Ineens nam D66-raadslid Nils Berndsen afgelopen week het woord ‘lakmoesproef’ in de mond. Waarom, vraagt Peter van Heemst zich af. Zijn er al scheurtjes in de coalitie zichtbaar of moeten er simpelweg nog goede afspraken worden gemaakt?
Lakmoesproef. Ineens stond het woord in het Rotterdams Dagblad. Nils Berndsen van D66 gebruikte het om aan Leefbaar Rotterdams wethouder van Cultuur Ronald Schneider duidelijk te maken dat het cultuurpand aan de Gouvernestraat echt open moet blijven. Het was D66 menens. Lakmoesproef – het woord dat uit het politieke vocabulaire leek te zijn verdwenen dook toch ineens weer op, koud acht weken na het aantreden van een nieuw stadsbestuur.
Natuurlijk heeft iedere coalitie tijd nodig om op elkaar ingespeeld te raken. Dat is zo klaar als een klontje. Stijlen verschillen. Karakters kunnen botsen. Onervarenheid speelt een rol. Intern – in de eigen fractie – de boel op orde krijgen is vaak de eerste zorg. Over een coalitieakkoord onderhandelen is één ding, concreet en goed samenwerken in de vier jaar daarna is echter een heel andere kwestie.
Van Agt
Juist in de eerste weken en maanden na een coalitieakkoord kan er daarom van alles misgaan. In 1981 viel het kabinet Van Agt-Den Uyl al na drie weken bijna om toen de PvdA veel te uitbundig bij de uitwerking van het regeerakkoord haar tanden liet zijn en het CDA te weinig toegeeflijk was. Een reddingspoging hield Van Agt-II nog op de been, maar acht maanden later viel het doek definitief.
In Culemborg viel de kersverse coalitie van VVD, D66 en CU vorige week uit elkaar toen bij de eerste beste grote kwestie het onderlinge vertrouwen te zwaar op de proef werd gesteld.
Arrogante politiek
De vraag is nu of het feit dat D66 de coalitie aan een ‘lakmoesproef’ onderwerpt reden is voor alarm. De uitdrukking kan immers op meerdere manieren worden uitgelegd. Het kan duiden op sluimerende twijfels over de ware bedoelingen van of – erger nog – opkomende weerzin tegen de andere coalitiepartij. Twijfels die door afspraken in het coalitieakkoord niet zijn weggenomen.
Het kan ook worden uitgelegd als een tikkeltje arrogante manier van politiek bedrijven. Wie iets tot lakmoesproef uitroept, ziet zichzelf kennelijk als de jury en de ander als een kandidaat die een voldoende moet zien te halen.
Duidelijke afspraken
Het woord kan echter ook onthullen dat er binnen de coalitie nog geen goede, duidelijk en werkzame afspraken zijn gemaakt over het onderhouden van de onderlinge contacten. Hoe vaak en wanneer hebben de fractievoorzitters overleg? Hoe zetten de woordvoerders van de coalitiefracties de horloges gelijk? Hoe verlopen de contacten met de vakwethouders?
En – heel belangrijk – wat te doen als er een beslissing genomen wordt die één van de coalitiepartijen met de beste wil van de wereld niet voor haar rekening kan nemen. Hoe maakt ze zulke onoverkomelijke bezwaren kenbaar? Wordt de besluitvorming dan onmiddellijk stilgelegd? Kan die partij een veto uitspreken?
Dit soort afspraken zijn hard nodig om de politieke machine soepel en zonder kans op grote brokken te laten draaien. Wat dat betreft is de eerste inhoudelijke botsing tussen de coalitiegenoten, na al het interne gedoe bij Leefbaar Rotterdam, inderdaad een lakmoesproef.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Het kan natuurlijk ook zo zijn dat hij het woord ‘lakmoesproef’ heeft gezegd zodat Peter van Heemst weer wat te schrijven had. Ik vermoed echter gezien het feit dat cultuur zo van belang is bij de achterban van d66 dat hij even snel een wit voetje bij hen wilde halen.
‘Bij’ de achterban natuurlijk niet ‘van’ de achterban – Eeva van VB, je zou toch vragen of de ict-er een knopje zou plaatsen zoals bij Dichtbij.nl al bestaat dat men nig altijd de reactie kan aanpassen 😉
Daar heb je helemaal gelijk in @Henry Koster in je bijdrage van 11-7-2014 15.08 uur.D66 is een partij die al zo niet moet bestaan en de zogenaamde lakmoesproef flauwe kul.Van heemst is weer stemming aan het maken en meer niet.Laat nou het zogenaamde intern gedoe bij Leefbaar Rotterdam reuze maar dan ook reuze meevallen zo niet al lang opgelost is.