Van de week stond de Zwart Janstraat op zijn kop vanwege de opening van de Fenerbahçe fanshop. Dirk Kuijt opende de winkel, maar moest op een gegeven vluchten via de achtertuin van de ouders van stuurvrouwe Tara. Zij breekt een lans voor Dirk, als hij ooit weer terug wilt komen naar Feyenoord.
Ik ben al tien jaar heimelijk verliefd op Dirk Kuijt. Mijn vriendinnen vonden dit gegeven dusdanig lachwekkend dat ze ooit de lelijkste foto die ze konden vinden in een weerzinwekkende zelfgemaakte lijst stopten als cadeau. Deze heb ik onlangs, nadat ik hem een decennium lang had meeverhuisd, weggedaan. Zijn afscheidsposter hangt nog altijd fier op de deur van mijn studeerkamer. Graziano Pellè is geen straf om naar te kijken, maar het gevoel dat ik krijg van Dirk zijn vrolijke twinkeloogjes is onbetaalbaar.
Maandag stond hij ineens in de achtertuin van mijn ouderlijk huis, op de Gerard Scholtenstraat. Door de massale toestroom van Fenerbahçe-fans moest hij vertrekken via de achterdeur. (Nadat hij eerst had geprobeerd om de massa voor de deur van de winkel tot bedaren te brengen, brave borst als hij is.) Wat een wereldstad is Rotterdam toch. De eerste Europese fanshop van Fenerbahçe, gewoon in het Oude Noorden. Van het interview dat hij die dag gaf aan Rijnmond kreeg ik een brok in mijn keel. “Iedereen weet dat mijn hart bij Feyenoord ligt. Hopelijk ligt in de toekomst de weg nog open. Dat ik een Feyenoordman ben en blijf, dat zal altijd zo wezen.”
Voor mij is Dirk Kuijt de belichaming van Feyenoord: doorzettingsvermogen, kracht en onvoorwaardelijke liefde. Martin van Geel mag dan wel vinden dat de deur niet altijd open blijft voor Dirk, van mij mag hij terugkomen. Anytime.
Bovendien kan hij iets wat veel politici niet lukt: een brug vormen tussen twee groepen in de samenleving die nochtans redelijk langs elkaar heen leven: Turkse en autochtone Nederlanders. Uit de volgende reactie op PowNed blijkt dat geen overbodige luxe. “Kan je nagaan hoeveel Turken hier wonen als een fanshop al rendabel lijkt te zijn. Willen we meer of minder buitenlanders? Nou, ik in ieder geval minder of liever geen één.” De toon past binnen de landelijke berichtgeving, die voornamelijk negatief was gericht op de ‘Turkse relschoppers’.
Deze Spartaan op RTV Rijnmond ziet het anders: “Wees blij dat ze voor Fenerbache zijn, de meeste allochtonen die niets met Rotterdam hebben, maar er wel wonen, zijn voor 020.” Met Dirk Kuijt in de spits krijgen we dat nieuwe stadion denk ik in no time uitverkocht. Daarom zeg ik: Dirk, kom terug! (En liever sneller dan later, als het even kan.)
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Al 8 reacties — discussieer mee!
Dirk Kuijt is een praatjesmaker die altijd zegt wat mensen graag willen horen. Hij komt alleen ooit terug als er werkelijk geen andere club meer is waar hij nog meer zou kunnen verdienen. Als hij veertig is, zeker. Dank je de koekoek.
U heeft geen gelijk gekregen.
Mag ik even gniffelen?
*Gniffelt in haar vuistje*
Ongelooflijk je kan reageren.
Mag ik even met mijn hoofd schudden.
“Schudt moedeloos het hoofd”
“Ongelooflijk je kan reageren.”
Cryptisch.
U bent verbaasd dat ik reageer? Dan mist er een komma.
U bent verbaasd over mijn reactie? Dan mist er het woordje ‘hoe’.
Ik ben daarentegen helemaal niet verbaasd over uw reactie. U reageert namelijk altijd.
Dan mist er een komma. Fantastisch Nederlands!
Jij reageert zelden, waarschijnlijk omdat je niet zoveel te vertellen hebt.
Maar 16 % van de Rotterdammers beledigen en dan niet reageren?
Cryptisch: De knip en de neus.
Beetje esprit d’escalier, maar ik doe het toch.
Weet je wat komma-neukers zijn Tara?
Dus uit het feit dat u zo frequent reageert moet opgemaakt worden dat u iets te vertellen heeft? Grappig, ik heb juist het idee dat hoe vaker u reageert, hoe minder serieus u wordt genomen.
Althans, dat geldt voor mij.
Ik zie een reactieruimte onder een artikel als een plek waar vooral lezers met elkaar in debat kunnen. Boven de streep heb ik mijn zegje reeds kunnen doen. Ik reageer sporadisch, en het liefste na een jaar.
Trek een broek aan en ga lekker naar buiten, de zon schijnt.
Tsjonge zeg, kunnen Ronald en Tara misschien 4 uur niet reageren op elkaar. Even ademhalen, afvragen of het dit waard is en dan eventueel weer verder gaan. Einde bericht/verzoek.