de naam #010debat het grote lijsttrekkersdebat van het Algemeen Dagblad en Lokaal plaats. De lijsttrekkers van de acht grootste Rotterdamse politieke partijen bonden met elkaar de strijd aan. Vooral de houding van Leefbaars lijsttrekker Joost Eerdmans was volgens debatanalyticus Victor Vlam opvallend. Hij koos voor een defensieve strategie van afwezigheid, en zette zo het debat naar zijn hand.
Acht dagen voor de verkiezingen kwamen de lijsttrekkers van de acht grote partijen bijeen voor een lijsttrekkersdebat van Lokaal en het AD. Hoewel de Rotterdamse verkiezingen vooral een tweestrijd zouden zijn tussen de PvdA en Leefbaar Rotterdam, zou je dat niet direct zeggen als je naar dit debat keek. De twee electorale giganten waren namelijk absoluut niet de twee meest aanwezige partijen. Voor Joost Eerdmans was dat niet per se een onverstandige zaak. Door de typische strategie van een koploper te hanteren, wist hij dit debat naar zijn hand te zetten.
Als Eerdmans niets te zeggen had, dan zei hij ook niets. Bij een stelling over het veelvuldig gewraakte stadsinitiatief, liet hij zelfs het hele debat aan zich voorbij gaan. Pas toen de gespreksleider opmerkte dat hij zo stil was, gaf hij in twee zinnen zijn mening: “De gedachte is goed, de uitvoering gebrekkig.” Niet alleen bondig, ook nog eens bijna exact de woorden van aartsvijand Hamit Karakus.
Dit is opmerkelijk omdat de meeste politici hier iets anders hadden gedaan. Zij hadden gewoon een uitgebreid betoog afgestoken over het stadsinitiatief. Politici doen vaak namelijk alles om aan het woord te komen én te blijven. Daardoor voelt menig verkiezingsdebat aan als een kippenhok. Dat was dinsdag beslist niet anders. Juist daardoor viel de terughoudendheid van Eerdmans op.
Nou zou je kunnen denken dat de oorzaak van deze terughoudendheid Eerdmans’ aanhoudende stemproblemen zijn. Zoals hij tijdens het debat aangaf, wordt hij tegenwoordig begeleid door een stemtherapeut. Maar wanneer er onderwerpen werden besproken die voor hem echt tellen, was hij juist wél zeer actief.
Het lijkt dus vooral een strategie te zijn. Maar waarom kiest zelfverklaard roeptoeter Joost Eerdmans hier nu voor? Omdat hij weet dat je debatten niet wint door méér te spreken. Het oude adagium luidt: je kunt verkiezingsdebatten niet winnen, je kunt ze alleen verliezen. Wie aan kop staat in de peilingen, voert dus liever geen debat. Een uitglijder is snel gemaakt en dat kan je zomaar je koppositie kosten. Het ontlopen van een aantal stellingen was dus een defensieve manoeuvre van Eerdmans.
Naast dat hij strategisch de punten kiest waarop hij zich wil profileren, kiest Eerdmans ook zorgvuldig de tegenstanders uit die hij aanvalt. Tijdens een debat van twee uur wordt veel gezegd waarmee je het oneens kunt zijn. Het risico is dat je op alles reageert waardoor geen enkel van je punten echt beklijft.
Dat deed Eerdmans dan ook niet. Tijdens het debat over de zorg, zocht hij de confrontatie op met de SP. Niet onverstandig omdat hij een deel van zijn lager opgeleide achterban zomaar aan de SP zou kunnen verliezen. In een debat over de economie zocht hij juist de confrontatie met de VVD, de partij die hem op rechts kiezers dreigt af te snoepen. Kortom: hij richtte zich op de partijen die hem daadwerkelijk kiezers kunnen afpakken. Leefbaar heeft minder te vrezen voor het overlopen van kiezers naar D66 en GroenLinks, dus die partijen liet Eerdmans vakkundig links liggen.
Het gevolg was dat het nagenoeg onmogelijk was voor de andere lijsttrekkers om grip op hem te krijgen. De enige die daar wel even in leek te slagen was Leo de Kleijn van de SP. Hij maakte het Eerdmans flink lastig toen hij vroeg of hij de bezuinigingen op de thuiszorg van veertig procent zou hebben gesteund. Eerdmans kon dat niet uitleggen. Maar omdat De Kleijn té fel, té boos en té luid sprak, werd de aandacht afgeleid van de inhoud. De Kleijn overschreeuwde zichzelf, tot zichtbaar ongenoegen van het publiek. Later op de avond erkende De Kleijn dat hij wat vuurwerk had willen toevoegen aan een campagnestrijd die veelal als flets wordt omschreven. Zijn aanhang zal hem deze vormfout dan ook wel vergeven. Maar juist op het moment dat hij grip had op Eerdmans, liet hij de bal vallen. Dat is een gemiste kans.
Hoewel Eerdmans debattechnisch iedereen de baas bleef, is de vraag of hij dat ook inhoudelijk was. Dit is namelijk het tweede grote verkiezingsdebat waarin hij zich moest laten souffleren door Maarten Struijvenberg. De politicus van het jaar van Leefbaar zit altijd op de eerste rij, enkele tientallen centimeter van Eerdmans vandaan, om hem in te fluisteren wat Leefbaar de afgelopen jaren zoal heeft gedaan. Het is een groot raadsel waarom Eerdmans dit toelaat. Niet alleen is het onnodig – burgers stemmen immers niet op iemand die precies weet wat er in de raad is gebeurd maar op iemand die precies weet wat er in de samenleving speelt – maar ook wekt het de indruk dat Eerdmans zich niet goed heeft voorbereid.
Wat ten slotte opvalt, is de moeite die de partijen hebben met het zoeken naar verbinding met de burgers. De politiek vandaag de dag wordt beheerst door wantrouwen van burgers jegens die politiek en dat wantrouwen lijkt in Rotterdam nog sterker te zijn dan in de rest van het land. De reactie hierop van de politici? Ontken dat je politicus bent.
Zo vertelde VVD-lijsttrekker Jeannette Baljeu in het blokje over de zorg dat ze mantelzorger is in het weekend voor een oud-buurvrouw. Van CDA’er Hugo de Jonge hoorde we al snel dat hij leraar was (ook ambtenaar, maar daar sprak hij minder graag over). Leo de Kleijn werkt in de jeugdzorg, weten we inmiddels. En Hamit Karakus vertelde in het veiligheidsdebat uiteraard dat hij politieagent was. Deze strategie is op zich begrijpelijk. De politici lijken te willen zeggen: ik ben net zoals u, een gewone burger. Maar omdat hij zo veel werd toegepast verloor de strategie haar waarde.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Al één reactie — discussieer mee!
Net als de analyse van het vorige debat vind ik het spijtig dat dit relaas zo onvoorstelbaar smal blijft. Het artikel had de lezer nog beter kunnen informeren wanneer de inhoud en debattechnische kwaliteiten evenredig aan het licht waren gekomen. Zaken die ik spijtig genoeg mis in het stuk:
De Cees Grimbergen show
De lezer informeren over het lachwekkende gedrag van Cees Grimbergen en diens gelijknamige show had in mij ogen wel even benoemd mogen worden, met daarbij enkele voorbeelden. In het debat was duidelijk te merken dat de debatleider niets van de spreekwoordelijke kaas had gegeten. Op de momenten dat de verdieping werd gezocht in de materie, kon de presentator inhoudelijk niet aansluiten om de kandidaten tegenover elkaar te zetten. Een gemiste kans. Naar mijn mening dacht Cees wel even snel een zak met centen op te kunnen halen bij het debatje om vervolgens weer snel op de trein richting Amsterdam te springen of hij had een borreltje teveel weggeharkt om de scherpe randjes van de spanning af te halen. Een andere conclusie kon ik op dat moment niet aan zijn gedrag verbinden.
Meelijwekkende verontwaardiging
Ten eerste vind ik het spijtig dat er over de inhoud drie magere alinea’s geschreven worden. Dat is een verbeterpuntje.
De verontwaardiging over het laten souffleren van Eerdmans vanuit Maarten Struijvenberg is lachwekkend te noemen. Bij het plegen van één welgemikt telefoontje had de schrijver kunnen weten dat Struijvenberg één van de weinige binnen LR is die de dossiers als hapklare brokken kan opdienen voor zijn lijsttrekker. Los van het feit welke ‘indruk’ dit wekt, is het helaas ook de bittere waarheid dat Eerdmans zijn dossierkennis niet op orde heeft. Los van het constante gebabbel over dat de haven de motor van de Rotterdamse economie, heb ik Eerdmans nog niet één maal in een debat of discussie kunnen betrappen op een Inhoudelijke reactie op welke vraag omtrent dat onderwerp dan ook. Hij en zijn kornuiten wuifden de havenarbeiders van de FNV die aan het demonstreren waren bij de ingang ook weg alsof hij een opgedroogde drol van het trottoir afveegde. Tevens hebben we in de stad volgens Eerdmans iedere week een andere motor. Dan de haven, dan het MKB, dan de ‘gewone burger’. Van consequentie is op zijn minst sprake.