Iedere maandag verschijnt in gratis krant Metro een opinie van Vers Beton. Deze week is Sereh Mandias aan de beurt. De dossiers rondom het gewenste nieuwe Feyenoordstadion én het gewenste nieuwe collectiegebouw van museum Boijmans, vertonen een opmerkelijke overeenkomst.
Soms vinden hoge en lage cultuur elkaar op onverwachte plekken. Zo is er een opvallende parallel tussen de verwikkelingen rondom het nieuwe Feyenoordstadion en het collectiegebouw van Boijmans: veel eigenbelang, weinig oog voor de omgeving.
Voor wie het even gemist had: er zijn op dit moment nog twee plannen in de race voor een vernieuwd Feyenoordstadion: die van stichting Reddekuip en bouwbedrijf BAM. Op 25 april wordt bekend aan welk plan de ‘Feyenoord-trojka’ de voorkeur geeft. Er zit dus schot in de zaak, en dat is maar goed ook. Hoe sneller er gehandeld wordt, des te sneller zowel de club áls de wijk Feyenoord kan profiteren van de impuls die een vernieuwd stadion ongetwijfeld zal geven. Of toch niet?
Het AD tekende onlangs uit de mond van Wim van Sluis, voorzitter van de Feyenoord-trojka, op: ‘(…) we zijn aangesteld om de huisvesting van Feyenoord te onderzoeken. Aan die opdracht voldoen we’. Dit in reactie op de kritiek dat de manier waarop de omgeving van het stadion in de verschillende plannen aangepakt wordt, door de commissie niet meegewogen is. Vanuit Feyenoord geredeneerd wellicht begrijpelijk, maar gezien de voorgeschiedenis (kort samen te vatten als ‘gebrek aan draagvlak’) toch een opmerkelijk beperkte taakopvatting.
Dan Boijmans. Voortvarend is er een locatie (het Museumpark) en een ontwerp (van architectenbureau MVRDV) gekozen voor het nieuw te bouwen collectiegebouw. Hierop brak een storm van kritiek uit. Want waarom moet een significant deel van het Museumpark opgeofferd worden aan een oversized bloempot? Inmiddels praten de architecten met de omringende instellingen en bewoners over een betere inpassing in het gebied.
De gemene deler: de opdrachtgevers redeneren enkel vanuit de eigen vastgoedwens, en vergeten daarbij dat ze letterlijk en figuurlijk midden in de stad staan. Geen wonder dus dat ze op zoveel weerstand stuiten. En dat is zonde. Want hoewel deze gebouwen er waarschijnlijk gewoon komen, zou het zoveel beter, op termijn makkelijker en vooral ook leuker zijn als dit soort plannen niet simpelweg uitgerold, maar in overleg met de andere betrokkenen en daarmee automatisch vanuit een visie op het gebied ontwikkeld zouden worden.
Op deze manier worden ze veel te makkelijk tot splijtzwam in de stad, in plaats van het collectieve feestje dat ze ook zouden kunnen zijn.
Reacties op dit artikel kunnen volgende week gepubliceerd worden in Metro.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 6 reacties — discussieer mee!
Ik vind een oversized bloempot in het Museumpark helemaal niks. Dat plan is erg statisch en niet creatief. Bovendien is het Museumpark vol; je moet er niet aan denken dat het weer jarenlang op de schop gaat.
Ik pleit voor een drijvende bloembol in de Rijnhaven. Dus een combinatie van kunst en klimaatbestendig bouwen. Grappig toch als cruisepassagiers meteen een tulpenbol zien zodra hun schip aanlegt. De Rijnhaven is verder prima te bereiken, ook met de tram vanuit Boijmans. Past ook verder prima in de ontwikkeling van Zuid. De Rijnhaven kan bovendien makkelijk 14.000 m2 depot-oppervlakte huisvesten (de huidige Drijvende Bollen zijn 600m2).
Verder denk ik dat cross-over denken de enige manier is om al die creatieve subculturen in Rotterdam uit hun isolement te verlossen.
Ik ben het met je eens dat de huidige renovatieplannen teleurstellend weinig lijken bij te dragen aan de ontwikkeling van Rotterdam Zuid. Echter ben ik het oneens met jouw stelling dat dit te wijten is aan de voetbalclub.
Vorig jaar heeft Feyenoord een zeer uitgebreid plan voorgesteld voor de bouw van een nieuw stadion op Varkenoord. Onderdeel van dit plan was een herontwikkeling van Varkenoord en Park de Twee Heuvels naar Sportcampus Rotterdam. Een plek waar topsport, amateursport, en onderwijs alle ruimte zou krijgen. De Stadiondriekhoek, de huidige locatie van de Kuip, zou dan beschikbaar zijn gekomen voor stedelijke ontwikkeling.
Deze plannen lagen in lijn met de ambitie van de gemeente om te investeren in Rotterdam Zuid. Er zijn jaren van overleg tussen Feyenoord, de gemeente, en betrokken organisaties aan vooraf gegaan. Deze plannen zijn ook uitvoerig beschreven in de Stadsvisie 2030, de Structuurvisie Stadionpark, en de business case voor het Nieuwe Stadion. Echter toen het vorig jaar zomer puntje bij paaltje kwam liet de gemeenteraad (lees Leefbaar en D’66) Feyenoord keihard vallen.
Feyenoord realiseert zich maar al te goed dat de club verder moet, met of zonder gemeente. Het gebrek aan oog voor de omgeving is een gemiste kans maar de club heeft het in ieder geval geprobeerd.
De sportcampus gaat onafhankelijk van het stadion gewoon door, dus alleen de driehoek zal nog ingevuld moeten worden.
De plannen die door de trojka zijn gekozen zijn ondermaats.
Jos Verveen probeert al door middel van leugens iedereen klaar te maken om te investeren in de plannen.
Door opmerkingen te maken dat men voor HNS destijds 100 miljoen had gereserveerd voor de infrastructuur terwijl dit werkelijk 36 miljoen was.
(staat duidelijk in de businesscase).
Uiteindelijk wil hij dan 60 miljoen garantstelling!! verlenen en 100 miljoen aan infrastructuur direct investeren in plan RdK/BAM.
De gemeente zal namelijk wel moeten investeren want geen enkel plan voldoet aan de parkeernorm van Rotterdam (2800 parkeerplaatsen).
Interessant, daar was ik nog niet van op de hoogte. Nu vraag ik mij echter wel af wat de schrijfster van het artikel nou eigenlijk precies van Feyenoord verwacht. Wat zou Feyenoord aan de omgeving moeten en kunnen doen?
Dat zou wel schandalig zijn. Het zou er op neer komen dat de burger er meer kwijt aan zou zijn en er ook nog eens minder voor terug krijgt. Dat kan alleen een politicus verzinnen.