Nu het duidelijk is dat Leefbaar Rotterdam, D66 en CDA met elkaar willen gaan besturen, gonst het in politiek Rotterdam. Deze combinatie heeft namelijk een meerderheid van slechts één zeteltje in de raad – is dat wel genoeg? Peter van Heemst bekeek de belangrijkste politieke problemen van de afgelopen 12 jaar en concludeert: één zeteltje meerderheid, daar valt prima mee te leven.
Is een coalitie met 23 ( van de 45) raadszetels voortdurend haar politieke leven onzeker? Over die vraag is zowel in als buiten het stadhuis heel wat afgetobd de laatste weken. Na het vertrek van de ChristenUnie-SGP resteerde Leefbaar Rotterdam (14 zetels), D66 (6 zetels) en het CDA (3 zetels) niks anders dan met een krappe meerderheid in de raad een stadsbestuur te gaan vormen. Eén lastig en geïrriteerd raadslid van Leefbaar Rotterdam of één eigenwijze dwarsligger van D66 zou de coalitie in heftig vaarwater kunnen brengen. Opvallend genoeg gaat niemand ervan uit dat ook bij het CDA dissidenten zouden kunnen zitten. Terwijl uitgerekend die partij zowel landelijk als lokaal op dat vlak een rijke traditie heeft.
Gekunstelde discussie
In mijn ogen is het een wat gekunstelde discussie. Een coalitie met een meerderheid van één zetel kan het net zo makkelijk of lastig hebben als een coalitie met een meerderheid van zes zetels. Wie met één zetel meerderheid van start gaat, weet in ieder geval dat de samenwerking vanaf dag één ontzettend hecht moet zijn.
In de lokale politiek – en zeker in de Rotterdamse – zorgt nog een tweede factor ervoor dat de soep wat minder heet zal worden gegeten dan dat ze nu wordt opgediend. Vrijwel alle wethouders leggen er namelijk eer in dat ze ook buiten de coalitie steun vinden voor hun voorstellen. “Hoe meer zielen, hoe meer vreugd”, is ondanks de verbale scherpte in de raad juist de kern van het dagelijkse politieke werk. Als partijen met een ruime bestuurlijke ervaring, zoals VVD en PvdA, of met een gouvernementele instelling, zoals GroenLinks en CU, niet uit rancune of frustratie de hakken in het zand zetten, dan zullen ze met een grote regelmaat de coalitie aan ruime meerderheden gaan helpen.
Echte politieke problemen ontstaan – zo leert een terugblik op het reilen en zeilen van het stadsbestuur sinds 2002 – doorgaans in zes situaties.
Wethouder Brekebeen
Allereerst als een wethouder een enorme brekebeen blijkt te zijn. Een miskoop. Iemand die zich blunderend en klungelend van het ene verloren debat naar de volgende gênante vertoning sleept. Zulke wethouders zijn uiteindelijk hun politieke leven niet zeker.
Ruzies
Verder kunnen er binnen een politieke partij ruzies ontstaan, waardoor een wethouder de steun van zijn eigen fractie verspeelt. Of een meerderheid in de raad die wethouder nog steunt, doet er dan helemaal niet meer toe. Wie in eigen kring het vertrouwen is kwijt geraakt, resteert niets anders dan een vertrek door de nooduitgang.
Onvolledig informeren en andere blunders
Grote problemen ontstaan per definitie als het stadsbestuur de gemeenteraad over een zware kwestie niet, niet volledig of te laat informeert. Vooral als zich enorme kostenoverschrijdingen voordoen, kan de betrokken wethouder in politiek noodweer terechtkomen. Ook andere politieke blunders die grote maatschappelijke en politieke commotie veroorzaken rangschik ik hieronder. Het ligt dan voor de hand dat een bestuurder daaraan consequenties verbindt (of de druk om dat te doen is in elk geval bijzonder groot).
Provoceren van de raad
Een vijfde factor die voor gedoe kan zorgen is het willens en wetens tarten, provoceren van een raadsmeerderheid. Een wethouder die keer op keer de raad te kijk zet, die elk waarschuwing dat het anders moet aan zijn laats lapt, ja die wethouder kan met een motie van wantrouwen naar huis worden gestuurd.
Ruzie binnen de coalitie
Tot slot kunnen er situaties ontstaan waarin een fractie en haar wethouders breken met de rest van de coalitie omdat ze zich absoluut niet kunnen vinden in de koers die door de coalitiegenoten wordt uitgezet.
Een raadsmeerderheid van één zetel? Ach, daar is goed mee te leven. Politieke problemen ontstaan bijna altijd op onverwachte momenten en over onverwachte onderwerpen, na blunders van wethouders of ruzies binnen of tussen coalitiepartijen. En dan tellen heel andere belangen, emoties en verantwoordelijkheden dan die ene zetel meerderheid in de raad.
Al 6 reacties — discussieer mee!
Leuke vraag van Hugo Biersma. In een volgende column zal ik de voorbeelden wat verder uitwerken. Voor nu: De Faria (Leefbaar Rotterdam) en Kaya (Groen Links) zijn de 2 klungelende wethouders die zijn vervangen, Pastors ( Leefbaar Rotterdam) is door de gemeenteraad naar huis gestuurd omdat hij eerdere waarschuwingen in de wind sloeg , Geluk(CDA) en Schrijer (PvdA) verspeelden het vertrouwen van hun eigen fractie, de VVD wethouders en de fractie stapten om een inhoudelijke kwestie uit het College en VVD wethouder Baljeu sneuvelde bijna vanwege de kostenexplosie bij een groot bouwproject.
De aanvullingen van Van Heemst behoeven enige toelichting.
De Faria is door de eigen fractie uit het college gehaald. Van Heemst zat toen nog in de 2e Kamer en oordeelt dus derde hands.
Ook bij het schandalige ontslag van Pastors was hij niet aanwezig.
Pastors is ontslagen omdat hij zijn mening gaf. Hij zei dat sommige moslims hun geloof gebruiken om criminaliteit te vergoeilijken.
Op dat moment zagen we dagelijks hoe in de Franse banlieues agenten werden belaagd en auto’s werden verbrand onder de uitroep “Allah akbar”.
Ontslagen dus door o.a. de PvdA en het CDA op voorspraak van een extreem nationalistische Turk (deed militaire dienst in Turkije en werkte in een Gülencentrum)
Wethouder Geluk , die voor het wegsturen van Pastors was, werd een paar jaar later door zijn eigen fractie in de rug aangevallen. De redenatie achter de motie van wantrouwen was echter zo zwak,dat Leefbaar Rotterdam de wethouder steunde en hij aanbleef. Het gaat dus om de inhoud!
Wethouder Pastors (volgens Peper en zelfs Kombrink een uitstekende bestuurder) heeft pas na 80 sollicitaties een betrekking gekregen via minister Opstelten (onder groot protest van toenmalige o zo “eerbare” PvdA college in Feijenoord)
Wethouder Schrijer die hopeloos faalde is ondertussen door de regentenkliek tot burgemeester van Zwijndrecht benoemd.
Voila Nederlandse politiek in een notendop.
Ben het wel met Van Heemst eens; ben ook de “trotse” bezitter van de Van Heemst prijs. (Dit laatste is uiteraard ironisch bedoeld. Ik schrijf het erbij , omdat Van Heemst als het hem uitkomt ironie letterlijk neemt)
Een voordeel van zo’n smalle coalitie is dat de oppositie soms nodig is om besluiten te nemen en dus niet alleen gefrusteerd kan worden door a priori een veto over hun voorstellen uit te spreken.
Een wethouder, die nu een lucratieve landelijke betrekking heeft, zei eens: “Wij zijn tegen dit voorstel van Leefbaar Rotterdam”en wilde daarna doorgaan tot ik haar erop attendeerde dat het voorstel van een andere partij was. Heel even was Freud in de raadzaal aanwezig.
Zo,n situatie was ongewenst en ondemocratisch en is m.i. door een krappe meederheid ook niet meer mogelijk.
Enige frustratie en haatdragendheid zit niet in jouw aard, is het wel, Ronald? En ja, dat is ironisch bedoeld.
Dat ik geen leven heb snap ik, maar dat een senator, toch een waardig ambt, niks beters te doen heeft op de mooie zaterdagmiddag dan nog even zijn gram te halen op internet over iets wat blijkbaar jaren geleden heeft afgespeeld is best treurig.
Het is zo Joop dat ik een bepaalde politieke visie heb.
Ik ben tegen wil en dank politicus geworden.”Eén van de redenen dat ik dat gedaan heb is mijn grote ergernis over de handelswijze van onze bestuurlijke elite, die hun visie van gelijkwaardigheid vooral met de mond belijdt. Het bekende links lullen en rechts vullen. De selectieve verontwaardiging.”Flapdrol” ( Marijnissen) is geen probleem, “doe eens normaal” (Wilders) wel. “Krijg aids in je darkroom” leidt niet tot aangifte “minder, minder minder” wel.
Van Heemst is voor mij de personificatie van vrijwel alles waar ik in de politiek een hekel heb en ik ben dat hopelijk voor hem.
Daar is niets verkeerds aan, als je het maar open en eerlijk manifesteert. Toen Van Heemst me in de raad voor “eikel” uitmaakte kon ik dat best begrijpen, omdat ik dat vanuit zijn perspectief ook ben!
Mijn persoonlijke ervaringen laat ik verder buiten beschouwing, maar die hebben mijn afkeer alleen maar iedere keer doen groeien.
Misschien ga ik verdere kritiek nog een keer op deze site zetten.
Ik zoek dat een pseudoniem Karl, Wladimir of Joseph en ga dan lekker anoniem commentaar geven. Je hebt me op een idee gebracht!
Interessant stuk, eigenlijk ben ik vooral benieuwd naar enkele voorbeelden bij iedere alinea. Vooral het provoceren van de raad maakt me benieuwd.