Elke week trakteert columnist Vincent Cardinaal op een stadse observatie. Deze week: huwelijkse perikelen in de herrezen Donner.
Een man en een vrouw, tussen de boeken in de nieuwe Donner aan de Coolsingel. Of eigenlijk moet je zeggen – in de herrezen Donner. De klassieke boekengigant heeft godzijdank al een tijdje zijn naam en vrijheid terug, na jaren bijna gewurgd te zijn door ketens met vreselijke namen als Selexyz en Polare.
De twee zijn gewone mensen, verzeild in een belangrijke bijzaak van het leven: het selecteren van vakantieboeken. De vrouw heeft onmiskenbaar het voortouw genomen. Ze houdt af en toe een boek omhoog, de kaft in de richting van de man. Soms zegt ze de titel erbij. Of een toevoeging als ‘interessant’, ‘wie weet’ of zelfs ‘wauw’. De man gromt dan wat, knikt instemmend of laat helemaal niets merken. Ik begin ze met de seconde sympathieker te vinden.
Het voorleggen van de vrouw is wel een beetje toneel voor de bühne. Ze beslist zo te zien lekker zelf welke titel wel en welke niet op het stapeltje in haar linkerhand gaat. Toch mag je stille mannen nooit onderschatten. Dat blijkt ook nu weer.
De vrouw houdt halt voor een rek met zelfhulpboeken. Misschien wel de meest deprimerende afdeling van een boekhandel. Ze laat zich niet versagen. Haar blik gaat over de verschillende titels. Dan kijkt ze met licht-geamuseerde blik naar haar man. “Kijk Maart, mannen komen van Mars, en vrouwen van Venus. Zie je nou wel!” Even is hij stil. Om dan perfect getimed te zeggen: “Nou, ik kom gewoon uit Rotterdam hoor.”
Hij zegt het hard genoeg om het ook voor de paar mensen rondom hen verstaanbaar te maken. De vrouw kijkt eventjes gegeneerd, maar wordt dan gerustgesteld door het glimlachen van de andere bezoekers. Lezers zijn een empathisch volk.
Ook voor mij, want direct nadat de man zijn schitterende boutade opwerpt, verslik ik me bijna in een boek. Ja, in een boek. Ik maak een geluid dat het midden houdt tussen snurken en ademnood. Mijn neus zit even vast aan het papier. Gelukkig lacht een dame me bemoedigend toe.
De geur van kraakhelder papier is een rijk parfum. Hierdoor heb ik de onbedwingbare behoefte boeken open te slaan en er eens ferm aan te ruiken. Daarom ga ik niet naar de bibliotheek – door het jarenlange uitlenen ruiken die boeken nergens meer naar. Ik vind dat zielloos. Maar dat snuiven is dus niet zonder risico’s.
De man triomfeert tot besluit nog even verder. Terwijl zijn vrouw de zelfhulpsectie achter zich laat, komt hij nu met een boek aangelopen. Een verse Herman Koch. Hij overhandigt haar de roman en deelt een vriendschappelijke por uit.
Ze lopen naar de kassa. Met die vakantie komt het wel in orde.
Gerelateerde inhoud
Steun onafhankelijke journalistiek
Als abonnee van Vers Beton kun je alle artikelen onbeperkt lezen en delen met je eigen netwerk.
Al één reactie — discussieer mee!
Een Rotterdamse Carmiggelt.
Mooi man.