Niet alleen de mens maar ook de natuur verstedelijkt, leert Chris Luth tijdens de eerste van drie excursies door de haven als onderdeel van de Internationale Architectuur Biënnale. Een verslag over bedreigde inheemse soorten en pionierende exoten.
Stadsecoloog Garry Bakker bestudeert planten en dieren in hun interactie met het milieu. Namens bureau Stadsnatuur adviseert hij onder meer het Havenbedrijf over hoe dat aan zijn wettelijk verplichte natuurbescherming kan voldoen. In de statige Hoboken Salon van het Natuurhistorisch Museum toont hij aan de hand van tabellen en kaarten dat de biodiversiteit van de stad groter is dan van het ommeland.
Maar Bakker is eigenlijk een groene stadsavonturier. Hij gaat op onderzoek uit op plekken waar mensen doorgaans niet komen. Daar gedijt de natuur het beste. Braakliggende terreinen, wegbermen, spoortracés, verharde waterkanten en (paradoxaal genoeg) verontreinigde gronden – allen vormen zijn habitat. Hij spot er niet alleen bedreigde soorten, maar ontdekt ook pioniers: niet-inheemse soorten die soms van heinde en verre komen om zich in de Rotterdamse bodem te nestelen. Bakker ritst zijn fleece jas dicht. Vandaag mogen we met hem mee.
Bermtoerist
We rijden op de A15 en Bakker wijst op ons allerlei kleurrijke planten in de berm. Daar valt nogal wat te ontdekken. Een paar jaar geleden meende zijn collega met de toepasselijke naam Andeweg in een flits de eerste uit China afkomstige herfstalsem in Nederland te hebben gezien. De enige manier om in de middenberm te komen was wachten op een file. Na dagen heen en weer rijden was het eindelijk zover. Hij stapte uit en stond oog in oog met het plantje. Inmiddels staat zijn vondst vermeld in natuurdatabase Waarneming Pro.
Bakker wijst naar de kolencentrale van E.ON op de Maasvlakte. Hoog bovenin zit een nestkast voor de met uitsterven bedreigde slechtvalken. Na een succesvol broedseizoen werden hier onlangs drie dode valklichaampjes gevonden. Ze moeten zich tegen de centrale te pletter hebben gevlogen. De slechtvalk is namelijk het snelste dier op aarde en kan snelheden van bijna 400 kilometer per uur kan halen. De drie jongelingen staan nu in Waarneming Pro vermeld als aanvaringsslachtoffer.
Van het pad af
We stappen uit bij een stuk braakliggende grond aan de Dolfijnweg naast de enorme opslagloodsen van ProDelta. We steken de Beerweg over. Terwijl ik me afvraag wie deze straatnamen heeft bedacht, botsen we op een drietal ronde betonnen bakken op braakliggend terrein onder hoogspanningskabels. Ze zijn een meter of acht in doorsnede. Het blijken paddenpoelen te zijn, aangelegd voor de uiterst zeldzame rugstreeppad. We bukken en staren in het water. Er moeten zich hier vele duizenden jonge padjes in bevinden. Ik zie niks en duw tegen een takje dat voor me ligt. Er blijken tientallen minipadjes onder gescholen te hebben, die opeens allemaal gaan bewegen. Ze lopen, want, zo leer ik: “Kikkers springen, padden lopen”.
Naast elke paddenpoel ligt een stapel flinke stenen met planten erop. Hier zullen de enkele padden die hun gevaarlijke jeugd overleven zich straks op hun gemak voelen. “Landschapsontwerp, maar dan door een ecoloog,” zeg ik. “Een landschapsarchitect had de poelen vast in de vorm van een pad gemaakt,” zegt een bioloog naast me. “Een slechte landschapsarchitect,” verbeter ik. “De meeste,” zegt hij stellig. Dan pakt hij zijn houten tennisracket-met-netje en begint achter een vlinder aan te fladderen.
Ontvreemde orchidee
We komen langs een stuk tijdelijk ontwikkelde natuur midden in de haven. Het blijkt een paradijs voor de vleeskleurige orchis, een wettelijk beschermde orchidee met roodpaarse bloemen. Na een paar minuten zoeken vindt Bakker er een. Hij wijst hem met zijn wandelschoen aan.
We vervolgen onze weg door de berm, turend naar de plantjes op grond. Bakker loopt voor ons uit. Dan opeens: “Groenknolorchis!” We haasten ons naar hem toe, maar hij maant ons voorzichtig te lopen. Hij hurkt bij een minuscuul plantje. Het heeft een groen stengeltje en onbeduidende lichtgroene bloemblaadjes. “Hier gaan we mooi een stokje bij planten.”
Een voor een beginnen we foto’s te maken. Er heerst opwinding. “Is dat stokje geen risico?” vraagt een vrouw met een groene rugzak. “Wordt hij dan niet meegenomen?” Deze beschermde en zeer zeldzame orchideeënsoort wordt soms gestolen door hem met wortel en al uit de grond te scheppen. “Heeft geen enkele zin,” roept een man achter me. “Dat overleven ze maar een paar dagen.”
Verontreinigde veiligheid
De vogelvallei naast de slufter is onze laatste stop. Dit stukje tijdelijke natuur huist de grootste mantelmeeuwenkolonie van Europa. Het ligt voor een enorme berg verontreinigde bagger uit de haven, dat door graafmachines wordt afgedekt. De vervuiling is paradoxaal genoeg de reden waarom de vogels hier zo goed gedijen: het terrein is verboden voor mensen, waardoor ze veilig kunnen broeden.
Achter de berg is de Noordzee, waar de meeuwen jagen op vis. In verband met de geplande uitbreiding van het naastgelegen windmolenpark zal de vallei een stuk worden verplaatst. Op hun dagelijkse tripjes heen en weer zouden de vogels anders gemakkelijk in de molenwieken kunnen komen.
Stedelijk van natuur
Terug in de bus verbaas ik me over de grote biodiversiteit van onze stad en havens. We maken veel natuur kapot als mensen, maar onze stedelijke omgeving biedt ook kansen. Urban By Nature, het thema van deze architectuurbiënnale, betekent dat de stad steeds meer onze habitat wordt. Maar dat geldt niet alleen voor Garry Bakker, met zijn tabellen en markeerstokjes. Het geldt ook voor Chinese bermplantjes en valken op torens. Mens en milieu – we worden stedelijk van natuur.
Op zaterdag 6 juli vindt de derde en laatste excursie in de haven plaats in het kader van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam.
Biënnale Vers Beton besteedt in een korte serie artikelen aandacht aan de zesde editie van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR). Dit doet Vers Beton als mediapartner van IABR, die tot 24 augustus duurt. De hoofdtentoonstelling is te bezoeken in de Kunsthal en in het Natuurhistorisch Museum.
Al 4 reacties — discussieer mee!
Leuk stuk! Een antwoord op de verwondering van de auteur: de Beerweg verwijst naar het natuurgebied De Beer, het moest plaatsmaken na de oorlog voor de haven. Er stond tot een paar je geleden naast de A15 bij de Europoort ook nog een zakenhotel ‘De Beer’, ik begrijp dat het nu failliet is. Het radioprogramma Vroege Vogels behandelde enkele jaren terug een boek geschreven over het gebied en wikipedia wijdt er een lemma aan: http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Beer_(natuurgebied). Het schijnt een zeer bijzonder natuurgebied geweest te zijn, tegenwoordig hadden we dit nooit laten gebeuren. Je vraagt je af waar we onze haven dan hadden moeten bouwen.
Dank je voor de aanvulling, Hugo. Interessant.
Je zou kunnen spreken van evolutie dus echte evolutie niet de niet bestaande evolutie van Darwin daar de Schepping toch echt een feit is.De natuur wordt stedelijk en in Wereldsteden zo als Rotterdam val het zeer zeer veel te beleven op natuurgebied voor hen die er oog voor hebben gewoon in der straat.Tel uit je winst.
Blijf schoolmeester
400 kilometer per uur voor een Slechtvalk is minimaal 50 km te hoog.
Het is een kolonie van de Kleine Mantelmeeuw.
“Meeuwen” die vis vangen zijn Sternen.