Wat kan Rotterdam leren van andere steden? In de serie Alternatieve Zustersteden gaat Vers Beton te rade bij plekken over de hele wereld. In deze editie: Anneke Kortleve over Hamburg, waar de haven nog overal aanwezig is.
“Jeder geht nach Berlin, aber…” Een man met wilde krullen, spijkerbroek en een fles wijn in zijn hand verlaagt zijn stem, “…eigentlich machen wir in Hamburg viel mehr Spaß*.” De man die mij dit vertelt, is zeeman. Hij is trots op zijn stad. De enige reden voor hem om Hamburg te verlaten is de zee. Als hij op zee zit, heeft hij een paar weken geen contact met zijn vriendin. Via satellietverbinding kan je niet whatsappen en bellen is niet de bedoeling zonder dreiging van piraten of kapseizend schip.
Ik ben verbaasd. Ik dacht dat zeemannen alleen nog maar in de Donald Duck contact maakten via satellietverbindingen. Ik had geen idee van het ontbreken van een wifiverbinding op de Atlantische Oceaan. Noem mij maar onwetend, maar ik heb hier niet alleen schuld aan. De stad waar ik woon heeft het mij nooit verteld. Als ik dat tegen mijn gesprekspartner zeg, lacht hij. “Je woont toch ook in een havenstad? Zie je nooit een matroos?”
Eine Hafenstadt macht spaß
Rotterdam en Hamburg lijken op elkaar. We zijn ook een tweede stad en hebben een haven. En we weten ook dondersgoed dat er bij ons viel mehr Spaß zu machen valt dan in de grote toeristische trekpleister die ons land rijk is. Maar in tegenstelling tot Rotterdam is Hamburg een havenstad in iedere laag van de samenleving. Van hipster tot hoerenloper, het nautische thema is niet te missen.
Hoe anders is het in Rotterdam. Ondanks dat Rotterdam van 1964 tot 2002 de wereldranglijst aanvoerde als grootste haven van de wereld en nog steeds de grootste van Europa is, kom ik er nooit een zeeman tegen met een fles wijn in zijn handen. Met het verdwijnen van de binnenstedelijke havenindustrie heeft de haven zich ook in de hoofden van de Rotterdammers steeds verder verwijderd. Want wie kan die haven hier in Rotterdam nu echt wat bommen? Wie heeft er onlangs nog staan turen over de kade naar grote schepen die voorbij glijden? Rotterdam is een havenstad die veel mensen zich ook prima zonder haven kunnen voorstellen.
Ik wist niet dat ik dat jammer vond, totdat ik in Hamburg kwam. Eine Hafenstadt macht spaß! En daarom pleit ik voor Hamburg als alternatieve zusterstad.
Eindpunt Fischmarkt
De haven van Hamburg mondt uit in het noorden van Hamburg. Daaromheen zit een groot plein met bars, waar veel Hamburgers bier drinken en gerechten nuttigen gelijk aan hun stadsnaam. Tot zover lijkt het een leuke starter van de avond. Het plein ernaast blijkt echter ook je eindpunt te zijn. Wanneer je aan een willekeurige Hamburger uitgaanstips voor de zaterdagnacht vraagt, wordt het lijstje steevast afgesloten met: “En ga om een uurtje of vijf ‘s nachts naar de Fischmarkt”.
Op de Fischmarkt, zoals de naam doet vermoeden, wordt vanaf het jaar 1600 vis verhandeld. Ze ligt aan de haven van Hamburg. Inmiddels kun je er ook terecht voor andere dingen dan vis. De markt heeft een leuk assortiment opblaasgitaren om je dronkenschap plezierig te verlengen, fruitsalades om je toekomstige kater te verminderen en hoedjes waarvan je wellicht de volgende dag het praktisch nut wat minder inziet.
Aan de kade van de Fischmarkt zie je de grote schepen voorbijglijden. Technofans uit de nabijgelegen Golden Pudel, beschonken mannen vanaf de Reeperbahn (de rosse straat dwars op de haven, die in Lonely Planet zeer wordt aangeraden om eens te bezoeken) en dronken studenten uit de Stube: het publiek dat toekijkt is gemêleerd. De nuchterheid van de haven geeft het door alcohol of drugs verdoofde brein een rustig gevoel. Kijk eens, daar doen ze nog iets nuttigs. Dat is mooi, want dan kan je jezelf nog wel even distantiëren van de realiteit en je nog even begeven naar het middelpunt van de markt: een grote opslagloods die is omgebouwd tot feestzaal.
In de feestzaal speelt een bandje en zitten aan lange tafels dronken mensen, afgewisseld met oudere mensen die een pannenkoek naar binnen schuiven als ontbijt. Tijdens het dansen op de coverband (lang geen slechte trouwens) kijk je door de grote ramen van de loods. Je ziet de haven met haar grote kranen en schepen. Gelukkig, er wordt nog steeds gewerkt. Wankel zet je je laatste danspassen. Alsof je plaatsvervangende last hebt van zeebenen.
En zelfs als je niet in de haven van Hamburg bent, dan waan je jezelf er wel. Overal kom je nautische prullaria tegen in de binnenstad. Lampjes in de vorm van een zeilschip, gruwelijke riemen met een sluiting in de vorm van een anker of een schepenvloot en kroegtafels in de vorm van een roer. De hipsters kunnen natuurlijk niet achterblijven. Ik heb menig jonge Hamburger gezien met een grote zeemanstatoeage van een anker, versierd met een naam, die onder de tweedehands spijkerblouse uitpiepte. De Hamburger is even volhardend als uiteenlopend in het nautische thema.
Automatisch verdacht in Rotterdam
Een korte vergelijking met mijn geliefde stad. In Rotterdam is net als in Hamburg de haven in de stad te vinden. De havenbedrijvigheid vindt dan al lang niet meer in de bewoonde gedeeltes plaats, maar de Maas loopt er nog steeds dwars doorheen. Verschil met Hamburg is dat je er niet heen kan om uit te gaan, tenzij je een kindvriendelijk uitje als Hotel New York en Uit Je Eigen Stad ziet als stappen.
Sterker nog, de kans is vrij groot dat wanneer je je in de Rotterdamse haven bevindt op zaterdagnacht om vijf uur zonder aantoonbare reden, je telefoon wordt afgetapt. Het passeren van de Marconitoren maakt je automatisch verdacht. Als je op zoek bent naar vertier, heb je er niets te zoeken.
Ook de zeemansbuurten van lichte zeden zijn definitief verleden tijd. De Veerhaven is er te chic voor geworden (alleen een fiscalist of advocaat kan zich een lapdance veroorloven in de Whites) en Katendrecht is pas een tip geworden in de reizigersbijbel nu het gebied gespeend is van prostituees.
En het erge is, niemand vindt het erg. Pogingen om de haven naar de binnenstad te brengen worden weggehoond, de Wereldhavendagen worden vooral bezocht door mensen van buiten Rotterdam en de Rotterdamse hipster vergelijkt zich liever met Berlijn. Ik betrap mezelf er ook op. Maar een havenstad hè, macht doch eigentlich viel mehr Spaß.
Hamburg. We kunnen nog veel van je leren. Kom maar op, Rotterdamse zeemannen. Met een fles wijn in de ene hand en mijn hand in je andere. Ik wacht op je aan de tafel in de vorm van een roer. Ahoy.
*Ik heb hier enige linguïstieke vrijheid genomen.
Over deze rubriek Vers Beton kijkt ook graag over de grenzen heen. Wat kan Rotterdam leren van andere steden? In de serie Alternatieve Zustersteden gaat Vers Beton te rade bij plekken over de hele wereld.
Al 4 reacties — discussieer mee!
De tegenwoordige zeeman gaat niet meer stappen. Bovendien komen de meeste schepen op ca 40 km van het stadscentrum en zijn ze al na 24 uur vertrokken. Rdam is een stad met een zeer grote haven. Hamburg wordt dat ook steeds meer.
In Rotterdam is havengerelateerde bebouwing weggevaagd tijdens het bombardement of doodleuk gesloopt om er wat anders neer te zetten. De Kop van Feijenoord had een geweldige rauw uitgaansgebied kunnen zijn, maar is gesloopt en tegenwoordig kijken we daar naar een grasvlakte. Alleen het Entrepotgebouw herinnert je nog aan vervlogen tijden. De Wilhelminapier is opnieuw ingedeeld voor hoge torens. Bij de Fenixloodsen hebben ze zelfs de hijskranen weggehaald waardoor de Rijnhaven geen kraan meer over heeft.
Als je de haven niet koestert dan verdwijnt deze. Sloopgraag Rotterdam heeft er lang weinig om gegeven.
Zeker nooit buiten de stad in de Botlek, Europoort of Maasvlakte geweest? Daar is het een en al haven en industrie. Vind je nog wel iets van terug aan de Parkkade en Wilhelminakade. De containeroverslagbedrijven in Hamburg liggen nog wel vlak bij de stad. Maar de nieuwste worden in Cuxhaven aan de monding van de Elbe gebouwd. Over enkele decennia zijn de grootste schepen ook vertrokken naar ver buiten Hamburg. En we moeten niet net doen of 40 km heel ver weg is van de stad waar al deze havenactiviteiten aan zijn te danken. .Zonder bombardement aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was dit ook gebeurd.
Heerlijk 🙂