Vandaag begint de 45e editie van het Poetry Internationalfestival. Eén van de gasten is de Turkse dichter Roni Margulies, die een aantal weken als artist in residence verbleef op Rotterdam Zuid. Hier schreef hij veel poëzie over de stad. Vers Beton publiceert een gedicht over de Maashaven.
“Je merkt dat Rotterdam Zuid arm is, maar de sfeer is niet grimmig, zoals in sommige buurten in Londen”, zo vertelt Roni Margulies als ik hem ontmoet op de 11e verdieping van een mooie flat aan de Maashaven. Roni is een Turkse dichter met joodse wortels uit Istanboel, maar grotendeels woonachtig in Londen. Hij verblijft aan de Maashaven als artist in residence.
Het uitzicht is fenomenaal, deze residentie heet niet voor niets “a View with a Room”. Het appartementje is piepklein – dat was wel afdoende voor alleenstaanden, zo oordeelden ze in de jaren vijftig. A View with a Room is een project van Eric Dullaert, een plek waar (internationale) kunstenaars en denkers worden uitgenodigd om zich onder te dompelen in Rotterdam Zuid en hun visies met ons te delen.
In Rotterdam maakt Margulies lange wandelingen door de stad, zo leert hij de stad kennen. “Ik ben een observator”. De rustige werkplek functioneert prima; “niet te veel aan je hoofd, je kunt je er echt concentreren op het schrijven.” Hij schreef al meer dan 10 gedichten, grotendeels over wat hij zag tijdens zijn wandelingen.
In Turkije publiceerde hij zeven bundels en werkt hij als vertaler. Enige tijd was hij bekend als columnist voor de Turkse krant Taraf. In Rotterdam is hij ook op bezoek geweest bij een basisschool op Zuid, waar leerlingen van Turkse komaf een gedicht van hem vertaalden. Margulies vertelt dat hij schrok van het feit dat er geen één “witte” Nederlander op die school zit. “Wat voor beeld krijgen deze kinderen van Nederland als ze zo opgroeien?”
Tijdens Poetry International treedt Roni Margulies op. Hieronder publiceren wij een gedicht van hem over de Maashaven, vertaald uit het Turks door Sytske Sötemann.
De Maashaven
Mijn kamer bevindt zich op de elfde verdieping.
Als ik vanaf mijn balkon naar beneden kijk,
loopt er tussen oude platanen door,
op enorme betonnen benen,
een bovengrondse metro.
Gewoonlijk stapt er niemand in of uit,
of misschien een man of vijf, meer niet.
Tegenover me verheft zich een reusachtige schoorsteen;
beroet, beschimmeld, of hij ook rookt is nog de vraag.
Daarnaast, aan deze kant van de haven,
staat een silo van ik weet niet hoeveel ton.
Duidelijk al tientallen jaren niet in gebruik,
leeg. Omdat afbreken veel duurder moet zijn,
is hij niet gesloopt, maar blijven staan.
De haven wordt gevormd door een lange en rechthoekige
watervlakte, waarvan het ene eind op zee uitkomt.
Achter dikke rijen hijskranen gaat ’s avonds
de zon onder. Aan de andere kant van de rechthoek
met uitzicht op de wal,
kijk ik iedere avond vanaf mijn balkon of deze keer
de zon in de hijskranen zal blijven hangen.
Voor mij uit aan de verste kant van het water
ligt een groot schip met meerdere verdiepingen,
glanzend wit voor anker.
Tussen loodsen en metalen constructies door
kan ik het net zien. Maar als ’s morgens
de zon opkomt en het schip als eerste beschijnt
straalt het als een nieuwe dag. Als een belofte.
Als een sensatie. Als een verwachting.
Ik zal er morgenochtend eens heengaan.
Oorspronkelijke tekst:
Maas Limanı
Odam on birinci katta.
Aşağı baktığımda balkonumdan,
yaşlı çınar ağaçlarının arasından
koca beton bacakların üzerinde
bir üstgeçitten metro geçiyor.
Ne inen oluyor genellikle, ne binen,
belki bir, belki beş kişi, o kadar.
Karşımda dev bir baca; isli, paslı,
duman saldığı olmadı henüz ama.
Yanı başında, bu yanında limanın,
bilmem kaç yüz bin tonluk bir silo.
Belli, on yıllardır kullanılmıyor,
boş. Daha pahalıya çıkacağı için
yıkılması yapılmasından, duruyor.
Uzun ve dikdörtgen bir su alanından
oluşuyor liman, bir ucu denize açılan.
Dizi dizi vinçlerin ardında batıyor
akşamları güneş. Ben karaya bakan
bir köşesindeyim dikdörtgenin,
balkonumdan izliyorum her akşam
takılır mı vinçlere bu kez güneş diye.
Bana en uzak kenarında suların
büyük, birkaç katlı, bembeyaz,
demir atmış duruyor bir gemi.
Ancak görüyorum, ambarlarla
metal yapıların arasından. Sabah
güneş kalkıp ilk ona vurduğunda ama
yeni bir gün gibi parlıyor. Vaat gibi.
Heyecan gibi. Umut gibi.
Ulaşmaya çalışacağım yarın sabah ona.
Nog geen reactie — begin de discussie!