In de periode tussen de kortste en de langste nacht van het jaar bezoekt Karin Koolen stadsgenoten die in de nachtelijke uren de kost verdienen. Want terwijl u slaapt, wordt er in Rotterdam hard gewerkt. In aflevering twee: de horeca stewards, gastheren en hoeders van een veilig en gezellig Stadhuisplein. Met foto’s van Geertje van Achterberg.
Een galerij met afbeeldingen
23.30 uur. De horeca stewards gaan op pad. De jonge mannen verspreiden zich in tweetallen over de stad. Eén koppel vertrekt richting Oude Haven, een ander koppel naar de Kruiskade en een koppel naar de Delftsestraat – waar discotheek Hollywood huist.
Handen schudden
Omar (29) en Ailson (25) zetten koers naar Stadhuisplein. “We maken eerst altijd een rondje langs alle portiers, om te laten weten dat we er zijn”, zegt Omar. De portier van Club Saint Tropez geeft Omar en Ailson een amicale handdruk. “Hey gozers! Alles goed?” Ook bij de andere horeca op het plein maken de jongens een praatje en een grapje met de portiers. Goed contact is waardevol, zo zal later vanavond blijken. Toch is het niet altijd zo goed geweest. “Toen we net begonnen, waren niet alle beveiligers blij met onze komst”, bekent Ailson. “Hun houding was er een van: wie zijn jullie? wat komen jullie doen? Dat veranderde toen ze zagen wat we voor hen kunnen betekenen.” Regelmatig komen de jongens bekenden tegen op het plein. “Veel mensen kennen we nog van een eerder incident, maar gemiddeld leggen we elke nacht nog zo’n vijftien keer uit wie we zijn en wat we doen.”
Brandjes blussen
De horeca stewards zijn een gezamenlijk initiatief van de gemeente Rotterdam, de deelgemeente Centrum, de politie, Stichting Meion en horecaondernemers Chiel Jongejan en Marcel Maan. Aanleiding was de toenemende overlast op – voornamelijk – het Stadhuisplein. De politie had op uitgaansavonden de handen vol aan opstootjes, vechtpartijen en stomdronken jongeren. Dit vroeg om een nieuwe aanpak. Eén van de taken van de stewards is het voorkomen en tegengaan van indrinken. Daarnaast verzorgen ze zogenaamd ‘gastheerschap’: ze wijzen bezoekers de weg naar de nachtbus, de taxistandplaats of een uitgaansgelegenheid. Naarmate de avond vordert en het rumoer toeneemt, treden de stewards vooral de-escalerend op. Ofwel, vroegtijdig brandjes blussen. Beginnende ruzies worden met een paar sussende woorden in de kiem gesmoord. “Het blussen van opkomende brandjes voorkomt in veel gevallen dat problemen uit de hand lopen”, zegt Ali Tahiri, coördinator bij Stichting Meion. “Eén of twee man kun je nog aanspreken en tot rede brengen.”
“Geen alcohol, dames?”
Het is nog vroeg. Omar en Ailson lopen door hofjes, steegjes en parken. Omar wijst een wildplasser op een nabijgelegen straaturinoir. Een groepje jongeren op Schouwburgplein zet op verzoek van Ailson de muziek wat zachter. In het parkje achter de Lijnbaan zitten twee meisjes op een bankje. Naast het tweetal staan grote bekers van McDonald’s. “Geen alcohol, dames?”, vraagt Omar terwijl hij langsloopt. Het blonde meisje kijkt wat geïrriteerd op, maar antwoordt dan ontkennend. “Goed zo, pas op hoor, je kunt daar een flinke boete voor krijgen.”
Een stukje verderop, in een hofje achter een flat, parkeert iemand zijn auto. “Die heeft het bord dus niet gezien, hè. Dat staat ook zo slecht aangegeven”, zegt Omar. “Chef!”, roept-ie naar de jongen achter het stuur. Hij wijst de bestuurder vervolgens op de gratis parkeergelegenheid een straat verderop.
Omar: “Een tijdje geleden vonden we hier een dronken jongen, hij zat op de stoep en was helemaal de weg kwijt. Zijn gloednieuwe iPhone 5 lag een paar meter terug op de grond. Er was nauwelijks contact met die jongen te krijgen. Ik heb de telefoon toen in zijn borstzak gestopt en het knoopje dichtgedaan. Zo hebben we hem in de taxi naar huis gezet.”
Jongerenwerkers 2.0
De stewards leggen jongeren op een rustige, vriendelijke, maar evengoed duidelijke manier uit wat de uitgaansregels en gevolgen van overtreding (boete) zijn. Een goed gesprek, gevolgd door een schouderklop of een ‘boks’ doet wonderen. Ailson: “We zijn ongeveer even oud als zij en we lopen niet in een politie-uniform. Dat maakt ons laagdrempelig.”
“Soms zie je een grote groep jongeren die overlast veroorzaakt en dan denk je wel eens, hoe ga ik daar naar binnen?”, vervolgt Ailson. “Maar als je naar de groep loopt, is er altijd één iemand met wie je contact krijgt, die wil weten wat je komt zeggen.”
Ali vult hem aan. “Kijk, deze jongens hebben geen vechtopleiding gehad. Ze moeten het echt van hun mond hebben.” Krijgen ze weleens met agressie te maken? “Natuurlijk wordt er wel eens wat geroepen”, zegt Omar. “Maar de meeste mensen reageren heel positief op onze aanwezigheid.”
“De stewards moeten streetwise zijn”, zegt Ali. “Anders kunnen ze die jongeren niet aanspreken. Daarnaast hebben ze ook allemaal een pedagogische achtergrond en ervaring in het jongerenwerk.” De stewards zijn getraind in het herkennen van en omgaan met drank- en drugsgebruikers. Binnenkort krijgen zij een agressietraining en een EHBO-cursus. Ailson lacht: “Wij zijn jongerenwerkers 2.0!”
Dronken publiek
Het is inmiddels iets na enen. De drukte op Stadhuisplein is toegenomen. Op de hoek van het plein staan twee agenten. De cafés zitten al goed vol en een groot deel van het stappubliek is dronken. “Jongeman”, roept steward Ronald (23) – net op Stadhuisplein aangekomen – naar een jongen die zich fietsend een weg over het plein baant. De jongen werpt een snelle blik op de stewards en gaat te voet verder. Een dronken meisje is zojuist met haar glas bier uit een café gestapt. Op Omars verzoek het glas terug te brengen, slaat ze het bier achterover en drukt het glas in zijn hand. Die brengt het vervolgens naar de portier. “Niet helemaal de bedoeling, maar ja.” Het doet bijna denken aan schoolpleinwacht, zoals de jongens – met de handen op de rug – over het plein wandelen en hier en daar een waarschuwing uitdelen. Dat het werk intensiever is dan dat, wordt al snel duidelijk.
Coconut uitgezet
De portier van De Coconut fluit. “Jongens, kom!” Een man is door de bewaker uit de bar verwijderd. Tollend op zijn benen haalt hij verhaal, zijn woeste armbewegingen brengen hem nog meer uit evenwicht. Ailson neemt de man mee voor een gesprekje. Hand op de schouder, licht naar hem toegebogen. Na drie minuten en een ‘boks’ is het gesprek voorbij en de man loopt verder. “Vaak moeten ze gewoon even hun ei kwijt. Dat zie je bijvoorbeeld ook als ze ergens niet binnen komen, terwijl ze er netjes uitzien en gewoon een leuke avond willen hebben. Dan zitten hun vrienden al binnen en dan gaan ze echt niet zeggen, nou oké, jammer, ik ga wel weer naar huis.” In zo’n geval verwijzen de stewards iemand naar een andere uitgaansgelegenheid. Zich bemoeien met de beslissing van de portier doen ze nooit.
03.00 uur. Omar, Ailson en Ronald kijken nauwlettend om zich heen. Tijd om naar de schaars geklede dames te kijken, is er niet. Pinautomaten worden goed in de gaten gehouden. Glasscherven op de grond worden uit de weg geruimd. Daar waar tumult lijkt te ontstaan, blijven de jongens hangen. Sussende woorden en soms het verzoek om het gezellig te houden. Er kan nu continu iets gebeuren.
Knokken
De agenten op het plein beginnen te rennen. Een handgemeen voor Club Saint Tropez tussen een beveiliger en een bezoeker. De politie is al ter plaatse en houdt met twee man de vechtersbaas tegen de grond. Al snel raken meer mensen betrokken. Een meisje op torenhoge hakken in minirokje springt tussen haar vriend en een man in. In alle ophef blijven de stewards, die zich middenin de groep begeven, opvallend kalm. Ze houden de omstanders op afstand en voorkomen dat mensen blijven staan of zich zelfs in het gedruis mengen. “Zo kan de politie zijn werk doen”, legt Ailson later uit. Zodra de heethoofden aanspreekbaar zijn, praten ze met hen en trachten zo te voorkomen dat de jongens terug het veld op gaan.
Het is die avond niet de laatste knokpartij. Waar gaan al die knokpartijen over? “Meisjes, verkeerde blikken en tegen elkaars biertje aanstoten”, vermoedt Ronald. Sommige jongens dagen lukraak de politie uit. Nadat een jonge man een politieagent voor de derde keer uitdaagt, krijgt hij een tik met de wapenstok. Hij trekt zich even terug, mank, scheldend en met een woedend gezicht. Ronald gaat naar hem toe, net als de jongen terug naar de agent wil lopen. “Niet doen joh, laat het gaan”, zegt Ronald. “Het zet geen zoden aan de dijk, als je nu weer teruggaat moet je straks een nacht zitten” – “Dat boeit me niet, ik ga wel zitten!” Toch druipt-ie uiteindelijk af.
Minder politie
Dankzij de inzet van de horeca stewards hoeft de politie niet meer de hele nacht in volle bezetting preventief aanwezig te zijn. Gelukkig maar, want een plein vol agenten komt niet heel gezellig over. Maar, wanneer nodig, blijken ze razendsnel ter plaatse. “Wij hebben bijna geen werk meer”, zegt één van de agenten gekscherend. Hij lacht. “Nee, effe serieus, wij zijn ontzettend blij met de jongens van Meion. Door hun inzet worden veel opstootjes al in een vroeg stadium gesust.”
Het loopt tegen vijven. Veel tenten gaan dicht. Een gesprekje, een geintje, en een ‘zo, nu lekker naar huis jongens!’ voorkomt dat jongeren onnodig op Stadhuisplein blijven hangen. Om zes uur kunnen de stewards – gastheren en, eerlijk is eerlijk, helden 2.0 van Stadhuisplein – zelf lekker naar huis. “Dit was eigenlijk nog een heel rustige avond”, vindt Omar. Ailson kijkt alweer uit naar volgend weekend. “Je bent lekker buiten, je werkt met jongeren, de gezelligheid van het stappen. Wat wil je nog meer?”
Al 5 reacties — discussieer mee!
Een heel goed initiatief en ik geloof zeker wel dat deze benadering de nodige escalaties kan voorkomen. Bestaan er ook dergelijke initiatieven in andere grote steden?
Goed geschreven stuk trouwens. Leest heel fijn weg en is heel inhoudelijk.
Voorts als de politie echt zijn werk zou doen en er zou echt gezag zijn is dat allemaal niet nodig ,maar daar van afgezien wij zijn een groot voorstander van burgerwachten in elke wijk dien in de avond en nacht hun werk gaan doen.Maar Karin Koolen wederom weer een heerlijk geschreven stuk en een onderwerp wat er toe doet.Vers Beton waardig.
Mooi stuk! Werkt inderdaad veel beter dan een ME-busje op de hoek neerzetten 🙂
Karin, mooi opgetekend!
1 jaar gewerkt bij club twentysix west kruiskade als portier (binnen) was altijd blij met de boys in hun blauwe jasjes , bedankt nog matties ,,,,,,,