Voor Vers Beton bezoekt Anneke Kortleve om de week een rechtszaak die veel over het stadse leven onthult, maar nauwelijks persaandacht trekt. In aflevering 3: camerabewaking. Of: hoe Michelle (19) hoofdagent Wessel sloeg onder toeziend oog van de camera.
“Michelle, u wordt ervan verdacht op 28 januari 2012 hoofdagent Wessel te hebben mishandeld. U zou hem, volgens zijn verklaring, in de schaamstreek hebben getrapt en hem met uw handen een klap hebben gegeven tegen het hoofd en de kaak.”
Michelle zit bewegingloos voor de politierechter in Rotterdam. Ze heeft haar rechterbeen over haar linker geslagen, haar schouders zijn opgetrokken. Ze is niet oud, ze was net een half jaar meerderjarig toen ze haar vermeende strafbare feit beging. Ze reageert niet op de aanklacht die de rechter opleest. De rechter buigt zich naar voren. “Michelle, kunt u zich vinden in de beschuldiging van de officier van justitie?” Michelle schudt haar hoofd. Hij vraagt het haar nogmaals. Dwingender. “Heeft u het gedaan?” Michelle zegt zachtjes nee.
“Goed”, zegt de rechter. “U kwam uit een café op het Stadhuisplein. U had twee Bacardi-cola en een sambuca op. Uw vriendengroep kreeg ruzie met een groep studenten, waarna de politie ingreep en een van de jongens pakte. “Bij de keel”, zegt Michelle opeens hardop, “maar dat was de verkeerde. Ik riep dat hij de verkeerde had. En toen duwde de politieman mij weg.”
Hyperventilatie
“De politieman ging meteen duwen?” Michelle antwoordt niet. “Als u het niet meer weet, moet u dat zeggen”, voegt de rechter eraan toe. Plotseling begint Michelle zwaar te ademen. Haar advocate staat op en loopt naar Michelle. De enige twee bezoekers uit het publiek praten vanuit de zaal op Michelle in. “Michelle, rustig meid, het komt wel goed”, zegt een hoogblonde vrouw met een diep Rotterdams accent. De advocate van Michelle aait over haar rug en vraagt de rechter om een schorsing. Die antwoordt niet. Michelle krijgt een glaasje water, de blonde vrouw blijft op haar inpraten. “Het gaat wel weer”, zegt haar advocate.
De rechter leest verder uit het proces-verbaal. “Uw vriend trok u weg bij de politieagenten en wilde u niet loslaten. Ze sloegen met een wapenstok op uw armen.” “Hoofd”, verbetert Michelle. De rechter reageert er niet op. “En vervolgens ‘draaide u door’, volgens uw eigen verklaring.” Michelle is even stil. “Dat klopt niet.” “Er zijn camerabeelden met slaande bewegingen.” Michelle herhaalt: “Het klopt niet.”
Michelle heeft volgens de aanklacht een politieman geslagen op het Stadhuisplein. In deze omgeving is er cameratoezicht. De camera’s zijn neergezet om de plek te bewaken en in te grijpen als er iets aan de hand blijkt te zijn. Daarvoor is het politiebureau aan de Witte de With ingericht, waar politieagenten 24 uur per dag de camerabeelden in de gaten houden. Politie en justitie mogen alleen onder strikte voorwaarden gebruikmaken van de vaak schaduwachtige beelden, ter ondersteuning van de bewijsvoering bij een strafbaar feit. In deze zitting worden de beelden niet getoond, waarschijnlijk omdat de getuigenis van een agent wordt gezien als voldoende bewijs.
Laatste zin
De officier van justitie mag een vraag stellen aan Michelle. “Michelle, bij de politie heeft u gezegd dat u het erg vindt wat u gedaan heeft, omdat de man zijn werk deed.” Michelle antwoordt. “Dat is niet waar.” Haar advocate stelt hierop de vraag nogmaals aan Michelle. “Michelle, heb je dat dan niet gezegd? Het is de laatste zin van je verklaring, wat wel vreemd is voor zo’n belangrijke opmerking.” Michelle antwoordt: “Nee, ik heb dat niet gezegd. Beetje gek om zo op het einde van de verklaring zoiets opeens te zeggen.” De rechter constateert dat haar handtekening er wel onder staat.
Een getuige wordt opgeroepen, Lorrain. Hij is het vriendje van Michelle. Een jonge, blonde jongen, met een getailleerde blouse, zijn haar strak gekamd. De rechter moet zijn drievoudige Franse naam opzoeken in het dossier, om te voorkomen dat de getuige zijn volledige naam moet spellen voor de griffier. Lorrain praat snel, de rechter moet hem meerdere keren onderbreken. “Waar stond u?” “Op drie meter afstand, richting het Weena zeg maar. Ik pakte haar beet, ik mocht haar niet loslaten.” “Van wie niet?” “Van Michelle. En toen sloegen ze meteen met hun wapenstokken op ons in.” “En toen draaide Michelle door”, vult de rechter aan. “Ik weet dat ze kwaad werd, maar ik heb haar niet zien slaan.”
Het lijkt wel bloed
De rechter kijkt naar de processtukken. Het zijn foto’s van de verwondingen van Michelle die ze die avond heeft opgelopen en waarvoor ze naar de huisartsenpost is geweest. Daar zijn de foto’s gemaakt. Ze heeft een wond op haar kin en een bult op haar hoofd, rechts boven haar slaap. In het consult staat dat Michelle is ingelicht over mogelijkheden omtrent aangifte tegen de politie. Michelle heeft geen aangifte gedaan. “Het lijkt wel bloed”, zegt de rechter. “Ja”, zegt Michelle, “het is een gat in mijn kin.” “Wanneer is dat gebeurd?” “Toen ik het busje werd ingegooid, na de arrestatie.” “Dus dat was niet door een klap van de wapenstok?” “Nee.”
De rechter acht bewezen dat Michelle de agent heeft geslagen. “Een verklaring van een agent is al voldoende bewijs op zich en de camerabeelden lijken dezelfde richting op te wijzen.” “Omdat u nog jong bent, u me geen vechtersbaas lijkt en geen strafblad heeft, vind ik een voorwaardelijke boete van 400 euro voldoende. Dus als u komende twee jaar weer in aanraking komt met de politie, dan kan de rechter ertoe besluiten alsnog de boete op te eisen.” Michelle moet wel 150 euro immateriële schadevergoeding aan de agent betalen.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
We kunnen deze artikelen alleen maken dankzij onze leden. Lees onbeperkt alle artikelen op Vers Beton voor € 7,50 per maand, de eerste maand is gratis.
Al 12 reacties — discussieer mee!
Dank voor je reactie Anneke.
Hmmmm toch blijft het bevreemdend en toch best triest gesteld met de juridische balans in je voordeel lijken te hebben en dit niet in je voordeel uitslaat. Vreemd….
Tsja, rechters… Mijn vader zei vroeger altijd al: “Als je helemaal niets kunt en je bent helemaal leeg in je bovenkamer, dan kun je altijd nog rechten gaan studeren.”
Ik vraag me af waarom de advocate niet kon/kan afdwingen dat de beelden worden getoond? Waarom mag/gebeurt dat niet? Het doet me beetje denken aan films die je ziet met vervalste verklaringen, hoe onwaarschijnlijk het soms ook lijkt.
Interessant, vertel verder Dirk…!
Ha Dirk, wat ik interessant vind is je ‘Tsja, rechters’. Is dat toepasselijk voor alleen bovenstaande uitspraak, of voor rechters in het algemeen? Als het dat eerste is, ben ik benieuwd wat je verwondert aan deze uitspraak.
Ivan! Ik denk dat de advocaat wel het cameramateriaal kan opvragen om te laten dienen als tegenbewijs, maar wellicht dat het niet in Michelle haar voordeel zou werken en dat ze het daarom achterwege heeft gelaten. Dat is gissen natuurlijk, maar ik vermoed dat dat de reden is. De officier van justitie gaat er in ieder geval voorzichtig mee om, niet in de laatste plaats vanwege privacyregels: een zitting is openbaar.
Het moet wel om alle rechters gaan, aangezien de rechter hier alleen was 😉
Haha, sharp as a knife Dirk. In dat geval wordt het lastig discussiëren.
Ik ben Dirk niet Anneke! Ik ben Rick! En ik ben ook bijzonder benieuwd waarom zulke onaardige dingen zegt 😉
Ik denk dat mijn vader destijds doelde op het feit dat je om rechten te studeren helemaal geen hersenen hoeft te hebben, terwijl je er wel allerhande invloedrijke maatschappelijke posities mee kunt bekleden, zoals verregaande oordelen over mensen uitspreken, terwijl mensen met een goed functionerend brein naar bijvoorbeeld de TU gaan maar verder niks te zeggen hebben in de maatschappij. Het zou de vele rechterlijke dwalingen kunnen verklaren en de gevoeligheid van rechters voor status en aanzien. Zo leg ik het maar uit.
Ik ga nu een beetje off-topic, excuus daarvoor, maar ik heb van mn vader – hij is vaak technisch-deskundige geweest bij rechtszaken – begrepen dat het niveau echt dramatisch is. Hij pleitte ooit voor veel strengere toelatingseisen voor de rechterlijke macht e.d. maar dat is er nooit echt van gekomen.
In ieder geval mocht ik geen rechten studeren van hem!
Dirk, ik denk dat je veel macht legt bij de rechter ‘in de maatschappij’. Veel zaken komen niet bij de rechter, veel contracten worden niet rechterlijk getoetst. Over die contracten heeft iedereen wat te zeggen. En ik denk dat degene die echt wat over de maatschappij te zeggen heeft de wetgever is. Die wordt democratisch gekozen, dat kan iedereen zijn.
En als de studie zo gemakkelijk is dat je er geen brein voor nodig hebt – en je wilt graag iets wilt zeggen in de maatschappij en je hebt het idee dat dat alleen kan als je rechter bent, waar ik het dus eigenlijk niet mee eens ben – maar je hebt civiele techniek of werktuigbouwkunde gedaan, dan doe je die studie toch even in een jaartje of twee? Dan kan je alsnog rechter worden. Het klinkt bijna alsof het oneerlijk is voor de TU-studenten.
Ik schrijf veel juridische samenvatting van de rechtspraak en ik vind dat de rechters het vaak nog vrij aardig doen. Ik kijk natuurlijk nog maar kort naar deze praktijk, met mijn 28 jaar. Misschien zijn de tijden veranderd? Het is niet meer ‘all about the kruiwagens’ tegenwoordig, de eisen om rechter te worden zijn heel streng.
Misschien dat ik over vijf jaar denk, die Dirk, die had toch verdorie een beetje gelijk. Maar nu zal ik niet beamen wat je zegt. En ik zal nooit alle rechters over één kam scheren.
De slechte vallen altijd veel meer op dan de goede. Overigens, een aanwijzing voor een slechte rechters vind ik degene die overal een technisch deskundige voor inschakelen, terwijl ze de zaak ook zelf best kunnen beoordelen. Dat kost namelijk een godsvermogen voor partijen. Misschien dat je vader alleen die zag?