Wat kan Rotterdam leren van andere steden? In de serie Alternatieve Zustersteden gaat Vers Beton te rade bij plekken over de hele wereld. In deze eerste editie: Chris Luth over Rotterdamse stadshypochondrie en het optimisme van miljoenenstad Shenzhen.
Rotterdam is een hype. Nadat eerst The New York Times en Rough Guides positief over onze stad schreven, staan er nu zelfs complimenteuze stukken in de Volkskrant en Trouw. Je zou haast vergeten dat Rotterdam door velen – politici en bestuurders voorop – nog steeds wordt gezien als een groot probleem. De VVD stelde tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen bijvoorbeeld dat velen hier de verkeerde taal spreken en deed alsof we belaagd worden door criminelen. De laatste burgemeesters hebben zo negatief over onze stad en inwoners gesproken dat city branding meer op stadsbrandmerking begon te lijken.
De neiging onze maatschappij als ziek te zien, heeft zulke vormen aangenomen dat socioloog Willem Schinkel spreekt van sociale hypochondrie. In navolging hiervan kunnen we in Rotterdam wel spreken van stadshypochondrie – een duur woord voor chronisch stadskankeren.
Dit stadskankeren kan bogen op een lange traditie. Al voor de oorlog klaagden inwoners over de lelijkheid van de stad en wezen ze op de smalle, verstopte straten en achterbuurten vol (werkloze) nieuwkomers, zoals rondom de nu gesloopte Zandstraat, die plaatsmaakte voor het postkantoor en stadhuis. Toch worden in huidige diagnoses de symptomen vaak herleid tot twee oorzaken van later datum: het bombardement en de immigratie vanaf de jaren ’60.
Made in Shenzhen
Steden die zo radicaal door een beslissing van buitenaf en door migranten beïnvloed zijn, hoeven echter niet het slachtoffer te zijn van hypochondrie. Zo is er de piepjonge miljoenenstad Shenzhen die zichzelf vooral als oplossing ziet, in weerwil van de harde werkelijkheid.
We schrijven 1980. Vier jaar na de verschrikkingen van de Culturele Revolutie heeft China wanhopig een nieuwe start nodig. Het hernoemt een heuvelachtig stukje landbouwgrond naast Hong Kong tot Shenzhen, zet er een hek omheen en verklaart het tot ‘s lands eerste Special Economic Zone. Buitenlands kapitaal en goedkope arbeidskrachten overspoelen de slaperige dorpjes en creëeren wat bekend is geworden als de werkplaats van de wereld. Made in China was vaak made in Shenzhen.
Rotterdam groeide eind 19e eeuw heel hard, maar Shenzhen groeide als geen stad ooit tevoren. Na tien jaar had het meer dan een miljoen inwoners, na twintig jaar werden meer containers overgeslagen dan bij ons en na dertig jaar heeft de stad al meer dan tien miljoen officiële inwoners plus enkele miljoenen zonder registratie. Nog even en Shenzhen telt meer inwoners dan Nederland.
Massamigratie geeft frictie. In Rotterdam moest oorlogsschip de Piet Hein er in 1907 aan te pas komen om stakingsbrekers (doorgaans nieuwkomers) te beschermen tegen stakers. En in 1972 werd de Afrikaanderwijk wereldnieuws toen de politie Turkse arbeiders moest beschermen tegen hun buren en havenarbeiders. De gemeenteraad besloot daarop dat elke wijk slechts vijf procent buitenlanders mocht hebben.
In Shenzhen heeft echter driekwart van de officiële inwoners geen permanente verblijfsvergunning. In sommige districten betreft het zelfs bijna honderd procent. Deze gastarbeiders moeten binnen drie jaar weer weg en zijn feitelijk tweederangsburgers met een zwakke arbeidspositie. In 2010 werd dit wereldnieuws toen er achttien moedeloze medewerkers van de Foxconn fabriek afsprongen. Slechts vier overleefden het. Werkomstandigheden verbeterden, vrijgekomen arbeidsplaatsen werden aangevuld uit het stuwmeer van arbeidskrachten en Foxconn plaatste zelfmoordpreventienetten tegen de gevel.
Imagoprobleem
Massamigratie brengt ook koortsachtige stedelijke groei. Rotterdam – vaak lelijk gevonden vanwege de onsamenhangende architectuur en stedelijke fragmentatie – is een idylle van rust en samenhang vergeleken met Shenzhen. Massawoningbouwcomplexen, fabrieken en winkelcentra bevechten elkaar om ruimte en hebben oorspronkelijke dorpjes omsingeld. Restruimtes zijn volgestampt met overbevolkte woontorens in semilegale urban villages. Snelwegen omzoomd met glimmende wolkenkrabbers rijten deze ondenkbaar chaotische stedelijke lappendeken open en hoesten fijnstof- en smogniveaus op die ver buiten onze grafieken vallen. Shenzhen is een stad als geen ander.
Net als Rotterdam (tot voor kort?) heeft ook Shenzhen een groot imagoprobleem. De oorspronkelijke bewoners en eerste migranten – rijk geworden van het verhuren van kamers aan nieuwkomers – klagen inmiddels over de chaos van de urban villages, die goedkope huisvesting bieden aan diezelfde nieuwkomers. Er ligt meer vuil op straat, er hangen meer mensen rond en er zou meer criminaliteit zijn.
Voor Chinezen is Shenzhen bovendien de stad van de goedkope, nagemaakte merkartikelen. Ze wordt zo onaantrekkelijk gevonden dat de Lonely Planet een bezoek slechts aanprijst als een middagje bargain shopping vanuit Hong Kong.
City of Fake
Toch laten Shenzheners het hier niet bij zitten. Ze zetten hun namaakvakmanschap juist uiterst creatief in en sommige gekopieerde artikelen worden zelfs verbeterd, zoals de functionerende nep-iPhone met twee simkaarten en aansteker of de beugel-BH zonder metaaldraad, zodat arbeiders de gebruikelijke metaaldetectoren bij de fabriekspoorten kunnen passeren zonder betast te hoeven worden. Het Londense Victoria & Albert museum wijdde er onlangs een prachtige tentoonstelling aan.
Ook de culturele sector ziet kansen en begint op grote schaal gesponsord en gesubsidieerd te worden (wat in China vaak op hetzelfde neerkomt). Er is net als in onze stad inmiddels een architectuurbiënnale en de laatste editie vond plaats in een leegstaande fabriek. Hoewel de eigenaar vooral de vastgoedwaarde lijkt te willen opkrikken, zet Ole Bouman (voormalig directeur van het NAi en nu creatief directeur van de Shenzhen biënnale) in om het complex te behouden als erfgoed.
Van stadshypochondrie lijkt in Shenzhen geen sprake te zijn. Er heerst een ongekend optimisme en inwoners zien hun ambities weerspiegeld in de, voor onze begrippen, lelijke glazen torens. Net als Westerse steden broedt ze op een nieuwe toekomst met een grotere dienstensector in een duurzame en meer cyclische economie. Ze vermarkt zichzelf als mode- en designstad en maakt de omslag van City of Fake naar een door UNESCO erkende City of Design. Dit wordt onderstreept door pas opgeleverde effectenbeurs, een spectaculair gebouw van het Rotterdamse architectenbureau OMA.
Steden als emancipatiemachines
Shenzhen lijkt daarmee in haar vijfendertigste levensjaar al een volwassen stad te zijn geworden die ruimschoots in haar doelstelling geslaagd is: het katapulteren van miljoenen arme boeren naar een stedelijk middenklassebestaan. Ondanks de hoge prijs voor mens en milieu is er een generatie van Chinezen geëmancipeerd van een karig dorpsleven naar een toekomst waar hun ouders niet van hadden durven dromen.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor Rotterdam. Ook naar onze stad zijn veel mensen getrokken vanwege de kansen die ze er zagen en zien: van Zeeuwen en Brabanders in de 19e eeuw, via Zuid-Europeanen, Turken en Marokkanen vanaf de jaren ‘60, tot studenten, kunstenaars en architecten uit de hele wereld in de laatste twintig jaar. Ook bij ons ging dat niet zonder slag of stoot. Maar honderdduizenden mensen hebben er een veel beter leven aan overgehouden.
Shenzhen en Rotterdam en steden over de hele wereld zijn emancipatiemachines die de levens van een groot deel van de wereldbevolking drastisch verbeteren. Laten we dat niet vergeten. Laat ons daarom het stadsbrandijzer begraven, alsmede de stadshypochondert in ons.
Over deze rurbiek Vers Beton kijkt ook graag over de grenzen heen. Wat kan Rotterdam leren van andere steden? In de serie Alternatieve Zustersteden gaat Vers Beton te rade bij plekken over de hele wereld.
Al 8 reacties — discussieer mee!
Met de term ‘stadshypochondrie’ sla je de spijker op z’,n kop. Ik erger mij ook vaak aan de negatieve opstelling van Rotterdammers over de stadsontwikkeling. Het is onmiskenbaar dat vele inwoners van deze stad in de greep zijn van een vroeger-was-alles-beter-gevoel en een sterke afkeer tonen tegen van alles wat naar nieuw of naar anders ruikt. Ik weet niet of dit een typisch Rotterdams fenomeen is. Bekend is het (aanvankelijke) gekanker van de Parijzenaars op de Eiffeltoren en het Centre Pompidou. En ook vandaag mopperen Berlijners op de onvolkomenheden van hun (naar mijn mening, formidabele) stad.
De overeenkomsten van Rotterdam met Shenzhen zie ik niet goed. Shenzhen lijkt mij, mede door jouw beschrijving, een stad waar je NIET wil wonen. En WAT kan Rotterdam nu leren van Shenzhen? Dat wordt mij niet duidelijk uit je artikel.
Beste Evert, bedankt voor je reactie. Goed te horen dat de term stadshypochondrie resoneert.
Ondanks de enorme verschillen zijn er ook vele overeenkomsten tussen Rotterdam. Beide hebben een relatief jonge bevolking, een enorme haven, worden door velen als lelijk ervaren, en zijn of waren een enorme migranten-magneet. Beide zijn in staat zichzelf (opnieuw) uit te vinden. Beide hebben één of meerdere prominente gebouwen van OMA. En in beide is Ole Bouman directeur geweest van een internationaal vermaard architectuurinstituut.
Het belangrijkste punt van het artikel is echter dat daar waar Rotterdam een kanker-reflex heeft, Shenzhen ‘by default’ optimistisch is – zoals helemaal bovenaan in de inleiding te lezen staat. Wat mij betreft kunnen we deze reflex ombuigen naar optimisme – zoals de laatste zin in het artikel aangeeft.
“En in 1972 werd de Afrikaanderwijk wereldnieuws toen de politie Turkse arbeiders moest beschermen tegen hun buren en havenarbeiders. De gemeenteraad besloot daarop dat elke wijk slechts vijf procent buitenlanders mocht hebben.”
Zo, besloot de gemeenteraad dat? Wat een machtig orgaan moet dat zijn geweest in 1972. Mag ik informeren naar de bron van deze bewering?
Okay, laat maar. Ik zie dat je de Wikipedia hebt geraadpleegd. Een kleine toevoeging: “Dit besluit werd later door de Raad van State vernietigd.” Terecht natuurlijk. En zo klopt mijn juridisch wereldbeeld gelukkig weer.
Het besluit werd inderdaad terecht vernietigd, Kees. Het feit dat de gemeenteraad dit besluit heeft genomen was voor mij zo treffend, dat het belangrijk was te noemen in dit artikel.
Shenzhen……… kan alles leren van de Wereldmetropool Rotterdam .
Wat een mooi stuk, fijn begin met het prachtig gevonden “chronisch stadkankeren”, en daarna een overwogen vergelijking tussen de twee steden. Knap gedaan hoor.
Dank je, Melissa.