Ga naar de inhoud

Wanneer mogen ook ambtenaren vrijuit spreken?

Afgelopen week kreeg het Rotterdams college van dagblad Trouw het compliment frisse taal te spreken. Peter van Heemst hoopt dat de vrijheid om klare taal te spreken ook gaat gelden voor de Rotterdamse ambtenaar. 

illustratie
Peter van Heemst

“Frisse taal hoor je in Rotterdam”, kopte dagblad Trouw afgelopen zaterdag. Dat compliment deelde de krant uit na een kritische beoordeling van de coalitieakkoorden die in de vier grootste steden werden afgesloten. Wat in Amsterdam, Den Haag en Utrecht niet lukte, speelden de Rotterdamse onderhandelaars wel klaar: ze richten zich in duidelijke woorden rechtstreeks tot de inwoners van hun stad.
Klare taal van politici is iets wat we allemaal toejuichen. Voor ambtenaren waren de mogelijkheden om zich over politiek gevoelige kwesties vrijelijk te uiten lange tijd echter veel meer beperkt. Deels is dat logisch: de gemeenteraad kan immers niet een ambtenaar maar wel een wethouder ter verantwoording roepen. Voor zowel de wethouder als de ambtenaar is het daarom erg vervelend als ze over dezelfde kwestie totaal verschillende meningen blijken te hebben. Als dat te vaak gebeurt, ontstaat er een onwerkbare én onhoudbare situatie en uiteindelijk is de ambtenaar dan het haasje. Van een ambtenaar wordt dan ook verwacht dat hij zijn deskundigheid, vindingrijkheid, ervaring en vernuft net zo lief inzet voor een wethouder van de SGP als voor een van NIDA.
Tot zover de theorie. In de echte wereld zitten ambtenaren namelijk steeds minder achter hun bureau. Ze gaan op pad, praten met bewoners en ondernemers, leggen uit wat de plannen van het stadsbestuur zijn en horen graag wat er in buurten leeft. Ook online zijn ambtenaren de laatste jaren steeds actiever. Onder meer op Twitter laten ze graag weten wat ze doen en wat ze van alles en nog wat vinden.
De afgelopen weken zagen we hiervan twee interessante voorbeelden. Vera Bauman, programmamanager Stadsinitiatief (zo heet die baan nou eenmaal), schreef in niet mis te verstane woorden dat de plannen van projectontwikkelaar Van Herk om naast de Markthal grote woontorens te ontwikkelen wat haar betreft in de prullenbak moeten. Eén collega reageerde verbaasd:”Tweet jij op persoonlijke titel?” Haar antwoord: “Ik heb maar één mening. Ben ambtenaar én bewoner van de stad.” En daar bleef het bij – ook in de gemeenteraad.
Daarnaast zagen we onlangs dat Marco Pastors, superambtenaar voor Rotterdam-Zuid, in het Algemeen Dagblad fel van leer trok tegen de bezuinigingen van de nieuwe coalitie in ‘zijn’ deel van de stad. De reactie van Ronald Schneider, de kersverse wethouder voor Stedelijke Ontwikkeling, op de kritiek was ontspannen, bijna op het laconieke af: “Ik begrijp de bezorgdheid, maar het stadsbestuur is er nu eenmaal voor de hele stad.” En daarmee was de kous af. Ook de gemeenteraad kwam verder niet in actie.
Zou er voorzichtig een kentering optreden? Zouden wethouder en gemeenteraad hun ambtenaren iets meer ruimte gunnen om een eigen opvatting uit te dragen? Dat kan alleen als de gemeenteraad consequent is: als ambtelijke standpunten meer vrijheid krijgen, moet die ook gelden voor meningen die minder in je eigen politieke straatje passen. Voor bestuurlijk ingestelde partijen als VVD en PvdA is dat vast erg wennen. Maar die zitten nu niet in het stadsbestuur. Leefbaar Rotterdam en D66 zetten daar nu de toon.
Frisse taal. Het zou wel eens een van de verrassingen van deze collegeperiode kunnen zijn.

Gerelateerde inhoud

Steun onafhankelijke journalistiek

Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.

Misschien vind je dit ook interessant

De Stadsagenda

De leukste vacatures in en om Rotterdam