Jongeren ‘van de straat’ als leraar voor de klas zetten, dat doet The Social Effect de komende drie maanden op Rotterdamse middelbare scholen. Vers Beton ging naar de workshops en ontdekte dat het mes aan twee kanten effectief is.
Dominique spreidt zijn armen. Hij staat midden in een kring leerlingen van de Mavo Delfshaven en kijkt met zijn donkere ogen rond. Zijn blik is open en een beetje uitdagend. “Wat weten jullie over mij? Nou, kom op maar op, chefs.” De klas aarzelt, maar dat duurt maar heel even. Ze bekijken zijn grijze trainingspak met luipaardprintaccenten, korte dreads, donkere huid, littekens op de neus, schoenen – eveneens met luipaardprintaccenten – en fiere houding. Dan knalt hij een spervuur aan vragen de klas in. “Hoe oud ben ik? Heb ik kinderen? Van welke afkomst ben ik? Wat zijn mijn hobby’s? Werk ik? Wat doe ik in het weekend? Waar ga ik op vakantie? Heb ik broers of zussen? Doe ik aan sport?” De pakweg twintig leerlingen gillen enthousiast terug. “22!” “Eén kind!” “Cabo!” “Voetballen!” “Je zit op school!” “Uitgaan en chillen!” “Curaçao!” “Minstens vijf!” “Je voetbalt!”
“Goh”, antwoordt Dominique met een droog lachje, “dit is de eerste klas die níet denkt dat ik een drugsdealer ben. Weet je hoe vaak ik dat al heb gehoord?” Tegen dat vooroordeel bokst Dominique, 25, twee jonge kinderen, Surinaams, kickbokser, één broer en één zus, zzp’ende vrachtwagenchauffeur, namelijk al zijn hele leven op. En toegegeven, een deel van zijn leven ging gehuld in dikke wietdampen. Maar handelen in het spul, nee, dat deed hij nooit. Het had wél makkelijk die kant op gekund.
Geschoold op straat
Jongeren als Dominique zijn op een bepaalde manier helemaal niet op hun plek voor de klas, en op een bepaalde manier juist helemaal wel. Dat zagen de initiatiefnemers van The Social Effect, een project dat in Rotterdam zijn oorsprong vindt, heel goed toen zij vorig jaar voor het eerst deze workshops organiseerden. “Deze jongeren zijn anders, want geschoold op straat. Maar daarom weten of kunnen ze niet minder dan een gemiddeld gymnasiumkind”, stelt initiatiefnemer Esther Popelier. “In sociaal-emotioneel opzicht zijn ze juist wijzer dan een scholier die, laten we het maar zo zeggen, beschermd opgroeit in de cirkel van school, hobby’s, vrienden en gezin.”
Dat een school zich voornamelijk richt op het intellectueel stimuleren van leerlingen, is logisch, stelt Popelier. “The Social Effect is opgestart vanuit de overtuiging dat er veel meer aandacht moet komen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van pubers. Welk gedrag heeft welk effect op je omgeving? In deze workshops gaan we op zoek naar de verbinding. Echt contact maken.”
Popelier is de eerste om toe te geven dat een groepje hangende jongens, broek op half zeven, gouden tanden, scooters, pet hoog op de bol, luidkeels aanwezig, converserend in nauwelijks begrijpelijke straattaal en al dan niet met jointje binnen handbereik, behoorlijk imponerend kan zijn. “De meeste mensen lopen met een boogje om ze heen. Wij zien ze voor wat ze zijn: jongeren met veel levenservaring. Sommigen zijn tienermoeder of -vader, of groeiden emotioneel verwaarloosd op, hebben maar één ouder, kenden bittere armoede, kwamen in aanraking met drugs, met criminaliteit. Dat noemen wij straatslim.” En dus niet: kansarm. Want dat impliceert een ongelijkwaardige verhouding, terwijl de verhoudingen tijdens de workshops van The Social Effect juist draaien om gelijkwaardigheid. “Peer to peer-onderwijs werkt voor pubers veel beter. Scholieren tussen de veertien en zestien jaar leren meer van hun leeftijdgenoten dan van een volwassene. The Social Effect gaat uit van dat type ervaringsleren. Hoofd uit, hart aan.”
Hart aan
Dat ‘hart aan’ gaat via de ijsbergmethode. Tien procent boven de waterlijn staat voor het uiterlijk en daarop baseren we onze eerste indruk. De onzichtbare negentig procent daaronder, wat iemand maakt tot een individu, is essentieel om een persoon te leren kennen. In Delfshaven schrijven de leerlingen op een briefje, anoniem, drie dingen waarvan ze balen en drie dingen waar ze trots op zijn. Zaken onder de waterlijn dus. Dominique en zijn collega Purdey waken ondertussen met een scherp oog, en vooral Dominique roept met zijn zware, lage stem regelmatig een giebelend jochie tot de orde. “Hé chef, stil zijn, luisteren. Nee, wij lezen die briefjes voor. Niemand weet van wie het is. Nee, dat zie je niet aan de kleur stift. Niks erbij tekenen, ook geen piemeltjes. En als je gaat lachen, schop ik je eruit.”
Purdey en Dominique gaan met de rug tegen elkaar zitten. Purdey (moeder van twee kinderen, christelijk) leest met zachte stem voor waar de leerlingen in de klas van balen. “Dat mijn ouders gescheiden zijn. Dat ik niet goed mijn best doe op school. Dat ik te veel eet.” Twee jongens lachen besmuikt. Dominique staat op, wijst naar de deur. “Ik heb het je gezegd. Eruit. Nu.” Purdey gaat verder met voorlezen. “Ik baal ervan dat ik onzeker ben. Dat mensen denken dat ik homo ben. Dat ik mijn opa en oma nooit heb gekend. Dat ik altijd lach, terwijl ik serieus moet zijn. Dat niemand ziet wie ik echt ben.”
De klas is muisstil. De leerlingen kijken met grote ogen naar Purdey of staren naar hun tenen. Dit is niet een beetje onder de waterlijn trappelen, dit is diep naar de bodem duiken. Binnen een uur krijgen de twee Social Effect-trainers boven water waar deze kinderen in het diepst van hun ziel door geraakt worden. Het is een indrukwekkend schouwspel.
Je bent aan
Hoe anders verloopt de les van Syed en Sevda op het Melanchton College. Zij geven de tweede workshop aan gymnasiumklas 2G, volledig geënt op waardering. Het is een belangrijk onderdeel van The Social Effect. Waar kickbokser Dominique de mavoleerlingen strak onder de duim hield, laat Syed (negentien) de teugels regelmatig vieren. Zijn lange, magere lijf, gehuld in baseballjack, spijkerbroek en glimmend gepoetste schoenen, beweegt zich soepel door de kring. Zijn vriendelijke ogen en rustige uitstraling doen de rest. De leerlingen voelen zich op hun gemak bij hem. De kakel- en giebelkakofonie bereikt regelmatig een piek, maar komt tot een auditief hoogtepunt als de leerlingen een leeg A4’tje op hun rug geplakt krijgen waarop de rest van de klas complimenten mag schrijven. De dingen die daarop verschijnen, zijn typisch voor deze school. “Je bent goed in hockey.” “Je maakt de beste grappen ever.” “Je bent ultiem slim.” “Kan goed schaken.” Maar ook: “Je bent echt aan. Gangster!”
De blonde jongen op wiens rug die laatste opmerking staat – hoge stem, witte hoodie, lange ledematen, maar nog duidelijk niet uitgegroeid – stapt naar Syed. “Meester”, uitgesproken met Kinderen voor Kinderen-r, “wat betekent ‘aan’?” Syed glimlacht en kijkt hem aan. “Je bent áán, gast. Cool. Lauw.” De jongen gaat glimmend terug naar zijn stoel.
Vliegwiel
Voor jongeren als Syed, Sevda, Purdey en Dominique betekent The Social Effect meer dan alleen lessen aan middelbare scholieren geven, weet Popelier: “We geven ze veel verantwoordelijkheid. In drie maanden tijd zijn er negentig Social Effect-workshops door de hele stad. Van tevoren trainen we de jongeren intensief, maar daarna worden ze geacht zelf hun workshops te draaien. Het mooie is: onze jongeren kunnen die verantwoordelijkheid ook aan. Ja, ze hebben soms wat aanmoediging nodig, maar ze staan er wel.”
Veertig straatslimme jongeren zijn nu betrokken bij The Social Effect. Sommige jongens en meiden van de eerste editie geven inmiddels trainingen aan de tweede lichting. Het is de bedoeling dat de jongeren het project uiteindelijk zelf gaan dragen. Popelier: “The Social Effect is niet alleen voor de scholieren een vliegwiel, het effect is voor de trainers zo mogelijk nóg groter. Via het project kunnen ze een voorkwalificatie opdoen zodat ze weer het reguliere onderwijs in kunnen. Het is voor hen een bekrachtigende ervaring. Dat ze daar behoefte aan hebben, blijkt uit hun motivatie om aan The Social Effect mee te doen. Deze jongeren willen aan anderen geven wat ze zelf gemist hebben.”
Al één reactie — discussieer mee!
Fantastisch werk dit! Leuk geschreven ook.