Vers Beton maakt in samenwerking met Rotterdamse Nieuwe een interviewreeks met jonge beeldbepalende ondernemers in Rotterdam. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom kozen ze voor Rotterdam? In deel vijftien: Vincent Cardinaal spreekt met Sebastiaan van Bokkel, oprichter van het nieuwe hippe ginmerk Bobby’s Gin. “Wij doen geen concessies aan de kwaliteit.”
We ontmoeten Sebastiaan van Bokkel (1984) in een van de hippe nieuwe lunchtentjes aan de Hoogstraat. Een perfecte plaats om een jongen als Sebastiaan te spreken – grootstedelijk en met aandacht voor ambachtelijke producten. Samen met twee anderen is Van Bokkel oprichter van Bobby’s Gin. De Rotterdams-Schiedamse onderneming bestormt sinds 2013 de wereld met een ouderwets product dat weer ontzettend hip is.
Het laat zich raden maar toch: wat doen jullie en wie zijn jullie?
“Wij zijn drie jongens die graag een gin op de markt wilden brengen, zo simpel is het. Naast mij zijn Jim Prins en Ben Oosterkerk de compagnons. Jim is ook de man achter reclamebureau Contain.R en Ben werkt als artdirector voor Nike.” Sebastiaan lacht: “Ja, je kunt wel zeggen dat we alle wapens in huis hebben.”
“We maken dus gin. Dat is begonnen na een mooie periode bij Vedett, toen het bedrijf en ik besloten dat we apart verder wilden. Ik heb het biermerk voor die brouwer met een collega op de kaart mogen zetten in Nederland, maar was op een gegeven moment toe aan iets anders. Aanvankelijk dacht ik aan jenever, maar dat is toch niet het meest dynamische product. Al gaat dat wel komen, let maar op. Dus werd het gin. Op een bruiloft sprak ik toevallig Jim. Toen is het gaan kriebelen. In 2013 zijn we opgericht. We werken samen met Herman Jansen Distillers uit Schiedam, een familiebedrijf. Onze flessen zijn sinds februari van dit jaar te koop.”
Vanwaar de naam?
“Dat is heel persoonlijk voor mij. Mijn opa dronk altijd jenever. Die kruiken van Bols, dat is een van mijn vroegste jeugdherinneringen. Mijn opa heette Jacobus, wat werd verbasterd tot Bobby. Hij is helaas in 1997 overleden, maar zo leeft zijn naam wel voort in het product dat hij graag dronk. Het is ook via mijn opa dat ons product uiteindelijk gin is geworden. Mijn moeder vertelde dat hij zijn jenever aanlegde met kruidnagels of citroengras. En dat is eigenlijk al een soort gin he?”
Hoe Rotterdams is het bedrijf?
“Gin is an sich geen Rotterdams product. Dan nog eerder Schiedams, met al die distilleerders daar. Maar wij zijn als personen erg Rotterdams. We wonen hier, zijn er opgegroeid. Ik vind dat je dat ook in ons team ziet. We kennen geen twijfel, maar weten wat we gaan doen en hoe we het gaan aanpakken. Heel geconcentreerd en praktisch dus.”
Hoe belangrijk is de backing van de distilleerder?
“Heel erg, natuurlijk. Zij bestaan al bijna 250 jaar, de zevende generatie van de familie zit al in het bedrijf. Zij weten precies hoe ze moeten produceren. Maar wij brengen ook iets. Een frisse insteek, met ons product kunnen zij ook weer een doelgroep bereiken die ze zelf niet snel zouden aanspreken, vermoed ik. En wij doen geen concessies aan de kwaliteit. Het bepalen van de smaak heeft lang geduurd, en we weten ook waar we wel en niet verkocht willen worden. Tegelijk is het soms een dunne scheidslijn. Die flessen moeten wel gemaakt en vermarkt worden.”
Wat is jullie slimste zet geweest?
“Ik denk het behoedzame aspect van de juiste smaak zoeken. We zijn een beetje impulsief begonnen, maar weten dondersgoed wat we willen. Het is een marathon, geen sprint. We willen gewoon niet teveel rammen. Wie hard rent kan ook heel hard op zijn bek gaan. Dus: niet per se kick willen zijn, maar gewoon goed. Dan wordt je vanzelf wel kick, haha.”
En de tegenhanger, de grootste fout?
“Poeh, daar vraag je me wat. Er was een voorval waarbij ons enthousiasme botste met de zakelijkheid van de distilleerder. We hadden een contact in België opgedaan en wilden graag ons product komen presenteren daar. Dus hebben we de kofferbak volgegooid met dozen en zijn we op pad gegaan. Zonder ook maar een tel rekening te houden met accijnzen en dergelijke. Als we door de douane waren gecontroleerd hadden we een groot probleem kunnen hebben, wat ook het moederbedrijf kan raken. Dat was een beetje naïef.”
Wat frustreert?
“Dat we met onze gin perfect aansluiten bij (kleine) festivals en feestjes, maar dat je omdat je alcohol produceert daar nauwelijks mee uit kan pakken. Zo kunnen we vaak alleen backstage iets kleinschaligs doen.”
Kun je tot slot de toekomst van Bobby’s Gin schetsen?
“Over vijf jaar staan we als een huis. Het mag geen eendagsvlieg gebleken zijn, een leukigheidje dat toevallig even hip was. Ik denk wel dat gin over vijf jaar een heel groot product is, over heel de wereld. Je krijgt dan dezelfde scheiding als met bier: grote knallers enerzijds, en smaakmakers anderzijds. Bij die laatste horen wij thuis.”
Geen ander product in de planning?
“Soms dromen we hardop van bijvoorbeeld een ouderwetse, goede vieux produceren. Colaatje-tic, weetjewel, haha! Maar dat is nu niet realistisch. Eerst de gin uitbouwen, dan kan er misschien iets bij.”
Over deze serie Deze interviewreeks met jonge beeldbepalende ondernemers in Rotterdam is tot stand gekomen in samenwerking met Rotterdamse Nieuwe. (Wat betekent dit?) R’damse Nieuwe is een community van ondernemende Rotterdammers tussen de 18 en 35 jaar die zich inzetten om de stad bruisend en aantrekkelijk te maken. Rotterdamse Nieuwe adviseert de Economic Development Board Rotterdam en het college van B&W. Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van Rotterdamse Nieuwe, meld je dan hier aan.
Rotterdamse Nieuwe en Vers Beton zijn altijd op zoek naar inspirerende jonge ondernemers en initiatieven om over te publiceren. Ben of ken jij een interessante Rotterdamse ondernemer die aandacht verdiend? Mail dan naar: [email protected].
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek voor Rotterdam
Word in november en december lid met flinke korting. Je leest Vers Beton een jaar lang voor slechts €50. Help jij ons naar de 1500 abonnees?
Al één reactie — discussieer mee!
Pas geproefd op het Jeneverfestival, erg lekkere gin. En de jenever vond ik minstens net zo lekker, dus daarmee komt het vast ook goed.