Iedere week verschijnt in gratis krant Metro een opinie van Vers Beton. Deze week: Ties Joosten roept directeur Castelein van het Havenbedrijf op de milieuregels te omarmen, in plaats van ze te verstoten.
Afgelopen week gaf de nieuwe president-directeur van het Havenbedrijf, Allard Castelein, een interview aan Trouw. Aan hoopvolle boodschappen geen gebrek. Over circulaire economie, over afvalstromen van de één die grondstoffen kunnen zijn voor de ander, over het delen van informatie en over biomassa.
Hij moet wel. Lang werd de Rotterdamse haven als het tafelzilver van de stad beschouwd, maar inmiddels vertoont het doffe plekken. De groei blijft achter bij die van de havens in Antwerpen, Hamburg en Amsterdam. Rotterdam leunt zwaar op de petrochemie (hoe lang blijft dat goed gaan?) en de binding tussen haven en stad is minimaal.
Teleurstellend was dan ook dat de havendirecteur zich in hetzelfde interview keert tegen duurzaamheidsregels vanuit de overheid. Omdat Nederland zich ‘met de ambitieuze regels uit de markt’ zou prijzen. Zucht. Al sinds het Kinderwetje van Van Houten uit 1874 gebruikt het grootindustrieel deze argumentatie tegen wet- en regelgeving: iedereen moet internationaal aan dezelfde regels gebonden zijn en zolang dat niet is georganiseerd moeten er helemaal geen regels zijn.
Uit talloze onderzoeken blijkt echter dat als je regulering aan een sector zelf overlaat er weinig van terecht komt. De financiële winst op korte termijn blijkt altijd belangrijker. Afspraken met of tussen bedrijven zijn boterzacht, pas als de overheid wetten oplegt en sancties uitdeelt wordt er geluisterd én veranderd.
Bovendien kunnen regels leiden tot innovatie. Autofabrikanten die vroeg werden gedwongen duurzamer modellen te fabriceren, hebben nu een voorsprong. Op eenzelfde manier moeten we onze haven voorbereiden op een tijd waarin bijvoorbeeld de olie (verder) op raakt.
De grootste haven ter wereld zijn we al lang niet meer en gaan we ook niet meer worden. Dat weet ook Castelein. Daarom moet Rotterdam volgens hem de meest innovatieve en ‘de beste’ worden. Dat is mooi. Maar die doelstelling begint niet bij het afbreken van milieuregels. Dat is niet alleen een stokoude industriële reflex, het is bovendien contraproductief.
Dit artikel verscheen eerder vandaag in Metro Rotterdam. Reacties kunnen komende week in Metro verschijnen.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al 2 reacties — discussieer mee!
En in de categorie ‘zie je nou wel dat VB-redacteuren het niet met elkaar eens zijn’: (ten dele) onzin, Ties. Je kunt op de lange termijn geen winst maken als je op de korte termijn failliet gaat. Zelfs Jan Rotmans, innovator pur sang, onderschrijft dit (zie hieronder). Ambities zijn goed, maar die bestaan alleen als ze gekoppeld zijn aan een gezonde hoeveelheid realisme.
Maar, Ties, want zo ben ik: vertel me hoe jij met strengere milieuregels dan in omliggende landen (om nog maar niet te beginnen over de situatie buiten Europa) toch levensvatbaar wil blijven. Bonuspunten als je niet denkt in perioden van over twintig jaar (‘als we nu investeren in energie-efficiency zijn we over 20 jaar koploper!’) en niet denkt in oneindig veel geld (‘als we nu overschakelen op biomassa, dan hebben we goud in handen!’).
Of ik, kortom, de transitiestrategie van de haven even wil verzinnen? Dat kunnen anderen (zwaai @Rotmans) beter dan ik. Ik deel alleen wel bonuspunten uit als de bedrijven die die transitie leiden moeten denken in perioden van langer dan 5 jaar en niet enkel denken in termen van geld.
Als er milieuregels zijn die de transitie naar een bio-economie in de weg zitten mag je ze van mij heus afschaffen. Waar het mij om gaat is het signaal dat Castelein lijkt te geven: laat ons die transitie zelf vormgeven. Want talloze voorbeelden maken duidelijk dat zelfregulatie niet werkt. De voedselindustrie doet niets aan de ongezonde hoeveelheden suiker en vet in ons eten, de retail doet niets aan de almaar toenemende afvalberg door verpakkingsmateriaal, energiereuzen leiden de transitie naar duurzaam niet. Er gebeurt pas iets als wij als samenleving zeggen: ‘Je moet. Hoe, dat zoek je maar uit, maar je regelt het.’ Dan blijkt er toch nog wel wat veranderkracht in die industrieën te zitten.
Tot die tijd blijft stijging van de beurswaarde op korte termijn leidend.